BeroofdWanneer we willen wegrijden van het hostel in Santiago blijkt dat een van de startaccu's van net een jaar oud het heeft begeven zodat we zelfs hulp nodig hebben om de auto aan de gang te krijgen. Er is een leverancier van accu's om de hoek bij het hostel dus het vervangen gaat vlot. We ontdekken de laatste hoekjes van Dappere Dodo als we uitzoeken waarom het expansievat van de kraan niet werkt. Uit een van de kamers van het hostel horen we 's avonds harde klappen alsof er met meubels gegooid wordt, in de gang horen we glas van een schilderijtje breken. Een van de gasten heeft duidelijk veel meer gedronken dan goed voor hem is. De volgende dag wordt hij door twee mannen van een verslavingskliniek afgevoerd en is het personeel hard aan het timmeren en schrobben. Wij doen wat klusjes. We vertrekken in de regen die steeds harder wordt naar Valparaiso. Als we in de buurt komen gaat het misten; uiteindelijk hebben we niet meer dan vijf meter zicht en bereiken met moeite een hostel waar we Dappere Dodo in de straat voor de deur parkeren om te overnachten, maar 's middags knapt het op. Het leuke van een hostel is dat je meer interessante reizigers tegenkomt dan wanneer het koud is en iedereen zich in zijn auto terugtrekt. Valparaiso is heel verassend. Het is een en al heuvel en er zijn leuke rammelende funiculares van een eeuw oud om de heuvels op te komen. Het heeft kronkelende weggetjes met klinkers, gekleurde huizen en bloemen. Valparaiso heeft ook een openluchtmuseum zoals we dat nog niet kennen: een aantal straten met muurschilderingen van zo'n 25 jaar oud. We vinden de nieuwe murals waar Valparaiso werkelikjk vol mee is en die geen onderdeel uitmaken van het museum eigenlijk veel mooier. Valparaiso is ook de stad van goede restaurants, dus we tracteren onszelf eens een keer op een prima verzorgd diner met fantastisch uitzicht op de stad en een fles bubbels erbij. Viña de Mar ligt vlakbij Valparaiso. In Viña de Mar is het Francisco Funck historisch museum met secties over de ontwikkeling van Chili, maar ook van Paaseiland. We krijgen een gedetailleerde uitleg in Spaans dat prima te volgen is. Porteñas tussen Viña de Mar en Valparaiso is de plek waar vissers met hun vangst aan land komen. We zien kraampjes met volop vis en schaaldieren die je in Nederland niet vindt, Ook zijn er weer een groep zeeleeuwen en ontelbare meeuwen. We waren van plan nog een paar honderd kilometer noordelijker door Chili te rijden en dan door te steken naar Argentinië, maar de pas die we wilden nemen blijkt dicht te zijn in de winter. We hebben daarom besloten om direct door te steken naar Mendoza. Maar in deze tijd van het jaar is de pas die we daarvoor over moeten af en toe dicht: regen in Valparaiso betekent sneeuw op de pas. Er is voor de komende wagen beter weer voorspeld en de pas zal waarschijnlijk over twee dagen open zijn, dus daar wachten we op. We gaan daarom nog een keer Valparaiso in: er zijn zoveel interessante murals. We zijn gewaarschuwd voorzichtig te zijn met onze spullen en lopen zeker niet te koop met camera's enzo, maar wanneer we net buiten het toeristische gebied een blokje lopen gaat het fout: als Margriet een foto maakt rukken twee mannen haar omver, trekken de handtas van haar schouder en rennen weg. Jan gaat ze schreeuwend achterna hopend op hulp van de omgeving, maar ze zijn te snel en verdwijnen uit zicht. De grootste schade is de mobiele telefoon van Margriet. Gelukkig geen papieren en weinig geld, het fototoestel heeft ze nog en aan de val heeft ze alleen een schaafwond overgehouden. We besteden een uur bij de politie aan het opmaken van een procesverbaal en gaan daarna met een kater terug naar het hostel. Jammer, het legt een schaduw over ons zo leuke bezoek aan Valparaiso. Het is de derde diefstal/beroving in drie jaar. We blijven nog een dag in Valparaiso om een nieuwe telefoon en wat toebehoren te kopen. Chili is gelukkig een van de betere landen voor dit soort dingen. Er is nog een redelijke keus en het is niet al teveel duurder dan in Nederland. Bussen in Valparaiso hebben een heel eigen dynamiek: vloten van kleine bussen die in de steile en smalle straatjes uit de voeten kunnen en met een razende vaart door de stad scheuren. Er zijn geen fancy electronische systemen om de route aan te geven, maar alleen bordjes die op het eindpunt omgedraaid worden. Soms staat er een bord bushalte, soms is een rechthoek op de grond geschilderd en soms moet je maar raden waar de halte is, maar meestal zijn de chauffeurs niet te beroerd om te stoppen op elke plaats waar passagiers willen in- of uitstappen. Er rijden een stuk of zes maatschappijen ieder met hun eigen routes en tarieven die verschillend maar altijd laag zijn: nooit veel meer dan een halve euro per rit. De prijzen staan op het raam van de bus. Er zijn geen fancy chipkaarten of abonnementen, iedereen betaalt contant en kaartjes gaan van de rol, wat leidt tot een voortdurend gegoochel met wisselgeld door de chauffeur tijdens de rit. Ook zorgen dat bussen op tijd rijden gaat op een speciale manier: regelmatig staan er mensen langs de weg die per businummer noteren hoe laat ze langs komen en de chauffeurs adviseren of ze harder of langzamer moeten rijden om op de goede afstand van hun voorganger blijven. Het is een methode die spontaan ontstaan is door vrijwilligers; de chauffeurs geven wat geld voor hun diensten. Maarcofchet echt werkt? We hebben in één straat op vijftig meter van elkaar twee opnemers zien staan en hebben sowieso de indruk dat de chauffeurs zo hard mogelijk rijden, wat er ook gebeurt. We laten uiteindelijk na vijf nachten Valparaiso achter ons en gaan richting Andes en Mendoza. De pas is alweer een dag open, dus hopelijk komen we er zonder al te veel vertraging door. De grensovergang richting Chili is berucht, wachttijden van vijf uur voor personenauto's en een week voor vrachtauto's zijn geen uitzondering. We rijden naar Los Andes, de laatste plaats voor de pas om vroeg met de overgang te kunnen starten. Het is zwaar bewolkt, maar wel droog en de berichten zijn de de pas naar Argentinië open is. Het loopt allemaal vlot hoewel het boven een beetje sneeuwt en we zijn in twintig minuten door de grensformaliteiten heen. Alleen het weer in Mendoza dat bijna altijd mooi is valt zwaar tegen: bewolkt en kil. Volgens de campingbaas regent het al vijf dagen en is dat heel uitzonderlijk. Omdat we sinds onze terugkeer naar Zuid Amerika alleen maar steden bekeken hebben en het weer niet beter wordt besluiten we Mendoza te laten voor wat het is en door te rijden naar het noorden. De voornaamste reden om naar Mendoza te gaan is om een wine tasting tour te doen en omdat Margriet ontzettend verkouden geworden is zal het proeven sowieso niet zo uit de verf komen. Dinosaurussen en cactussenWe rijden door kaal, ongebruikt landschap waar vast weinig regen valt. We worden meer gecontroleerd bij politieposten dan de hele reis tot nu toe. Ook is er opeens een fruitcontrole: druiven. Het laatste stukje naar Parque Provincial Ischigualasto steigt de weg van 800 naar 1400 meter en belanden we opeens weer in de mist. Hoewel het 's ochtends weer mist besluiten we toch Parque Provincial Ischigualsto te gaan bekijken. Deze UNESCO natural heritage site is de enige plek op de wereld waar door aardbewegingen sedimenten van alle zeven periodes van het Triassic tijdperk aan het opperval zijn gekomen. Er zijn prachtig gevormde steenformaties die er uitzien als de sphinx of reuzepaddenstoepen en die nog steeds gevormd worden en er zijn grote cactussen zoals we die van Donald Duck kennen. Het meest bijzonder zijn de complete, versteende skeletten van Dinosaurusachtigen, zoals die zijn gevonden. Er is één standaard rondrit van ongeveer 43 kilometer. Het eerste stuk mag alleen met een gids bezocht worden. We rijden in een konvooi van een stuk of acht auto's, een bus en een stuk of tien motoren. Het laatste stuk mogen we zelf doen. De weersvoorspelling is 99% kans op regen en nul uur zon, maar 's middags klaart het op. We laten een Spaans fort schieten dat gebouwd werd om opstandige indianen eronder te krijgen omdat het miezert, maar gaan wel naar Quilmes. Daar is een opgraving van een precolombiaans dorp waar drieduizend mensen gewoond hebben. De contouren van de plekken waar de gebouwen getaan hebben zijn mooi, maar de honderden grote cactussen zijn minstens net zo de moeite waard. We merken overigens dat in het noorden van Argentinië waar we nu zijn de dingen anders gaan. We zien taferelen die ons aan Afrika doen denken. Op de (gratis) camping waarvandaan we vertrekken zijn vier mensen bladeren aan het vegen, maar de helft van de toiletten heeft geen complete deuren. Op een grote, openhangende kast met zekeringen en bedrading staat "no tocar" (niet aanraken). Een wijs advies als je ziet hoe alles gemonteerd is, onder andere stopcontacten die met tape op lantarenpalen vastgemaakt zijn. Wanneer we in Cafayate, een niet zo kleine en heel toeristische 's plaats, middags om vijf uur boodschappen willen doen bij de enige supermarkt horen we dat hij om half zes opengaat. En inderdaad, om tien voor zes komt er iemand aanzakken. Het is weer zo'n winkel waar voor ieder artikel een halve meter schap uitgetrokken is, dan nog de helft van de schappen leeg is en van die ouderwetse, lawaaierige koelkasten staan. Voor groente moeten we in een andere winkel zijn, maar die gaat pas om zeven uur open. Cafayate heeft 340 zonnige dagen per jaar; voor pessimisten betekent dat dat het nog bijna een maand per jaar regent. Als we 's ochtends wakker worden is de lucht grijs, maar later op de dag winnen de statistieken het toch en krijgen we de zon waar we zo naar smachten. We willen een bodega bezoeken en wandelen het dorp in om uit te vinden hoe dat gaat. Wanneer we bij de balie van de eerste bodega staan stuift het enige personeelslid weg met een grote groep bustoeristen. Wij wandelen er maar achteraan en luisteren naar zijn verhaal. Wanneer de groep aan het wijnproeven toekomt gaan we terug naar de balie. Een rondleiding van veertig minuten met een paar bodempjes wijn om te proeven blijkt bijna twintig euro per persoon te kosten. We zien er dus maar vanaf: de rondleiding, dat wil zeggen dat je met een noodgang langs een paar plekken geloodst wordt en een verhaal in te snel Spaans moet aanhoren hebben we gehad en aan de wijn moet voordeliger te komen zijn. Wannneer we 's middags uit het wijnmuseum komen rollen we in een openluchtvoorstelling van "De kleine prins", we verstaan best aardig wat Spaans, net genoeg om steeds de clou te missen. De weg van Cafayate naar Salta gaat door een rivierkloof, de Quebrada de Cafayate. Aan het begin hangen de wolken als een gletsjer over de bergen heen en door de erosie zijn structuren gevormd dier eruit zien als een kasteel of een obelisk. Verderop zijn twee halfronde ravijnen uitgesleten in de rotsen, we denken even dat we Petra binnenkomen. Naar de tropenOp de camping in Salta zien we weer eens meerdere overlanders, er staan er acht. De eerste dag in Salta besteden we vooral aan met de andere overlanders kletsen. 's avonds wordt er vuur gestookt. Het is vooral gezellig om de verhalen van Andreas en Kathrin te horen, die via Rusland, de stanstaten en Mongolië naar Vladivostok gereden zijn en toen zijn overgestoken naar Japan en daarna Australië voordat ze naar Zuid Amerika kwamen. Er is een gastank leeg en we hebben ontdekt dat er in Salsa een winkel is die adapters verkoopt. We vullen wat gaten in de adaptercollectie en laten ook de tank vullen. Salta is een levendige plaats, maar door de loodgrijze lucht en het net wel/net niet regenen komt dat niet helemaal uit de verf. Dat de levensstandaard duidelijk lager ligt dan in Buenos Aires wordt gedemonstreerd als we lunchen op de grote markt; een eindeloze stoet van troosteloze handelaartjes trekt voorbij: tijdschriften, parfum, afstandsbedieningen, sierraden, opblaaspoppen, mutsen, illegale CD's, gestolen telefoons en nog veel meer. Salta heeft wel opvallend veel musea. Een van de meest bijzondere is het Museo de Arqueología de Alta Montaña. Hier worden bij toerbeurt drie mummies tentoongesteld van Inca-kinderen die als offer begraven zijn bij de top van een van de hoogste bergen, de Volcán Llullaillaco van 6740m. Door de kou, de droge lucht en het gebrek aan zuurstof zijn ze uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Enkele van de mooiste kinderen werden vanuit de uithoeken van het Incarijk naar Cusco in Peru gebracht en "trouwden" met een kind uitceen ander deel. Dit was voor de Inca's een manier om de relatie tussen de verschillende veroverde delen van hun rijk te versterken. Vervolgens gingen de kinderen naar hun geboorteplek terug, werden daar feestelijk ontvangen en in mooie kleren gehuld en tenslotte met een alcoholische drank in slaap gebracht en met allerlei voorwerpen begraven. Vlakbij Salta ligt de Quebrada de San Lorenzo aankomen, een kloof waar je mooi kunt wandelen. Wanneer we er aankomen zien we borden dat je er alleen met een gids in mag. Dat stond niet in de reisgids en er zijn helemaal geen gidsen, daarom lopen we net als alle Argentijnen gewoon door. Het is een mooie wandeling door het bos, met allerlei soorten mos dat van de bomen afhangt en die zonder enig probleem zonder gids te doen is. De gemeente gelooft er blijkbaar ook niet in, want er is zelfs iemand neergezet die parkeerkaartjes verkoopt. Onder een grijze lucht rijden we richting San Salvador de Jujuy, nadat we ons met boodschappen en diesel hebben voorbereid op de hoge doorsteek naar San Pedro de Atacama in Chili. Het eerste stuk gaat door de mist en door verschrikkelijk groen landschap, na de afslag richting Chili hebben we zelfs even strakblauw. We stoppen in Pumamarca bij de Cerro de los Siete Colores, een berglandschap in grïllige vormen van kopergroen, ijzerrood, zwart en allerlei tinten daartussen. We maken een tochtje door de Quebrada de Humahuaca, een stukje richting Bolivia. We rijden de steenbokskeerkring over; voor het eerst sinds Namibië zijn we weer in de tropen! De lucht is eindelijk weer blauw, dus we lunchen in de zon in een shirtje met uitzicht op fantastische bergstructuren en een grote cactus op de achtergrond. De plaatsjes beginnen meer een Boliviaans karakter te krijgen: vrouwen met grote hoeden en wijde rokken zitten aan het plein zitten te breien of hebben op de markt een klein tafeltje in een gang gezet waarop ze hompen vlees hebben uitgestald. Op een winkel is met de hand "Kodak" en "Fuji" geschilderd, vergane glorie.
0 Comments
|
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|