Khartoum 3Tuti-eiland ligt op het punt waar de Blauwe en Witte Nijl overgaan in de Nijl. Tot voor kort kon je er alleen per boot komen; het heeft daarom een dorps karakter. Om de bebouwing heen zijn veldjes met gewassen en "fabriekjes" waar van leem stenen gemaakt worden. Het is een prima plek om de drukte van de stad te ontvluchten en een middagje te wandelen (video). Op de camping logeert ook een groep chemiestudenten. Margriet raakt met ze aan de praat en na het bespreken van wat algemene onderwerpen en het bekijken van Dappere Dodo vraagt een van hen, Mongeda, 's avonds nog verder te praten. Ze stelt allerlei vragen over Nederland en vertelt dat het haar droom is om in Japan te studeren. Ze is alvast begonnen met het leren van de Japanse taal. Dan vraagt ze: "Heb jij je dromen waar kunnen maken?" Daar moet Margriet dan toch even over nadenken. Ze staat al op achterstand omdat ze in Saoedi Arabië, waar haar ouders wonen, haar middelbareschooldiploma gehaald heeft. Omdat een Saoedisch diploma in Soedan lager gewaardeerd wordt, kon ze ondanks haar goede cijferlijst geen medicijnen gaan studeren. Dat had ze het liefst gedaan. Natuurlijk worden mail- en facebookgegevens uitgewisseld. KassalaWe laten Dappere Dodo checken en nieuwe olie geven, halen onze visa voor Kenia op en vertrekken naar Kassala, tegen de grens met Eritrea aan. We nemen de kortste route via een afwisselende, onverharde weg (video). Soms is het volkomen vlak en leeg, soms staan er bomen en meestal is er verdord gras. We zien bedoeinententen en kuddes schapen, koeien en kamelen. Onderweg zien we tientallen arenden. We overnachten op een stille, prachtige plek midden in het open veld onder bomen met alleen gezelschap van een woestijnratje. Op het traject de volgende dag zien we meer dorpen. De meeste huizen zijn van leem met mooie rieten daken. Voor het eerst zien we ook ronde hutten. De kwaliteit van de weg is heel wisselend: op sommige stukken kunnen we zeventig rijden, op andere stukken moeten we stenen aan de kant leggen om erdoor te kunnen. Twee keer komen we net niet vast te zitten in mul zand. De laatste vijftig kilometer, die over verharde weg gaan, zijn heel dicht bebouwd: het lijkt een langgerekt dorp van kleurige huisjes en lemen hutten. In de buurt van Kassala zijn veel wegcontroles. We zien een boel auto's van de VN en ook borden die wijzen naar vluchtelingenkampen. Het is te merken dat we vlakbij de grens met Eritrea zijn. De soukh van Kassala is heel gevarieerd (video). Dit het fruitgebied van Soedan en dat is te merken aan de kwaliteit. De vrouwen dragen kleurige kleding en de mannen vaak stokken of zwaarden, zoals de gewoonte is bij bepaalde nomadengroepen. Het Takagebergte vlakbij Kassala (video) heeft een eigenaardige vorm met afgeronde toppen en grote keien rondom. Het lijkt een reuze suikertaart. We wandelen er en vinden een prachtige plek naast de bergen bij een meertje met voorbijtrekkende herders en ezelwagens. Voor we 's ochtends verder gaan komt een kudde van honderd kamelen naar het meer om er te drinken. Een fantastische gezicht. We zijn nu honderdvijftig dagen op reis. De meeste tijd hebben we besteed in islamitische landen, een fors deel daarvan in Arabische landen, die we nu achter ons laten. We hebben er, vooral in Iran en Oman, maar ook in Turkije, de Emiraten en Soedan heel veel gastvrije, hartelijke en vriendelijke mensen ontmoet. We werden in de familiekring uitgenodigd en deelden mee in het eten. We zijn door woestijn in allerlei vormen en varianten getrokken en hebben er veel plekken gevonden waar we prachtig en ongestoord konden kamperen. We zullen daar met plezier aan terugdenken. Wat we niet zullen missen zijn de oproepen tot gebed 's ochtends vroeg vanuit zes moskeeën door elkaar en de hoofddoeken en sluiers van de vrouwen. Ook de gedwongen Bavaria Malt 0,0% zullen we niet echt missen. Gorgora - EthiopiëHet rit door Soedan naar Ethiopië gaat door een saai gebied, het laatste stuk via een slechte weg vol potholes. De grensovergang kost twee uur, maar verloopt probleemloos. Direct over de grens vinden we een prima overnachtingsplaats in het veld, op de rand van Dinder National Park dat tot de grens in Soedan loopt. We worden er niet gestoord, de reputatie van Ethiopië ten spijt. Na de grens verandert de sfeer direkt. De straten zijn overal vol met mensen en vee, vooral koeien. Wanneer in een plaats markt is lopen er drommen naartoe. Kinderen zwaaien, maar bedelen overal om geld of pennen. Ze roepen "you, you" wanneer we voorbij rijden. Het wordt groener met meer bomen en ook bergachtiger. De koeien zijn vooral bezit, een beetje ingewikkeld spaarbankboekje. Ze geven een halve liter melk per dag en het vlees is niet te eten, omdat ze zoveel lopen. Productief zijn ze dus niet, maar ze moeten wel gehoed worden en ze eten ook. We overnachten bij Tim & Kim's in Gorgora op een camping aan het Tanameer die gerund wordt door een Nederlands echtpaar. Best leuk om weer een Nederlands te kunnen praten. Ze vertellen dat Ton & Ingrid en Simon & Lore er ook geweest zijn, maar dat ze door de problemen in de Arabische landen nog maar één overlander per maand krijgen, terwijl dat er vroeger iedere dag een paar waren. Tim en Kim zitten er nu zes jaar. Ze hebben er 6500 bomen geplant, vaak van zaadjes die ze zelf van de eilanden gehaald hebben. Ze werken zoveel mogelijk met lokale mensen en grondstoffen. Het zit er vol met allerlei soorten vogels. Ze schetsen ook een beeld van de lokale verhoudingen en hoe anders de relatie tot leven en dood is: hun belangrijkste medewerker zit al twee weken in de gevangenis omdat hij passagier was in een auto die bij een dodelijk ongeluk betrokken was; het is volstrekt onduidelijk hoe lang het nog gaat duren. Bijna niemand van hun zeventien medewerkers komt uit een compleet gezin. Familieleden zijn gestorven door verkeersongelukken (in een jaar zes doden door de bus van Gonder naar Gorgora), verdrinking, ziekte (AIDS, uit schaamte niet de echte symptomen vertellen), eerwraak. Medewerkers hebben vaak de zorg voor jongere broers en zussen zonder ouders. In Gongora bekijken we de houten kerk op het kloosterterrein van Debresina Mariyam. Het klooster is gebouwd in de veertiende eeuw, de kerk in de zeventiende eeuw. Behalve het grasdak dat regelmatig vervangen moet worden is het nog origineel. Binnen zijn mooie fresco's. Rondom het Tanameer zijn een stuk of tien van dit soort kloosters. ' s avonds is het gezellig aan het kampvuur met een Nederlands, Duits, Pools, Zuidafrikaans, Belgisch gezelschap. GonderTimkat, het belangrijkste feest van de Ethiopische orthodoxe kerk, begint net als we aankomen. Iedere kerk heeft een kopie van de ark des verbonds, die tijdens Timkat in een processie naar een nabijgelegen water gedragen wordt, daar om half vier 's ochtends wordt gedoopt en vervolgens in processie teruggedragen. We gaan met Richard, een Zuidafrikaan die op de camping woont en de supervisie heeft over een irrigatieproject dat een Chinees bedrijf aan het uitvoeren is, naar Gonder (door het project zal de landbouwproductie verdubbelen om dat nu twee oogsten per jaar mogelijk worden). Gonder heeft 44 kerken en is de plaats waar Timkat het meest intensief gevierd wordt. Op de doopplek voor de arken zien we jongetjes zwemmen (dat mag op deze plek een keer per jaar) en overal lopen groepen in feestelijke kleding. We lopen een eind met een processie mee, met zingende en dansende mensen en geestelijken in mooie gewaden. De stemming wordt gedrukt doordat de portefeuille van Richard gestolen wordt en de portemonnee van Jan bijna. Bahir DarDe rit van Gonder naar Bahir Dar is mooi en gaat door bergachtig terrein. We klimmen tot 2250 m, maar Dappere Dodo geeft geen hik meer. We beginnen voorzichtig te geloven dat de reparatie in Khartoum het probleem van het hikken en de witte rook heeft opgelost. We staan bij hotel Ghion aan het Tanameer, een bekende plek voor overlanders.
We maken een boottocht naar een vijf kloosters en kerken op het Tanameer, waarvan we er twee bekijken. Het Beta Maryam Monastery heeft mooie fresco's uit de negentiende eeuw. Het museum kunnen we helaas niet bekijken, want de sleutel is kwijt. Het Ura Kidane Meret heeft fresco's uit de zestiende tot achttiende eeuw en een verzameling kronen en manuscripten. Op de plek waar de Blue Nile het meer uitstroomt zitten soms nijlpaarden, maar nu zien we ze helaas niet. Bij onze kampeerplek zien we nog wel visarenden en pelikanen.
2 Comments
KhartoumNog niet zo lang geleden ging de route van Port Sudan naar Khartoum gedeeltelijk over een track langs de spoorlijn, maar de weg is nu helemaal verhard. De verblijfplaats wordt de National Camping, de enige camping van Soedan. De faciliteiten zijn niet geweldig, maar er is een directeur in een groot kantoor achter een mahoniehouten bureau met de krant voor zijn neus. Het is weer een voorbeeld van wat je veel ziet: groenvoorziening wordt goed onderhouden, maar sanitair niet, hang- en sluitwerk is altijd gammel of kapot en van de aanleg van electriciteit krijg je koude rillingen. Wanneer ik kom ben ik de enige gast. De volgende dag is de dag dat Margriet 's avonds aan zal komen in Khartoum. 's ochtends ga ik eerst kijken bij de Blue Nile Sailing Club (15,6116N, 32,5346E), de plek waar veel overlanders staan. Er zijn nu alleen volgauto's van een fietstocht van Cairo naar Kaapstad. Omdat het drie keer zo duur is als de National Camping met mindere faciliteiten en meer lawaai, is er geen reden om te verhuizen. Daarna ga ik naar Ondurman, een van de delen van Khartoum. Hier is de grootste soukh van Soedan. Het is een levendig gebeuren met de rommeligheid die bij Afrika hoort. Er komt een optocht voorbij van mannen in witte kleding met vlaggen en stokken, die voortdurend één kreet herhalen. Ze gaan naar een plein waar ze een ritueel uitvoeren: voortdurend buigen met steeds dezelfde tekst. Vast heel vermoeiend, maar na een half uur wordt het toch wat saai om naar te kijken. Het is de herdenking van de geboorte van Mohammed die altijd de eerste vrijdag van het jaar plaatsvindt (video). Margriet komt aan volgens plan. Het is nog even spannend geweest omdat ze haar zonder retourticket niet aan boord wilden laten in Dubai, maar met een Ethiopisch visum en foto's van Dappere Dodo kan ze de lokale hoogwaardigheidsbekleders toch overtuigen. Ze heeft allerlei nuttige dingen en lekkernijen zoals Nederlandse kaas en oliebollen meegebracht. We zijn na veertien dagen weer samen! De volgende dag houden we het rustig: paspoortregistratie Margriet doen, lunchen langs de Blauwe Nijl en de soukh van Ondurman bekijken. Bij de enige serieuze supermarkt die we tot nu toe in Soedan ontdekt hebben (15,5997N, 32,5546E) vullen we onze voorraden aan. Het nationaal museum geeft een overzicht van de historie van Nubia, vooral de Kerma- en Kush-koninkrijken (video). Behalve potten, sieraden en staele zijn er ook grotere beelden uit historische plaatsen die door een stuwdam in de Nijl onder water kwamen. Alles wordt tentoongesteld in een aantal gammele vitrines. De verlichting komt voornamelijk van oranje neonlampen die boven de A2 niet zouden misstaan. Op de eerste verdieping worden fresco's van de Christelijke Nubische koninkrijken getoond. Dappere Dodo heeft nog steeds zijn hoestbuiprobleem. Nu we weer bijna op zeeniveau zitten merken we er weinig van, maar het is belangrijk dat het is opgelost voor we de Ethiopische bergen in gaan. Via het forum van de LandCruiserClub krijgen we tips van iemand die iets vergelijkbaars heeft meegemaakt in Tanzania. Bij hem moesten uiteindelijk de verstuivers en de rotor van de brandstofpomp vervangen worden. Dit is controleerbaar al doet het probleem zich nu niet voor. Dus we gaan naar Toyota Khartoum. We treffen nu een monteur die duidelijk wel op de ToyotaLandCruiserdieselmotorenschool gezeten heeft. Uiteindelijk blijkt dat een verstopt ventiel van de brandstofpomp waarschijnlijk de oorzaak van het probleem is. Dit verklaart de witte rook, een probleem met de verstuivers zou volgens hem zwarte rook gegeven hebben. De monteur had kans gezien het probleem enigszins te reproduceren, ondanks de geringe hoogte van Khartoum, het lijkt zich inderdaad niet meer voor te doen. Maar de echte test moet nog komen! Pyramides en tempelsWe rijden Khartoum uit op weg naar de pyramides van Merowe. Wanneer we bij de verkeerslichten stoppen, zien we weer een typisch Afrikaans tafereel: mannen die van alles lopen uit te venten. Het is geen probleem om een kapstok, een badmat of een wintergarderobe uit te zoeken terwijl je wacht. We zetten ons bivak op in het vrije veld (video). Soedan is waarschijnlijk het laatste land waar dat zo gemakkelijk kan. We zijn verwend geraakt in Iran en Arabische landen, maar verder zuidelijk in Afrika zijn overal zoveel mensen, die ook op je lippen blijven zitten, dat je nooit rustig staat. De volgende ochtend starten we een langzaam. We hebben geen brood, dus het wordt pannenkoeken bakken. Wel lekker, maar niet snel. De laatste 35 km van de rit naar ons volgende doel, de tempels van Naqa en Musawwara (video), gaan over een track door de woestijn, een mooie rit. De Naqa-tempel gewijd aan de god Apedemak is van het Kush-koninkrijk uit de eerste eeuw A.D. en is mooi gereconstrueerd met fraai reliëfwerk. De Egyptische invloeden zijn heel duidelijk. De "Great Enclosure" in Musawwarat omvat het grootste Meroische tempelcomplex van Soedan. De staat ervan is matig. Erbij in de buurt staat de Lion Temple. Deze is met oostduitse hulp heel mooi gereconstrueerd en heeft prachtig reliëfwerk met veel leeuwen en olifanten. We overnachten in de woestijn met uitzicht op de Pyramides van Merowe en zijn nog net op tijd om erachter het daglicht te zien verdwijnen. Merowe was de hoofdstad van het koninkrijk Kush; de pyramides zijn de begraafplaatsen van de koningen (video). Ze zijn veel kleiner dan Egyptische pyramides en allemaal onthoofd door een Italiaanse schatzoeker, die dacht in de top kostbaarheden te vinden. Dat was bij één exemplaar het geval: de eerste die hij onthoofdde. Een aantal pyramides is gerestaureerd en er is er één nagebouwd. De setting is prachtig in het vroege ochtendlicht tussen de zandduinen. We hebben de site voor onszelf en in deze tijd van het jaar is de temperatuur perfect. We betalen weer 50 SDG (€ 5) per persoon toegang. Blijkbaar leren de Soedanezen de truc die verder zuidelijk in Afrika gewoonte geworden is: vraag de hoofdprijs aan buitenlanders. In onze Bradt van een jaar oud staat voor alle sites nog SDG 20 per persoon. Voor dit geld wordt dan wel een persoonlijke "site permit" uitgeschreven. We overnachten weer in de woestijn, in de middle of nowhere. Omdat de woestijn veel meer steenwoestijn is, is het gemakkelijk op een willekeurige plek de woestijn in te rijden en achter een heuvel het bivak op te slaan. Het is een tocht door afwisselend woestijnlandschap naar Karima (video). Het is vrij vlak en steenachtig met vaak grotere bomen. Dit is de route waar vroeger overlanders uit Egypte langsgekomen zouden zijn, we zien er nu geen enkele. We proberen in Karima eerst boodschappen te doen. De keuze aan groente in Soedan is buiten Khartoum erg beperkt, dus de eigen voorraden komen er weer aan te pas. Hoewel de mensen beslist vriendelijk en behulpzaam zijn gaan dingen toch wel weer anders dan in Iran of de Arabische landen. Vóór gaan bij de benzinepomp is er niet meer bij en er wordt regelmatig geprobeerd ons als buitenlanders meer te berekenen voor groente en brood dan Soedanezen. Groente en fruit zijn sowieso veel duurder dan we uit Iran en Arabië gewend waren. Jebel Barkal ("heilige berg") steekt naast Karima als een soort Ayer's Rock boven het landschap uit (video). Egyptische en Nubische koningen hebben er tempels gebouwd, de eerste in de vijftiende eeuw v. Chr. Het tempelcomplex is erg geruïneerd, hoewel we nog wel mooie inscripties vinden. Ook is er een begraafplaats met heel gave pyramides. We overnachten tussen de palmentuinen net buiten de stad. In Karima gaan we op zoek naar de aftakelende nijlstomers. De nijlstomers werden in het recente verleden gebruikt voor allerhande vervoer over de Nijl, maar zijn nu in onbruik geraakt. We vinden er één in de verte. Over een zandpad langs de Nijl met palmentuinen en schilderachtige dorpjes met lemen huizen rijden we naar El Kurru. El Kurru is weer een koninklijke begraafplaats met pyramides. De pyramides zijn erg vervallen, maar er zijn ook graftombes gevonden met mooie muurschilderingen. Helaas kunnen we er maar één bekijken. Khartoum 2We nemen de pas aangelegde directe weg van Karima naar Khartoum. Er is nauwelijks verkeer. We komen eindelijk overlanders tegen: twee Chinezen die per fiets op weg zijn naar Zuid-Afrika. Wanneer we onderweg even stilstaan om de kaart te bestuderen, stopt een boer die ons Nederlandse kenteken herkend heeft. Hij kweekt tomaten met expertise van een Nederlandse deskundige op zijn boerderij. We komen weer langs een stuk of vijf controleposten, maar die laten ons zo vlug doorgaan dat we niet eens aan het praten over voetbal toekomen, een standaard gespreksonderwerp. Nederlanders worden in Soedan niet geassocieerd met bloemen, zoals in veel andere landen, maar met melk en koeien. De rit gaat zo snel dat we proberen de dansende Derwishen te zien, maar we zijn toch te laat.
Wanneer we bij de National Camping in Khartoum aankomen stappen gaan daar net een stuk of zes bussen met Soedanezen naar binnen, later op de avond zien we nog zo'n groep komen. Ze verdwijnen naar een groot gebouw achter op het terrein; we hebben er verder geen hinder van. We beginnen de volgende dag met wassen en reparatieklussen. Wanneer we 's middags even weggaan voor boodschappen en Jan achteloos zijn arm op het middenconsole legt horen we een zachte krak: een barst in het display van de tablet die tot nu toe verreweg ons belangrijkste navigatiehulpmiddel geweest is. En wat nog erger is: een stuk van het touchscreen werkt niet meer, zodat hij alleen te bedienen is door hem voortdurend om te draaien; niet erg praktisch als hij tijdens het rijden in een frame boven de voorruit hangt. Dus naar de winkel. Voor Android hebben we keuze uit een Samsung Galaxy Tab 3. Het blijkt dat je in Soedan, net als in Iran, geen apps kunt downloaden, maar met enig trucwerk krijgen we hem toch aan de praat. Erna eerst naar de Keniaanse ambassade voor visa. We moeten op audiëntie bij de consul en die doet nog moeilijk, maar geeft uiteindelijk toestemming. Hij zal wel willen laten zien dat hij belangrijk is. Dan maken we een afspraak bij Toyota voor een tienduizendkilometercontrole voor we Ethiopië in gaan. Tenslotte hebben we een afspraak met Ahmed van Raidan Travel & Tours om de voorgeschoten kosten te verrekenen. Het voorschieten is volledig op vertrouwen gegaan, zonder enige garantie. Hij wil zelfs geen geld hebben voor de tijd die hij er zelf ingestoken heeft. We zijn er nog niet achter of posterijen bestaan en zo ja wat ze doen. We hadden al gelezen dat in Khartoum geen post berzorgd wordt en als we in het postkantoor een postzegel voor een ansichtkaart willen verkopen blijkt dat het postkantoor helemaal geen postzegels verkoopt. JeddahHet regelen van de overtocht naar Soedan gaat vlot; ik kies een ferry die over drie dagen na het avondgebed vertrekt. Ik moet wel al 's ochtends aanwezig zijn, dus het zal wel net zo'n loketjesdag worden als in Bandar Lengeh. Ik overnacht aan de corniche. Zoals steeds kun je de auto eigenlijk overal neerzetten om te overnachten, maar uiteindelijk zijn de Arabieren oorspronkelijk een volk van kampeerders. Omdat de temperatuur veel aangenamer is dan in Jeddah zijn hier overal picknickende gezinnen; het zijn niet de grote families die we in Iran en Oman zagen. Ik wordt aangesproken door een man in smetteloos wit met een gebedsmatje over zijn schouder die vraagt wat Dappere Dodo gekost heeft. Hij biedt direct 20% meer. Toch maar niet gedaan. Na een bezoekje aan de vismarkt (video) word ik benaderd door iemand van de "Tourism Committee" die vraagt of hij een kleine rondleiding mag geven. Dat mag hij. Jeddah ligt al eeuwen op een kruispunt van handelsroutes en is sinds de opkomst van de Islam een belangrijke tussenstop op de bedevaartsroute naar Mekka. In het oude centrum van Jeddah zijn huizen met fijne houten balustrades en balkons (coral houses), die echter heel erg vervallen zijn (video). Ze zijn van rijke families die nu buiten de stad wonen en ze aan gastarbeiders onderverhuurd hebben. Deze bouw bracht wat ventilatie en zorgde dat de bewoners naar buiten konden kijken zonder zelf bekeken te worden. Saoedi Arabië is bezig de huizen over te nemen en probeert Jeddah op de werelderfgoed te krijgen. Ik word rondgeleid door een van de huizen en door een klein museum. Daar hangt onder andere de traditionele kleding van de streek, wit voor mannen en vrouwen, ook voor op straat. Ik vraag waarom vrouwen nu allemaal de minder comfortabele zwarte kleding dragen; volgens hem geen verplichting, maar een uit Riyadh overgenomen gewoonte. Ik vraag ook hoe ze ooit het toerisme kunnen bevorderen als Saoedi Arabië zo karig is met visa. Volgens hem wordt het vanaf januari mogelijk toeristenvisa voor individuele reizigers te krijgen. Zijn we dan toch te vroeg geweest? Afgezien van de sluiers die bijna alle Saoedische vrouwen dragen is het straatbeeld meer gebalanceerd (video). In tegenstelling tot bijvoorbeeld Abu Dhabi zijn vrouwen volop aanwezig en kopen ze ook levensmiddelen. Buitenlandse vrouwen hebben meestal een zwarte habaya, soms met onbedekt hoofd, soms een gekleurde habaya of een lange blouse en rok. Winkels worden gerund door mannen, maar veel van de handeltjes op straat door vrouwen. Deze mannen zijn meestal buitenlanders, vooral uit Yemen en Soedan. De meesten werken al tientallen jaren in Saoedi Arabië en hebben vaak hun familie achter moeten laten. Ze werken dan een jaar in Saoedi Arabië en gaan daarna voor drie of zes maanden terug naar hun land. Ondat de moskeeën (hoeveel het er ook zijn) te klein zijn voor alle gelovigen worden grote gebedskleden uitgelegd op straat of nemen mensen hun eigen gebedsmat mee (video). 's middags ga ik even tanken. Dat kan alleen buiten de stad. Er zijn heel veel tankstations (ze moeten bijna geld toe krijgen bij de brandstof om bij deze dichtheid te kunnen renderen), maar die in de stad hebben geen diesel. Onderweg is er een geweldige hoosbui met onweer. Als ik terug kom op de plek waar 's ochtppere Dodo stond zie ik daar een auto met verbrijzelde voor- en achterruit en daarnaast een omgewaaide palmboom en lantarenpaal. Gelukkig dat Dappere Dodo op reis was. Ik zet de auto naast de moskee op het strand om wat klusjes te doen waarvoor ik water nodig heb (moskeeën hebben altijd toiletten en water). Na het vrijdagmiddaggebed volgt een bestorming door belangstellenden die zelden toeristen zien en zeker niet met zo'n rare auto; ik kan kaartjes gaan verkopen en krijg een "USB desktop aquarium" van een man. Later komt een vrouw een flesje parfum brengen. 's middags komt een gezin (man, vrouw, zes dochters - twee zoons zijn thuis gebleven) twee meter naast Dappere Dodo staan en gaat op een kleedje naast hun auto thee drinken en koekjes eten, zoals alle Saoedische gezinnen doen. De vader spreekt goed Engels en een dochter is lerares Engels, dus er is contact mogelijk, hoewel zich dat vrijwel beperkt tot de vader. Met Margriet erbij zou dat vast anders geweest zijn. Ik moet uiteraard alle meegebrachte lekkernijen proeven. Als ik vertel van de visumperikelen: "Bel mij de volgende keer, ik heb een vriend bij de ambassade in Turkije, die had het kunnen regelen." De dochters en echtgenote zijn volledig gesluierd. Ik krijg een Facebook-uitnodiging van de Engels sprekende dochter, met volledige profielfoto. Zou Saoedi Arabië een "Veilbook" hebben? De laatste dag in Jeddah is vooral wachten: ik moet om tien uur bij het reisbureau zijn om de papieren voor de overvaart naar Soedan verder te regelen, na het twaalfuurgebed is het manifest klaar en Dappere Dodo naar de haven, na het middaggebed begint de paspoortcontrole en na het laatste avondgebed vertrekken we. Er lijkt nog even een kink in de kabel te komen als bij de paspoortcontrole gevraagd wordt om een brief waar ik nog nooit van gehoord heb van het bedrijf dat geholpen heeft bij mijn zakenvisum, maar tenslotte mag ik het land uit. Ik mag Dappere Dodo niet zelf de boot oprijden en moet bij het de boot op gaan mijn paspoort afgeven. De totale kosten zijn € 340, inclusief € 20 voor de hut met douche/toilet. De boot, waarvan het restaurant ‘s avonds gesloten blijft, heeft een eerder leven in de Engelse wateren gehad. Ook vrachtwagens en bussen in Saoedi Arabië hebben trouwens heel vaak al rondgereden in Duitsland, Frankrijk of Spanje; de belettering van de vorige eigenaar zit er nog op. Suakin - SoedanWe arriveren om half een in Suakin. Mijn eigen inreis gaat vlot, het duurt uiteindelijk tot half zes eer Dappere Dodo de haven uit is. Om binnen te komen moet hij voor transit ingevoerd worden, maar zo dat we toch een paar weken kunnen blijven. Ik dacht dat het Carnet juist was om dit soort dingen simpel op te lossen, maar dat is vast te westers geredeneerd. Het blijft toch altijd een spel met hoge inzet waarvan je de helft van de spelregels kent en de regels tijdens het spel veranderen. Alles overwegend hebben we een goede route gevonden in vergelijking met de anderen die rond dezelfde tijd als wij vertrokken: we hebben redelijk aan de oorspronkelijke reisroute kunnen vasthouden, hebben relatief weinig uitgegeven aan boten en papieren en hebben Dappere Dodo niet bij enge vreemde mannen hoeven laten. Het allergrootste nadeel was dat Margriet niet mee kon door Saoedi Arabië. De drukte en de beesten op straat geven meteen een andere sfeer: dit is Afrika! Suakin is de oude haven (video). De veerboot komt er aan, maar al het vrachtverkeer gaat naar Port Sudan. Het heeft een leuke vissershaven en een "archeologische site", een stel afgebroken huizen die je kunt bekijken als je een kaartje koopt. Verder zijn de Afrikaanse straten en marktjes natuurlijk prachtig. Port SudanMaar we zijn nog niet klaar met de papierwinkel. Ik rijd naar Port Sudan. De weg door woestijnachtig gebied ligt bezaaid met flarden vrachtautobuitenband, hier en daar liggen kadavers en botten van aangereden kamelen, verspreid staan kleine houten huisjes en tenten. In Port Sudan rijdt een agent een paar uur met me mee van loket naar loket voor de paspoortregistratie en de route permit, die we uiteindelijk niet nodig blijken te hebben. Voor de moeite krijgt hij behalve geld ook een... USB Desktop Aquarium. De markt van Port Sudan is 's ochtends het levendigst (video). Niet alleen zijn er de vaste kramen, maar het grote open stuk in het midden is helemaal gevuld met kleden met daarop kleine stapeltjes handelswaar en eromheen mannen in witte en vrouwen in felgekleurde kledij. De verkoop wordt voornamelijk door mannen gedaan, behalve levende hanen, die worden alleen door vrouwen verkocht. Iemand vraagt naar mijn photo permit, die ik niet heb. Ik besluit er toch nog maar even actief achteraan te gaan. Met de kennis van de eerdere lokettenronde ben ik er nu snel achter waar ik moet zijn en kan hem twee uur later op komen halen. Het is opvallend hoeveel mannen in allerlei soorten uniformen rondlopen, veel meer dan we waar dan ook gezien hebben. Ik heb geen idee wat ze doen (niet veel in elk geval) of wat hun rol is. 's avonds is het oudejaarsfeest (video). Langs de boulevard liggen overal matten met groepjes mannen en groepjes vrouwen. Ze kletsen, drinken thee of doen een spelletje. Handelaars in van alles en nog wat hebben hun koopwaar uitgestald. Ik koop een kaartje voor een muziekvoorstelling. Het zit vol toeschouwers, maar aan mij is het niet besteed: het is heel statisch en de muziek is vooral hard. Om twaalf uur wordt er vuurwerk afgestoken. Ik zie niets van wensen, omhelzen en uiteraard helemaal niets van champagne of soortgelijke versnaperingen. Ik word aangesproken door een man die vertelt drie vrouwen te hebben, twee uit Soedan en één uit Yemen. Hij heeft lang op het vliegveld van Jeddah in Saoedi Arabië gewerkt maar is nu bezig met een carrièreswitch: hij heeft een aantal wonderen meegemaakt en daarom besloten dat hij profeet is. Zijn roeping wordt helaas noch in Soedan noch in Saoedi Arabië erg onderkend, zodat hij nog niet weet waar hij zich zal vestigen. KhartoumDe rit richting Khartoum begint zwaar bewolkt, maar zodra we de bergen over zijn is het strakblauw. Ik rijd door een vlakke zandwoestijn met bomen, her en der zijn dorpjes met lemen huizen of hutten van palen met textiel eroverheen. Het verkeer bestaat vooral uit oude vrachtauto's met dubbele aanhanger. Ook hier liggen overal stukken buitenband. Ik word een keer of vijf aangehouden voor controle, maar kan steeds zonder problemen doorrijden. Ik loop ook tegen de eerste bekeuring aan: 3,4 km/uur te hard gereden. Kosten € 10, nadat ik om een kwitantie vraag verlaagd tot € 5. Wanneer ik een overnachtingsplek ga zoeken rijd ik door een gebied zo vlak als de Noordoostpolder. Ik kan dus niet zo gemakkelijk een plek uit het zicht vinden en besluit daarom een dorpje binnen te rijden ( (video). Ik krijg publiek dat er uitgebreid bij gaat zitten om te kijken wat ik doe en dat ook weinig aanstalten maakt weer op te stappen. Een duidelijk andere benadering dan de landen waar we hiervoor waren. |
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|