Wat een landschappenWe vertrekken 's ochtends vroeg richting Chili omdat we niet alleen meer dan 400 km te gaan hebben, maar twee passen van 4200 m en een van 4800 m moeten nemen. We rijden vlot door kaal landschap met bevroren rivieren, langs grillige bergen, door zoutvlaktes en langs zelfs zandduinen. Het is strakblauw, maar de wind is snijdend koud. Wanneer we rond de middag in Jama bij de grens aankomen staat er een lange rij lege vrachtauto's. We rijden er langs richting douanegebouw, maar worden tegengehouden. De Jamapas is wegens sneeuw gesloten. Eerst is het bericht dat de pas om twee uur opengaat, daarna horen we dat hij de hele dag dicht blijft. Wat nu? Bij deze wind en temperatuur is in Dappere Dodo slapen geen aantrekkelijke optie, maar het eerste dorp is 175 km terug. We rijden langs de paar huisjes van het gehucht en vinden een hospedaje waar we een kamer kunnen huren. Het is kaal en onverwarmd, maar in elk geval beschut. We vragen ons af hoe mensen in zo'n troosteloze omgeving overleven: in ons "hotel/restaurant" een paar gammele tafeltjes met plastic kleedjes op een betonnen vloer met één peertje aan het plafond en een TV waar iemand voortdurend de zender verandert, er buiten kleine, vaak halfafgebouwde huisjes in een kale vlakte zonder enig groen waar een zandstorm overheen raast. Toch zien we spelende kinderen die lachend achter proppen papier aanrennen die door de wind weggeblazen worden. Na een matige nacht door een hobbelig bed, de gierende wind en last van de hoogte voor Margriet informeren we of de pas open is. Hij is nog dicht en het grenspersoneel is erg terughoudend met voorspellingen. We bereiden ons voor op nog een dag in de snerpende wind als we plotseling horen dat de pas open is. We stormen naar het douanegebouw en hebben ondanks de drukte van alle gestranden in een half uur alle stempels. Dan de volgende vraag: hoe zal Dappere Dodo zich gedragen op de klim naar meer dan 4800 m; zo hoog zijn we nog nooit met hem geweest. Grote hoogtes is niet het sterkste punt van ons type LandCruiser. En dat gaat eigenlijk heel goed; wel tergend langzaam (15 km/u, eerste versnelling) wanneer het serieus stijgt op grote hoogte en op 4800 m niet sneller dan 60 km/u op vlak terrein, maar hij stottert nauwelijks en rookt niet. Het is overigens een raadsel waarom de pas gesloten was, er ligt nauwelijks sneeuw. Net na de middag zijn we in San Pedro de Catagama, een schilderachtig hoewel toeristisch plaatsje heerlijk in de zon. We blijven in totaal ongeveer anderhalve week in San Pedro de Atacama, zoveel is er te doen in de omgeving. Ook komen we regelmatig leuke andere overlanders tegen. We zien woestijnlandschap waar wekelijk niets groeit, met rotsstructuren zoals die op de maan zouden kunnen voorkomen, bergen die met poedersuiker bestrooid lijken en vulkanen op de achtergrond die zo uit het boekje komen (Valle de la Luna en Valle de la Muerte), een opgraving van eerste bewoners uit de periode 500 v. Chr. tot 800 met twee gereconstrueerd woningen die sprekend op hedendaagse Afrikaanse hutten lijken (Tulor ), de ruïne van een groot, door de Spanjaarden gebouwd fort (Quitor), een zoutvlakte met lagunes met flamingo's tegen een achtergrond van vulkanen (Salar de Atacama), acht thermische baden met een temperatuur tussen de 28 en 38 graden in een kloof tussen de rietpluimen (Termas de Puritama), een kloof met rotsstructuren in allerlei kleuren en vormen, vooral rood en groen (Arco Iris), rotsen met mooie petroglyfen, helaas zonder enige uitleg en het op twee na grootste geiserveld ter wereld dat vooral 's ochtends spectaculair is en waarvoor we twee keer om half vijf ons bed uit moeten omdat het toerbusje de eerste keer niet komt opdagen (El Tatio Geiser Field). We dubben over de verdere route: zelf de Lagunas route in Bolivia rijden, met een trip meegaan, een andere route kiezen. Hoe gaat het slapen op grote hoogte met veel wind? Zijn er aanvaarbare hotels? Moeten we een keer proefkamperen op vierduizend meter om te kijken hoe het met de de kou gaat? We hebben toen we naar Nederland gingen onze slaapzakken omgeruild voor ons dekbed, maar we weten nu dat we beide nodig hebben. Na praten met veel andere overlanders besluiten we om slaapzakken te kopen, zelf de trip te maken en niet meer te gaan proefkamperen. Hoewel je maanden van te voren moet inschrijven voor een bezoek aan ALMA, het grootste radiotelescoopsysteem ter wereld, kun je vaak toch mee zonder aanmelding met de rondleidingen die twee keer per week gegeven worden, omdat mensen niet komen opdagen. ALMA richt zich op het microgolfgebied. Om te voorkomen dat alle straling door waterdamp geabsorbeerd wordt is een droge, hoge plek nodig. De Chileense Atacamawoestijn, de droogste woestijn ter wereld, is daarvoor een uitstekende plek. Het samenwerkingsverband tussen Europese, Noordamerikaanse en Japanse astronomieorganisaties heeft 66 radiotelescopen op 5500 meter hoogte en een operationeel centrum op 2900 meter hoogte. We bezoeken het laatste. Afhankelijk van de gewenste metingen kunnen de meeste radiotelescopen in verschillende configuraties opgesteld worden; ze worden met twee enorme voertuigen naar boven gesleept en verplaatst. Een radiotelescoop en een verplaatsingsvoertuig kosten elk ongeveer vijftigmiljoen dollar. Nog een nare ervaringOp de dag dat we 730 dagen dus precies twee jaar op reis zijn gaan we naar Calama om voorraad in te slaan voor we naar Bolivia gaan en om de grootste open mijn ter wereld te bezoeken. Maar wat een mooie dag had moeten zijn ontwikkelt zich dramatisch. Terwijl we in een grote supermarkt zijn om boodschappen te doen wordt ingebroken in de auto, hoewel we volop in het zicht staan en er bewaking op de parkeerplaats is. We hebben de meeste waardevolle dingen weggeborgen, maar de schade is toch een videocamera, een verrekijker, een GPS-communicatieapparaat en papieren. We besteden de middag aan de politie en regelen van papieren. Een slot voor is geforceerd, maar de auto kan gelukkig nog dicht, want de levertijd bij Toyota in Chili van een nieuw slot is dertig dagen. We besteden de volgende ochtend aan het herstellen van de door de inbraak aangerichte schade: documenten regelen, zonder succes kijken of het slot gerepareerd kan worden, met matig succes een nieuwe videocamera zoeken. We zijn blij als we uit Calama weg kunnen, terug naar San Pedro. Het is hartverwarmend hoe we daar op de camping ontvangen worden. Een hartige ritNa anderhalve week nemen we afscheid van San Pedro de Atacama en ook van Chili. We gaan via de Lagunas Route Bolivia in met lagunes in verschillende kleuren, geysers, woestijn met rotsen die aan een schilderij van Dalí doen denken en overal besneeuwde toppen. De Laguna Verde is door algen lichtgroen, de Laguna Blanca is wit door de Borax. Dappere Dodo verstigt zonder problemen een nieuw record: 5040 meter. De volgende dag start Dappere Dodo ondanks de kou en de hoogte vrijwel direkt. We proberen voor het eerst de standkachel voor de motor. Die lijkt behalve veel lawaai en rook ook warmte voor de brandstof te geven, maar of het helpt bij het starten? We rijden langs lagunes met water en ijs, waarin we heel vaak flamingo's zien. We zien weer fantastische rotsstructuren waaronder de "boom van steen". De weg wordt ronduit erbarmelijk, met grote keien, diep wasbord en zand; bijna net zo slecht als de ergste stukken in Afrika. We doen de hele dag over 116 km. Maar Dappere Dodo laat zich niet kennen, zelfs niet op deze hoogte. Het laatste stuk naar Uyuni is de weg veel beter en kunnen we meer ontspannen om ons heen kijken naar de natuur die blijft verbazen. Het is een leeg land, afgezien van een enkel stoffig dorpje. We zien in Uyuni de verschillen met Chili en Argentinië: de vrouwen met hoeden en lange, wijde rokken, de kleine, rommelige winkeltjes die per soukh georganiseerd zijn, de vrouwen die voor de deuren van de kantoortjes die buskaarten verkopen hun maatschappij staan aan te prijzen (video). We gaan eerst langs bij de plaatwerkerij die ook sloten repareert. Helaas is er geen nieuw slot voor de LandCruiser 70 (je ziet vooral heel veel 80 rondrijden), daarom wordt het oude slot onder handen genomen. Drie uur later en twintig euro armer kunnen we het slot weer met de sleutel open en dicht doen, maar het is een provisorische oplossing. Daarna is weer tijd om te toeristen. Eerst naar het treinenkerkhof. Uyuni was vroeger een belangrijk spoorknooppunt tussen Chili en Argentinië, maar dat werd met het uitgeput raken van de mijnen vergane glorie. Daarom ligt nu een grote verzameling locomotieven en wagons te verroesten op het treinenkerkhof net buiten de stad. Daarna naar de Salar de Uyuni, de grootste zoutvlakte ter wereld ( denk aan 150 km x 100 km). Het is een gigantische, spierwitte vlakte met alleen wat bergen op de achtergrond waar ieder gevoel voor afstand verloren gaat (video). Je kunt in principe overal rijden, maar loopt op sommige plekken het risico in de modder te belanden; daarom volgen we de gebaande sporen. We stoppen bij "eiland" Incahuasi, een plek vol fantastische cactussen en met een geweldig uitzicht over de salar. Wanneer we arriveren staan er tientallen LandCruisers van touring companies, maar als de zon ondergaat zijn we alleen. De volgende dag rijden we een klein stukje naar de rand van de zoutvlakte; we kamperen op een berg met een prachtig uitzicht over de Salar. We bezoeken mummies van 700 jaar oud en Jan klimt 500 meter naar een uitzichtspunt. Spaanse lesWe vieren onze drieëndertigjarige trouwdag in Potosí. Potosí is de hoogste stad ter wereld, op bijna 4100 m. Het dankt zijn bestaan aan de Cerro Rico, een berg waar in de tijd van de Inca's en Spanjaarden geweldige hoeveelheden zilver gevonden werden. Het zilver is inmiddels uitgeput. Er wordt nog wel steeds tin gewonnen, onder erbarmelijke en gevaarlijke arbeidsomstandigheden, iets wat de mijnwerkers volhouden op coca (legaal in Bolivia en Peru; we krijgen vaan cocathee aangeboden tegen hoogtehoofdpijn), alcohol en zware shag. Ook kinderarbeid komt nog voor. Door de rijkdom van het zilver staat Potosí vol meestal goed onderhouden koloniale gebouwen. Het is een leuke plaats om door te wandelen met een mooi centraal plein, maar de roetwolken uitbrakende stadsbusjes die tegen de hellingen opzwoegen doen daar afbreuk aan. Het valt op dat alles in souks georganiseerd is: een straat met installatiemateriaal, een straat met advocaten, vier winkels met verjaarstaarten naast elkaar. Overal zien we vrouwen met traditionele groete hoeden en een bontgeweven zak op hun rug. Sucre, onze volgende bestemming, ligt ongeveer 1400 meter lager dan Potosí en dat heeft aangename gevolgen voor de temperatuur. We doen nog een week Spaans om meer praktische vaardigheid te krijgen. Sucre is daarvoor een prima plaats: het Spaans is meer standaard Spaans dan in Argentinië, het is een fijne plek om langer te zijn en een semi-privécursus (een leraar voor ons beiden) is relatief goedkoop. 's ochtends les en 's middags huiswerk maken en dingen in de stad doen. We gaan onder andere naar de twee grote en ontzettend kleurrijke markten (video), het Museo Nacional de Etnográfica y Folklore, met een interessante maskerverzameling, het "Fiesta de San Juan", een soort midwinterfeest, het Museo del Tresor over de winning en verwerking van zilver, goud en edelstenen en het museum voor inheemse kunst met verbazingwekkend verfijnde technieken van weven. De laatste dag in Sucre gaat Margriet een cursus bandweven doen en volgt Jan nog een extra les Spaans. Het slot wordt gerepareerd dooe een bedrijf dat naar ons toekomt op de camping. Tarabuco ligt ongeveer 60 km van Sucre en kan het best met een georganiseerde trip bezocht worden. Op zondag is er een grote markt waarvoor mensen uit de omliggende dorpen komen, die vaak allee Chuequa spreken. We zien meer verschillende klederdrachten dan we sinds lang gezien hebben, ook van mannen. Het is een toeristische trekpleister, maar veruit de meeste mensen zijn Bolivianen. Op het centrale plein zijn vooral stalletjes met eten, eromheen textiel en verder weg allerlei andere spullen die vaak door middel van ruilhandel van eigenaar verwisselen. Na tien dagen Sucre gaan we door richting La Paz. We nemen de kortste route. Die blijkt een heel stuk onverhard te zijn. Bovendien wordt over een grote afstand aan de weg gewerkt, zodat we langzaam opschieten en moeten overnachten in een vriendelijk herdersdorpje. De volgende dag plukken we eindelijk de vruchten van al het werk aan de weg. In Oruru lopen we tegen een van de beruchte Boliviaanse wegblokkades aan. Een bekende protestmethode is om steden totaal te isoleren door middel van wegblokkades die zonodig met geweld in stand gehouden worden als regeringsbeleid of gebrek daaraan de bevolking niet aanstaat. Aangezien de regering veel van zijn beloftes niet nakomt gebeurt dat regelmatig. We hebben verhalen gehoord van mensen die zonder eten en drinken een week in een bus vastzaten (er wordt overigens bij de blokkades dan wel wat verkocht). Wij hebben geluk: de blokkades zijn op punten die het mogelijk maken om via achterafweggetjes door de stad heen te komen. Die ziet er sowieso niet aangenaam uit: zodra je van de hoofdweg af bent zijn de wegen hobbelige modderpaden, zelfs in de droge tijd. Wat een bende zal het zijn in de regentijd. De camping bij La Paz is een vezamelplaats voor overlanders, we zijn met zijn zevenen, behalve wij drie Duitste auto's, twee Zwitserse en een uit Estland. De Est en een van de Zwitsers hadden we al eerder ontmoet. 's avonds gaan we met de meesten uit eten. Het is gezellig om weer eens anderen te spreken. In La Paz is de garage van Ernesto Hüg, een Zwitser die goed bekend staat. Net als ongeveer iedere overlander die in de buurt is gaan we bij hem langs. Hoewel er geen echte problemen zijn en Dappere Dodo zijn standaard beurten bij Toyota gehad heeft lijkt een algehele controle ons nuttig. De Toyotagarages doen meestal wat in het boekje staat, maar kijken niets verder; bovendien horen we rammeltjes die we eerst niet hoorden. Hij stelt voor de lagers van de voorwielen en een deel van de vering te vervangen waarbij we moeten rekenen op een week werk. Gedurende die week kunnen we overnachten in Dappere Dodo in de garage. We besluiten om nog wel een second opinion aan te vragen bij all American Imports, onze garage in Nederland, en andere overlanders met veel kennis van de LandCruiser. We worstelen ons La Paz uit langs een miljoen busjes die overal stoppen om passagiers op te pikken of uit te laten, walmende vrachtauto's en bussen en hobbelen over verraderlijke verkeersdrempels. We zijn langzamerhand ook toe aan het projekt tanken. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar omdat in Bolivia de autobrandstof gesubsidieerd wordt moeten buitenlanders een hogere prijs betalen en mogen niet alle tankstations aan buitenlanders verkopen. Bovendien is de kwaliteit van de diesel niet geweldig. We hebben in Chili zo vol mogelijk getankt, zodat we 350 liter hadden. Daar hebben we tot nu toe mee gedaan, maar we willen aanvullen. Het gaat eigenlijk nog vlot. Het eerste tankstation weigert omdat het geen systeem heeft voor buitenlandse auto's, met de tweede kunnen we een prijs onderhandelen. Kleine tankstations buiten de stad zijn het meest kansrijk, omdat daar geen camera's hangen. Tiwanaku is een een opgraving van een van de oudste gevonden steden in Zuid Amerika. Er zijn vijf beschavingen geweest, de eerste vanaf ongeveer 1500 v. Chr. De structuur is goed te zien en er zijn mooie beelden gevonden, maar helaas is er nauwelijks informatie. Daarna gaan we door naar Puno aan het Titikakameer in Peru. De grensovergang is bij een stadje met het Boliviaanse deel aan de ene kant van de rivier en het Peruaanse aan de andere. We zijn er gelukkig niet op vrijdag, want dan is er markt en is er nauwelijks door te komen. Een bliksembezoek aan PeruWe gaan met een colectivo (een van die kleine busjes die altijd zo in de weg rijden) vanaf obze camping buiten de stad naar Puno. Op het centrale plein is een parade aan de gang van militairen, politie en allerlei organisaties. De parade wordt iedere week gehouden, steeds voor andere organisaties. Militairen marcheren weg met gestrekte benen (iets wat schoolkinderen na proberen te doen), maar op een ongecoördineerde manier waarmee ze in Noord Korea zeker niet weg zouden komen (letterlijk). Daana maken we een tochtje naar Uros waar de drijvende eilanden liggen. De eilanden werden in het verleden gebouwd door mensen die oorlogsgeweld op de vaste wal probeerden te ontvluchten. Ze werden gemaakt van riet. Ze liggen in beginsel verankerd, maar kunnen verplaatst worden. Het is een ontzetten commerciële vertoning, maar wel leuk. 's avonds gaan we uit eten om te vieren dat we veertig jaar bij elkaar zijn. Sallustani is een opgraving van goed bewaard gebleven graftorens. Verschillende volkeren in de precolombiaanse tijd hadden de gewoonte hun overledenen in een graftoren te stoppen met allerlei spullen die in een volgend leven van pas zouden komen. Het is verbazingwekkend hoe goed grote blokken steen passend gemaakt werden. Vlak erbij is een lagune met meer vogels dan we lang gezien hebben.
0 Comments
|
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|