BurundiVoor Burundi hebben we een doorreisvisum. Dat betekent dat we in drie dagen weer het land uit moeten zijn. De grensovergang is de snelste die we sinds Europa meegemaakt hebben: in een half uur zijn we erdoor. Burundi heeft een geschiedenis die vergelijkbaar is met Rwanda. Een belangrijk verschil is dat in Burundi de Tutsi-minderheid, die zag wat in Rwanda gebeurde, met veel geweld en honderdduizenden doden aan de macht bleef door controle over leger en politie te houden. Er werd een akkoord afgesloten in 2005, maar opstandige groepen bleven actief tot 2009. Burundi heeft dus veel minder tijd gehad om zich te herstellen dan Rwanda, terwijl ook de leiding van het land als minder krachtig ervaren wordt. Burundi is een van de armste landen van de wereld en een van de dichtstbevolkte van Afrika. Het landschap is minder gecultiveerd dan in Rwanda. Wanneer we naar Bujumbura, de hoofdstad van Burundi, rijden zien we overal grote stapels bakstenen langs de weg die die mensen thuis bakken en verkopen. We zien fietsen zuchten onder hoge stapels dakpannen en stenen en ook fietsers die levensgevaarlijke capriolen uithalen door met de benen aan een kant van de fiets zich te laten voortrekken door een vrachtauto die met zestig km/uur van de berg afraast. We zien dan ook een fiets op straat liggen met een auto ernaast, waarvan de voorruit verbrijzeld is. Blijkbaar is er een fietser doorheen gegaan. Ook wij hebben opeens twee fietsers aan de auto hangen zonder dat we het direct merken. Lokaal geld regelen is plotseling lastig. Pinautomaten die volgepakt zijn met VISA-stickers weigeren onze kaart. Wanneer we bij de bank dollars willen wisselen wordt ons gevraagd waarin. Als we zeggen Burundische Francs te willen worden we aangekeken alsof we komen informeren hoe we de bank het beste kunnen beroven. Overigens worden we later wel voortdurend door wisselaars aangesproken en vinden we als we in een plaatsje buiten Bujumbura willen wisselen een kruidenier die dat probleemloos doet. We overnachten bij een hotel aan Lake Tangayika. Het is een ansichtkaartenplaatje met hagelwit zand en palmen. We spreken er met Elias, een afgestudeerd jurist, die nu noodgedwongen als receptionist werkt bij het hotel waar we staan, omdat in Rwanda nauwelijks banen zijn voor hoger opgeleiden. Hij wil weten wat er in Nederland voor ongeschoold werk is. We leggen uit dat dat er door de hoge lonen heel weinig is. Hij kan zich niet voorstellen dat een pompstation door een persoon gerund wordt en dat niet zoals in Burundi bij iedere pomp een mannetje zit te wachten tot er een klant komt. Een van de weinige bezienswaardigheden in Bujumbura is de centrale markt, maar helaas, hij is niet meer. Het immense gebouw staat leeg met een ingestort dak, eromheen zijn kleine handeltjes. Er lopen vooral mannen zonder iets omhanden. Wanneer we verder rijden richting Tanzania zien we armoede zoals we die alleen in India gezien hebben: oude, vuile kleren, heel veel mensen zonder schoenen, mensen die etensresten uit de vuilnisbelt vissen, de vrouw met een tweeling - een kind in de in de draagdoek en een op de schouders, en veel bedelaars. In de dorpen waar we doorheen komen is het razend druk, het is onduidelijk wat iedereen doet. Er zijn verbazingwekkend weinig dieren: al het transport gebeurt met fietsen, duwen naar boven en racen naar beneden, nergens zijn last- of trekdieren. Ook koeien, geiten en schapen zijn er nauwelijks. Het laatste stuk weg naar Ruyigi, waar we overnachten lijkt op een proeftraject van de lokale Rijkswaterstaat: iedere honderd meter wisselt het wegdek tussen asfalt, asfalt met gaten, wasbordweg, grindweg en grindweg met kuilen; erg opschieten doet het niet. 's avonds gaan we eten in het restaurant van de camping. Het biertje wordt na betaling van een voorschot bij de winkel aan de overkant gehaald, de kip heeft een zodanig lang en bewogen leven achter zich dat Margriet besluit alsnog zelf te koken. De weg vanaf Ruyigi de volgende dag is perfect en ongetwijfeld door Fransen aangelegd met verkeers- en plaatsnaamborden in honderd procent Franse stijl, inclusief "Rappel". We ontdekken dat onze kaarten het niet eens zijn of er een voor buitenlanders bruikbare grensovergang is op de plaats die wij gepland hebben. We nemen het zekere voor het onzekere en rijden om naar een andere overgang. Het is een mooi, rustig traject. In een uur zijn we probleemloos de grens over. TanzaniaWe hebben geaarzeld of we Tanzania uitgebreid zouden bezoeken of via de kortste weg naar Malawi zouden gaan. Volgens wat we gehoord en gelezen hebben zijn de wegen slecht, de parken duur, de snelheidscontrolers bericht en is de politie corrupt. Bovendien liggen de bezienswaardigheden verspreid over het land, dus dat betekent veel kilometers in een groot land als Tanzania. We kiezen ervoor om Tanzania wel uitgebreid te bekijken en de ervaring die we hebben nu we het land vsn west naar oost doorkruisd hebben van tweehonderd procent mee: we hebben op het hele traject op de doorgaande wegen 40 km niet-geasfalteerd gehad en daar werd hard aan gewerkt; volgend jaar ligt ook daar asfalt. Het wegdek was meestal nieuw en van uitstekende kwaliteit. We zijn maximaal een keer per dag door politie aangehouden, meer uit nieuwschierigheid dan om andere redenen, en konden dan na een vriendelijk gesprekje altijd direct doorrijden. We hebben nog niets van de beruchte snelheidscontroles gemerkt, maar letten toch supergoed op onze snelheid. Dat is niet altijd eenvoudig omdat er vaak wel borden staan waar een maximum snelheid begint, maar niet waar hij eindigt. We zijn niet één geval van corruptie tegengekomen. MwanzaDe eerste nacht in Tanzania overnachten we bij een missiepost, de dag erop rijden we naar Mwanza (video) aan het Victoriameer; bij de Yacht Club vinden we een prima plek, direct aan een baai van het Victoriameer. Zoals altijd in een nieuw land moeten we ons even organiseren: geld pinnen, SIM-kaartje kopen, voorraden aanvullen. Tanzania lijkt meer op Kenia dan op Rwanda of Burundi, het is vrolijker, levendiger en rommeliger. Er wordt wel veel minder Engels gesproken dan in Kenia. Vlakbij Mwanza is het Bujora-Sukuma-museum, waar de cultuur van de Sukuma, de grootste stam van Tanzania, getoond wordt (video). Er zijn allerlei parallellen met een Nederlands openluchtmuseum, wat het voor Margriet extra interessant maakt. De dansen, waarbij levende pythons gebruikt worden, zijn belangrijk in de cultuur. Bijzonder is het tellen in de taal van de Sukuma: mannen, vrouwen, volwassenen, kinderen en verschillende beroepsgroepen gebruiken allemaal verschillende woorden om van een tot tien te tellen, er zijn wel twintig manieren. We willen een tochtje maken naar Saane-eiland, vijf minuten varen vanaf onze kampeerplaats, maar het blijkt dat de prijs van varen plus toegang gestegen is van € 0,90 naar € 70. Het is een opgekrikte voormalige dierentuin waar nu een Nationaal Park van gemaakt is; leuk om te wandelen, maar zeker geen park zoals we dat in Tanzania verwachten. We zien er dus maar van af en rijden daarom verder richting kust. Naar het oostenHet landschap wordt duidelijk droger, soms met grote velden, veel ook onbewerkt. We zien weer Masai, nu ook vaak op de fiets. Lake Kitangiri is een van de belangrijkste vogelmeren van Tanzania. Er zijn inderdaad veel vogels, maar ze zitten te ver weg om ze goed te kunnen onderscheiden. Bij de meren rond Singuda, onze volgende overnachtingsplek, hebben we meer succes. De bestemming daarna is de rock art van Kondoa. De weg erheen is weer prima, behalve het laatste stukje. Maar daar staat dan ook een grote Chinees fabriek naast, dus binnenkort ligt hier ook asfalt. We vinden een prachtige camping in de bergen (Amarula Camp). De rotstekeningen bij Kondoa, een UNESCO site, zijn teruggevonden over een heel groot gebied en zijn tussen de zesduizend en achthonderd jaar oud (video). Er zijn taferelen met giraffes, elanden en andere dieren, mannen met wapens, groepjes vrouwen en nog veel meer. De figuren zijn vaak gestileerd met onnatuurlijke lichaamsverhoudingen. We bezoeken met een gids drie van de tientallen plaatsen waar rotstekeningen gevonden zijn. Daarna gaan we door naar een camping net buiten Tarangire National Park. Tarangire National ParkWe hebben besloten Serengeti en de Ngorongoro-krater over te slaan en in plaats daarvan naar parken te gaan die minder gehypt worden en veel goedkoper zijn, maar net zo mooi. Het eerste daarvan is Tarangire. Dat ligt net ten zuidwesten van Serengeti/Ngorongoro/Masai Mara en hoort bij hetzelfde ecosysteem. In Tanzania wordt de parktoegang per 24 uur, niet per dag gerekend. Door om één uur het Tarangire-park binnen te gaan kunnen we het bezoek over twee dagen verdelen. Dat is veel prettiger dan één heel lange dag. We betalen $40 voor de auto en $45 per persoon. Het is een prachtig park: landschappelijk is het erg mooi met veel boababs. Er zijn heel veel dieren, in het bijzonder kuddes wildebeesten, zebra's en olifanten. Vooral de bij de rivier drinkende olifanten zijn bijzonder. Het nu overigens duidelijk vakantieseizoen, behalve 's ochtends heel vroeg rijden LandCruisers 70-serie (het lijkt soms of andere auto's niet worden toegelaten en Dappere Dodo voelt zich er prima tussen) van safaribedrijven met groepen toeristen. Lake Eyasi en stambezoekWanneer we verder rijden richting Lake Eyasi komen we weer een keer Pim tegen, die met Job en Marie-Fleur, twee Nederlanders die hij in Oeganda ontmoet heeft, onderweg is naar de kust. Het is de route van de grote parken naar Arusha en dat is duidelijk te merken aan de agressieve manier waarop we benaderd worden door de aanbieders van allerhande goederen en diensten. Lake Eyasi is een ondiep meer dat in de regentijd volloopt. Doordat de waterafvoer alleen door verdamping gebeurt is het water zo brak, dat het niet als drinkwater bruikbaar is, en ligt rondom het meer in de droge tijd een kale zoutvlakte. We gaan er vooral heen on twee traditioneel levende stammen te bezoeken. Als eerste bezoeken we een Datoga-familie (video). De Datoga zijn herders, die op Masai lijken. Een familie heeft een erf omheind met acacia met daarop een paar huisjes. Er woont één man met zijn vrouwen (het zijn polygamisten) en ongetrouwde kinderen. De kinderen gaan niet naar school, maar leren alleen hoe ze vee moeten hoeden. De mannen hebben dekens om zoals de Masai, de vrouwen dragen een dierenhuid. De voeding bestaat uit Ugali (maispap), melk en vlees, geen groente of fruit. We begrijpen niet hoe ze met dit dieet gezond kunnen blijven. Er zijn helemaal geen moderne voorwerpen. De stam kiest heel bewust voor deze manier van leven en heeft heel consequent geweigerd om zich aan te passen, bijvoorbeeld door westerse kleding te dragen. Hoewel een bezoek als dit per definitie heel toeristisch is en natuurlijk het obligate dansje opgevoerd moet worden, is het toch leuk. Ook ons worden vragen gesteld en voor het eerst in Afrika komt ons boekje met familiefoto's weer eens tevoorschijn. Op bezoek bij een jagers-/verzamelaarsstamHet bezoek aan de tweede stam, de Hadzabe, is een van de absolute hoogtepunten van onze reis tot nu toe (zie videoclip). De Hadzabe is een van de laatste jagers/verzamelaarsstammen in Afrika. Nog voor het licht is racen we achter onze gids aan over zandpaden, grindwegen en door rivierbeddingen. Als we aankomen treffen de mannen van de stam de laatste voorbereidingen voor de jacht met pijl en boog met vergiftige pijlen. De vrouwen zitten in hun eigen groepje met de kleine kinderen. We zien geen kinderen in de puberleeftijd, die zijn water halen. Wij gaan met de mannen mee het veld in. In het eerste uur vangen de vijf mannen met hun honden niet meer dan een kleine duif. Daarna splitst de groep zich. Wij gaan met een man mee verder op vogeljacht, de anderen volgen het spoor van een Kudu. "Onze" man eet eerst de duif op en schiet vervolgens nog een fazant. Die gaat, doorboord met pijl, fladderend op een tak zitten en kan dan gepakt worden. Daarna bijt de Hadzabe-man hem dood. Wanneer we terug zijn bij het kamp blijkt dat de andere mannen ook een fazant en nog iets kleiners gevangen hebben. De kudu is niet gevonden. Het kamp bestaat uit een paar plekken waar vuur gestookt wordt en wat gelooide huiden onder overhangende takken die als slaapkamer gebruikt worden. Ernaast wordt 's nachts een vuur gestookt tegen de kou. De Hadzabe zijn nomaden, die helemaal buiten leven: ze bouwen geen hutten en hebben nauwelijks bezit, alleen een paar pannen. De kleding bestond oorspronkelijk uit huiden, nu is het een mix met westerse kleding die toeristen achtergelaten hebben. De kinderen gaan niet naar school, maar leren al vroeg de vereiste overlevingsvaardigheden: we zien een kind van drie een van de gevangen vogels plukken, terwijl een iets ouder kind speelt dat het pijlen maakt. De vrouwen wachten af waar de mannen mee terug komen van de jacht. Als het veel is gaan ze de vangst klaarmaken als het weinig is trekken ze er zelf op uit om vruchten etc. te verzamelen; ze eten onder andere boababvruchten en aardappelen. De stam van nu nog zevenhonderd tot duizend mensen, komt oorspronkelijk uit zuidelijk Afrika en spreekt een zogenaamde kliktaal. De groep wordt kleiner omdat de drie á vier kinderen die ieder gezin krijgt niet voldoende zijn om de groep op pijl de houden gezien de kindersterfte door ontbreken van medische voorzieningen. De stam mag in Tanzania overal buiten de parken en andere beschermde gebieden jagen. Een groep zoals wij die gezien hebben bestaat uit een stuk of vier gezinnen. De Hadzabe zijn monogaam. Tot onze verbazing zien we niets van westerse invloed, hoewel de stam volgens de gids wekelijks door toeristen bezocht wordt; de mannen accepteren dat wij achter ze aanhobbelen tijdens de jacht en doen verder gewoon hun ding. Van de toegang tot het dorp die we hebben moeten betalen koopt de organisatie die de bezoeken arrangeert mais voor de groep. Er wordt bewust in natura betaalt: de Hadzabe komen niet in het dorp en het is waarschijnlijk ook een manier om de alcoholproblemen die bij vergelijkbare groepen ontstaan zijn te voorkomen. Wanneer we verder rijden komen we nog langs een kleurrijke nomadenmarkt. Op de camping in Arusha ontmoeten we een Belg van 69 die met rugzak, tentje en vouwfiets door Afrika trekt. Usambara-bergenDe volgende dag trekken we verder richting kust. We komen in de buurt van de Kilimanjaro, maar het is meer de Kilimanwaro: op de plaats waar hij zou moeten liggen hangt alleen een dikke laag wolken. Het is duidelijk dat we in een toeristisch gebied zitten: we kunnen niet alleen goed bruin brood kopen, maar in de winkel zelfs kiezen tussen De Ruyter- en Venz-hagelslag. Na een stop bij een lokale markt (video) kunnen we voor het laatste stukje weg naar onze volgende bestemming, de Usambara-bergen, volgens Open Street Map kiezen tussen een korte dunne gele weg en een langere, iets dikkere. We kiezen voor de korte. Wanneer we ons met moeite via een onverhard, smal, hobbelig pad naar boven geworsteld hebben blijkt dat de langere weg een keurige asfaltweg is. We hadden weliswaar een prachtig uitzicht, maar als je voor donker op de camping wilt zijn ben je toch niet blij. We maken de volgende dagen wandelingen in de omgeving (video). Het is mooi, maar men is hard bezig grote stukken te cultiveren. Dat is begrijpelijk, mensen moeten tenslotte eten en Tanzania scoort slecht als het gaat om voldoende en goede voeding, maar de stompen van dikke bomen in een veld dat kaal gebrand wordt hebben toch iets troosteloos als je beseft hoe mooi het bos geweest is. De stukken bos die er nog staan zijn een interessante combinatie van tropische planten en Europees aandoende alpine begroeiing. De gemeende hartelijkheid van de mensen is opvallend. Wanneer we de laatste dag via een omweg door een forest reserve het gebied verlaten zien we nog een rufous-winged sunbird, een zeldzame endemische vogel. De kustWe rijden naar de kust en vinden een prachtige plek direct aan het water bij Beach Crab Resort. We ontmoeten Gerrit uit Zuid Afrika weer die we ook in Lasotho al gezien hadden. Het wordt een gezellig en leerzame avond. De volgende dag is een lekkere luierdag, lezen onder de luifel direct aan het palmenstrand en verder niets.
0 Comments
RwandaRwanda is een bijzonder, in sommige opzichten haast een onafrikaans land. De wegen zijn goed, bijna nergens ligt rommel, het openbaar groen is verzorgd en overal zien we veldjes waarop mannen en vrouwen met elementair gereedschap aan het werk zijn. 85% van het land is gecultiveerd en een gezin heeft gemiddeld 0,5 ha. Hoewel de leiding van het land niet democratisch is bestaat veel bewondering woon de manier waarop Rwanda bestuurd wordt en voor wat is bereikt na de genocide. De genocideHet Genocide Memorial Centre in Kigali, het Genocide Memorial in Nyamata en dat in Murambi zijn geen toeristische highlights, maar bezoek aan een Memorial moet wel onderdeel van ieder bezoek aan Rwanda zijn. Het Genocide Memorial Centre is aangrijpend. Op een indrukwekkende manier wordt verteld hoe de drie stammen, de Hutu's, de Tutsi's en de Twa, die harmonieus samenleefden terecht kwam in een genocide die als doel had de Tutsi's, de economisch bovenliggende groep die zo'n twintig procent van de bevolking uitmaakte, volledig uit te roeien. De koloniale machten en de internationale gemeenschap speelden hierin een belangrijke rol. In de Rwandese geschiedschrijving wordt de schuld volledig bij de koloniale mogendheden, vooral België en Frankrijk, gelegd. Ze stigmatiseerden door het verspreiden van persoonsbewijzen met vermelding van ras, deelden willekeurig in ras in (families met meer dan tien koeien zijn Tutsi's, de anderen Hutu's), trokken na een incident de VN-vredesmacht grotendeels terug op het moment dat hij versterkt had moeten worden, reageerden niet op alarmsignalen over de ernst van de toestand en bleven een regering steunen die de genocide tot doel had. Niet alleen het moorden, maar ook de manier waarop is nauwelijks te bevatten. Mensen werden verminkt met elk wapen dat te vinden was en werden gedwongen toe te zien hoe hun ouders, kinderen en geliefden werden gedood. Niemand werd ontzien, tot babies aan toe. Vrouwen werden bewust verkracht door seropositieven. Gematigde Hutu's die weigerden mee te doen, Tutsi beschermden of er een relatie mee hadden werden gedood. Behalve fotopanelen en video's met getuigenissen van overlevenden zijn ook rijen schedels, botten en gedragen kleding te zien. Buiten het gebouw is een massagraf me de overblijfselen van 250.000 mensen. In Nyamata is de kerk waar tienduizend mensen een vluchtplaats dachten te vinden. Ze werden massaal gedood door handgranaten die in de kerk gegooid werden, met machetes, knuppels, speren en wanneer ze betaalden voor de kogel met een geweerschot. Babies werden tegen een muur gegooid. De kerk is nog in de oorspronkelijke toestand. Er staan nog de bankjes met de kleding erop van de mensen die er vermoord werden, van de babies zijn nog botten te zien en er zit bloed op het altaar. Onder de kerk is een grafkelder gemaakt met rekken met schedels en botten. Aan de schedels is te zien hoe de mensen gedood werden. Achter de kerk is een massagraf waar nog steeds mensen worden begraven. Na de rondleiding door de kerk praten we na met de gids. Hij vertelt hoe ervoor gekozen is om het verleden te accepteren en als land aan een gezamenlijke toekomst te werken als enige optie voorwaarts, maar ook dat nog steeds veel mensen getraumatiseerd zijn; slachtoffers door wat met hen en hun naasten gebeurd is, daders omdat ze beseffen wat ze hebben aangericht. We hebben bewondering voor wat in Rwanda bereikt is, maar krijgen moeilijk een indruk wat er werkelijk leeft. We zien wel dat de mensen veel ernstiger zijn en minder lachen dan in bijvoorbeeld Kenia. De diepste indruk maakt het Murambi Genocide Memorial. In een technische school in aanbouw op een heuvel, in een omgeving die er nu volkomen vredig uitziet, werden 50.000 Tutsi's bijeengebracht en vermoord. Ook hier zien we fotopanelen met een beschrijving van de gebeurtenissen. Op deze plek heeft een proces van natuurlijke mummificering plaatsgevonden. We zien de overblijfselen van volwassenen en kinderen in de houding die ze hadden in het massagraf, sommigen nog met kleding. Alles bedekt met een witte laag leem. Men heeft er hier voor gekozen de lichamen op de schoolbankjes neer te leggen. We zien ook kasten vol met kleren van de slachtoffers, hoewel waardevolle bezittingen door de daders werden meegenomen. Ja en dan loop je weer naar buiten de zon in, diep onder de indruk van de onvoorstelbare gruwelijkheden die hier plaatsgevonden hebben. De beklemming blijft nog een poosje hangen, maar je gaat toch weer over tot de gewone dingen. De knop gaat weer om, maar toch bedenk je dat alle volwassenen dit hebben meegemaakt, als kind dit hebben gezien, slachtoffer of dader waren. Het blijft onvoorstelbaar. KigaliOp de camping horen we de hele dag door vanaf 's ochtends heel vroeg gezang (video). Het is het koor van een kerk van zevendedagsdventisten die op zondag urenlang stampvol zit. Het is een voorbeeld hoe religieus Rwanda is, de "zware" richtingen zoals ook Jehova's getuigen en Pinkstergemeente voeren de boventoon. Omdat er nauwelijks psychologische ondersteuning is in Rwanda zijn kerken de enige plek waar slachtoffers van de genocide terecht kunnen voor geestelijke opvang. Door slingerende straatjes met kleine winkeltjes lopen we naar de grootste markt van Kigali. Er is veel tweedehands kleding en er zijn vrouwen met kleine handeltjes groente. Ze hebben ieder niet veel, maar de variatie is groot. 's middags vullen we onze boodschappen aan bij een supermarkt vlakbij de camping. Hij is een stuk goedkoper dan de Nakumatt, maar het is wel opletten geblazen: bij het afrekenen worden eerst voor RWF 7000 spullen meegeteld die op de toonbank staan maar niet van ons zijn en wordt vervolgens RWF 1000 te weinig teruggegeven. Als we na al het gestunt de boodschappen helemaal narekenen blijkt dat nog voor RWF 1800 teveel gerekend is. Al met al gaat de rekening van €26 naar €16. Op de camping komen we Pim tegen, die we in Kampala net misgelopen zijn. Het is er een gezellige boel met samen Duitsland-Ghana kijken. Helaas blijft het een beetje lang gezellig, omdat de laatste gasten pas om vier uur naar bed gaan. We kijken rond in het centrum waar niet zoveel te beleven is, omdat het zondag is. ra je stopt tot je weer wegrijdt en "faranji"-prijzen op de markt. Het is de verjaardag van Jan, hij wordt zestig. We nemen daarom een Afrikaanse buffetlunch (Fantastic Restaurant) en hebben we 'avonds een van de beste Indiase diners die we ooit gehad hebben (Khana Khazana Restaurant). Akagera National ParkNa Kigali gaan we richting Akagera National Park. Omdat de toegang tot het park per nacht berekend wordt blijven we in Kibungo, een plaatsje vlak erbuiten om 's ochtends vroeg naar binnen te kunnen gaan. De rit erheen over een onverharde weg gaat langs een lang lint van tientallen kilometers van huizen met akkers. Het is allemaal welvarender dan in Ethiopië, Kenia en Oeganda: de huizen zijn van steen met daken van golfplaat en net iets groter, mensen zijn beter gekleed en we zien ook niet de groepen mannen rondhangen die we in eerdere landen zagen. Er wordt veel gelopen zoals in Ethiopië, maar ook heel veel gefietst, hoewel alleen door mannen. Een opvallend verschil met landen waar we hiervoor geweest zijn is dat water hier, meestal met de fiets, door mannen gehaald was, terwijl dat in eerdere landen steeds een vrouwentaak was. We zien regelmatig vijf jerrycans van ieder twintig liter op de fiets versleept worden. Het park is landschappelijk prachtig, maar er zijn niet zoveel dieren: we zien wat antilopen, een paar wrattenzwijnen, bavianen en enkele zebra's (video). Een groep van tien nijlpaarden ligt op de kant in de zon. Er zijn veel olifantendrollen, maar de leveranciers ervan vertonen zich niet, evenmin als giraffen. De parkcamping heeft nauwelijks voorzieningen maar wel een prachtig uitzicht over het landschap, de meren en in de verte Tanzania. Om sommige stukken zijn de wegen zo slecht dat ze niet onderdoen voor Turkana of de moeilijkste wadi's in Oman, maar Dappere Dodo slaat zich er moedig doorheen. 's avonds schrikken we nog even: we zien een vuur in de verte dat snel groter lijkt te worden en op ons afkomt. Een uit de hand gelopen bosbrand waarvoor we in het donker moeten vluchten? Via de satelliettelefoon bellen we met het parkbeheer dat ons verzekerd dat het vuur onder controle is. Even later wordt het inderdaad kleiner. De volgende ochtend ontdekken we met moeite een zwarte streep aan de andere kant van meer en moeras. We hebben ons dus duidelijk voor niets druk gemaakt. Kigali (2)Voor we verder naar het westen gaan gaan we nog even terug naar Kigali om boodschappen te doen en wat te internetten. We willen ook nog een keer lunchen bij de Indiër waar we op Jan's verjaardag waren. Overdag lopen we nog tegen een kleurrijke markt aan (video). Wat we zien zegt iets over het voedingspatroon: heel veel koolhydraten (groene bananen, aardappelen), nauwelijks eiwitten. De volgende dag gaan we over een goede, bochtige weg verder naar Lake Tivu, een van de twintig grootste meren ter wereld. Het is een mooie tocht langs heuvels die tot de laatste vierkante meter voor landbouw gebruikt worden. We zien weinig vee, alleen wat zwartbonte koeien die in een Nederlandse wei niet zouden misstaan. Wanneer we 125 km gereden hebben bedenken we dat we ons wasgoed aan de lijn van de camping in Kigali hebben laten hangen. We besluiten om terug te gaan en zo eindigen we waar we begonnen zijn, op de camping in Kigali. We ontmoeten daar Steve en later ook Michael. Steve is per motor van de UK naar Zuid Afrika gereisd, maakt nu een rondrit door oost Afrika en laat vervolgens zijn motor naar Australië verschepen om van daar naar Europa terug te reizen. Michael reist met een scooter van Zuid Afrika naar Europa. We volgden zijn blog al een poosje voor we hem ontmoetten. Lake TivuWe kamperen in de tuin van het Holiday Hotel, direct aan het meer en met uitzicht op de Congolese heuvels. Kortom, de zoveelste prachtige plek waar we wandelen in de omgeving, ons voorbereiden op Tanzania en zien hoe Nederland met de hakken over de sloot van Mexico wint. Onderin het meer zit een grote methaanbel die ontstaan is door vulkanische activiteit. Wanneer de druk ervan groter wordt dan de waterdruk komt het omhoog met mogelijk dodelijks gevolgen, zoals ooit in Kameroen gebeurd is, maar ter geruststelling is een bord neergezet waarop we lezen dat de waterdruk twee keer zo hoog is als de methaandruk. Aan het meer staat een fabriek die energie wint uit het methaan. Wanneer hij in vol bedrijf is in 2015 kan hij driekwart van de energiebehoefte van Rwanda leveren. De tocht naar de volgende stop, het Nyengwe National Park, langs het meer gaat langs prachtige, soms fjordachtige baaien; daar hoef je echt niet helemaal voor naar Noorwegen. Onder Chinese leiding wordt hard aan de weg gewerkt: aan het begin is het nog rots- en grindpad, aan het einde strak asfalt. Net zoals in Oeganda zien we ook in Rwanda groepen gevangenen werken aan de weg of in het veld, maar we zien nu twee kleuren kleding: roze voor de "gewone" misdadigers en oranje voor daders van de genocide. Nyengwe National ParkHet Nyengwe National Park is een stuk echt tropisch regenwoud, waarschijnlijk het mooiste bergregenwoud van centraal Afrika. Het maakt deel uit van de continentale scheiding tussen het bassin van de Congo-rivier en dat van de Nijl. Erin ligt een van de bronnen van de Nijl. Zoals bij parken waar we eerder waren loopt er een doorgaande weg doorheen die je kunt nemen zonder toegang tot het park te betalen. We overnachten op een camping in het park. Het bos is prachtig, maar we zien weinig dieren. Er zijn apen bij de camping, maar nauwelijks vogels, hoewel in het park de meeste soorten voorkomen van welke plek dan ook in Rwanda. HuyeWe kamperen in de tuin/op de parkeerplaats van het Ibis Hotel; goed onderhouden en met veel bloemen en planten. Bij de koffiewasserij die we bezoeken zijn wel een boel mensen met papieren in de weer, maar is verder weinig activiteit (video). Het koffieseizoen blijkt net afgelopen te zijn; de wachtende mensen zijn boeren die uitbetaald worden. Er is één man, die met de uitbetalingen bezig is, die Engels spreekt en een kwartier lang uitlegt dat we zijn manager moeten bellen voor toestemming voor een rondleiding van vijf minuten door hem. Als dat niet lukt worden we uiteindelijk toch rondgeleid. De bonen worden hier geselecteerd, gesorteerd en uit de vrucht gehaald. Bij het trainings centre en laboratorium waar we daarna naartoe gaan is wel volop activiteit. We zien een grote groep vrouwen de slechte bonen uitsorteren. Het is een ontzettende klus: iedere boon wordt bekeken. Bij de tinproduktenfabriek, ons volgende doel, is niet veel activiteit. De rondleider blijft maar vragen stellen over de reis die we maken: "you are not old, you are eh, eh, a bit old, isn't it boring?" Mensen kunnen zich niet voorstellen dat je reist om het reizen, het moet zijn voor zaken, hulpverlening of evangelisatie. Onderweg erheen komen we Pim weer tegen. Het Nationaal Etnografisch Museum van Rwanda is niet in Kigali, maar in Buye. Het is een mooi, verzorgd museum, met alle uitleg ook in het Engels. Vooral het vlechtwerk, waaronder een hut, is mooi; de dansdemonstratie is een leuke uitsmijter. Hoewel ook Huye onafrikaans netjes is, moeten we weer meer aan Ethiopië denken: veel meer rondhangende mensen, meer vuile en kapotte kleding, bedelen, groepen mensen die om de auto blijven staan zodra je stopt tot je weer wegrijdt en "faranji"-prijzen op de markt. We vragen ons af of het komt doordat in dit gebied veel meer vluchtelingen uit Congo en Burundi wonen. UmugandaOp een van onze reisdagen is het "umuganda". Dit is een gezamenlijke activiteit van de Rwandese bevolking die iedere laatste zaterdagochtend van de maand plaatsvindt. Mensen uit een wijk of dorp komen dan samen om rommel op straat op te ruimen, te werken aan openbaar groen of openbare paden en te discussiëren over de nationale politiek. Andere activiteiten zijn niet toegestaan en de winkels zijn dicht. Het is een poging van de regering om de eenheid van de bevolking te bevorderen. Er wordt steeds bij verteld dat zelfs de president eraan meedoet. We zien inderdaad groepjes mensen struiken snoeien en een pad egaliseren, maar lang niet iedereen doet eraan mee. Het is wel ontzettend rustig op de weg en er zijn veel roadblocks. Wij mogen met ons buitenlandse kenteken direct doorrijden, maar passerende Rwandezen hebben iets uit te leggen.
|
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|