Het laatste stukje MozambiqueVoordat we de zee voorlopig achter ons laten maken we nog een wandeling langs de mangrovebossen en het enorme strand dat we herlemaal voor onszelf hebben. We nemen afscheid van Peter en Els: zij gaan verder richting Malawi en wij richting Zimbabwe Onze verdere rit begint met het eerste deel van de N1 van de Save-rivier naar Inchope. Nu kan het traject zonder problemen gereden worden, vorig jaar moest dat nog in konvooi met politiebegeleiding omdat er af en toe beschietingen op auto's waren, soms zelfs met dodelijke afloop. Maar sinds er een vredesakkoord is tussen de rivaliserende politieke partijen Frelimo en Renamo is dat gelukkig niet meer aan de orde. In Moribane Forest Reserve, waar we kamperen, is een aantal community-projecten gestart voor de gemeenschap van 275 mensen, van wie de meeste in landbouw actief zijn, vooral om in de eigen voedselbehoefte te voorzien. Twee gidsen begeleiden ons op een wandeling door het bos om planten met geneeskrachtige werking te bekijken, maar desondanks zien we daar niet veel van; de wandeling zelf is overigens prima. 's middags krijgen we een rondleiding door het zadencentrum: er wordt een beschrijving van alle bomen en planten in het bos gemaakt en er worden zaden verzameld van planten die voor voeding, medicatie en bouwmateriaal gebruikt worden om te verhandelen en om te voorkomen dat mensen het bos beschadigen als ze daar de gewassen vandaan halen. Nadat we eerst serieus boodschappen gedaan hebben bij de grootste supermarkt die we sinds lang gezien hebben gaan we de grens over van Mozambique naar Zimbabwe. Er is veel vrachtverkeer, want het ligt in de corridor van Zimbabwe naar Beira, de haven aan de Indische Oceaan. Desondanks zijn we in drie kwartier over. We hebben een positieve indruk aan Mozambique overgehouden. De bevolking is vriendelijk en wil echt het het land opbouwen na de burgeroorlan de tussenbakvog. De stemming is: de conflicten liggen achter ons en nu gaan we vooruit. Opnieuw ZimbabweNa onze trip door Zimbabwe met Dick en Rita vorig jaar zijn we er nu opnieuw om de dingen te bekijken waar we toen niet aan toe kwamen. Nadat de lekkende keerring van de tussenbak is vervangen stijgen we naar 1650 m in de Bvuma Mountains en dat is te merken aan de temperatuur. Een van de bezienswaardigheden is de Botanic Garden. Het centrale deel ervan is perfect onderhouden, een deel eromheen minder; maar het heeft juist wel zijn charme al die kamerplanten in een natuurlijke omgeving te zien. De volgende dag gaan we verder naar naar Mutarazi Falls. De waterstroom is niet groot, maar het is met 762 meter de op één na hoogste waterval van Afrika. Via twee viewpoints waar we vooral nevel zien en een "weg" die zo ongelijk is dat we af en toe moeten uitstappen om een plan te maken hoe we de hindernissen het beste te lijf kunnen gaan komen we bij Nyangombe Falls, waar het water over een brede stenen trap in de diepte verdwijnt. We kamperen weer op een lege camping; tot nu toe hebben we in Zimbabwe nog niet één buitenlandse toerist gezien. Diana's Vow is een van de mooiste rock-artplekken van Zimbabwe. Het is een landschap waar reusachtige keien neergestrooid lijken en soms een verbazingwekkend evenwicht bewaren. Diana's Vow is omringd door zulke rotsen; het was waarschijnlijk een plaats voor rituelen. De weg naar Bulawayo, onze volgende stop, varieert van goed tot randjes asfalt om aan te geven waar de potholes zitten. Er staan weer veel politiecontroles langs de weg, maar we worden overal doorgezwaaid: dit deel van Zimbabwe is te blij met toeristen om erg lastig voor ze te zijn. BulawayoBulawayo (video) heeft een spoorwegmuseum met een prachtige collectie stoomlocomotieven en rijtuigen, waaronder het rijtuig van Cecil Rhodes, en een klassiek station, vooral dingen uit de tijd dat Zimbabwe nog Rhodesië was (video). De beheerder, een van de heel weinige blanken die we in Zimbabwe zien, is duidelijk ook uit die tijd en past prima in de museumcollectie. Hij is oprecht blij met iedereen die komt kijken en geeft elke bezoeker als herinnering een eerstedagenvelop uit zijn eigen privéverzameling. Zoals bijna elk museum in Afrika zou ook deze collectie een stofdoek, wat koperpoets, iets betere verlichting en beter leesbare briefjes met beschrijvingen kunnen gebruiken. We lopen door het station dat nu in gebruik is terug naar het centrum van Bulawayo. Eigenlijk verschilt dit station met zijn schoolbord waar met krijt de dienstregeling op geschreven staat niet zoveel van het museum. Hwange National ParkOp een camping vlak buiten het Hwange N.P. Hebben we met Maarten en Marjon (http://maartenmarjon.reislogger.nl/) afgesproken. Jan heeft samen met Maarten een autosleutelcursus gedaan voor ze vertrokken. Ze hebben hun LandCruiser verscheept naar Dijibouti en zijn daar vandaan naar zuidelijk Afrika gereisd. Bij de camping is een waterhole met een uitkijkhut. Er komen een stuk of tachtig olifanten die een voorstelling van twee uur geven. Fantastisch! Op de dag dat het precies twee jaar geleden is dat we onze grote reis begonnen gaan we samen met Maarten en Marjon Hwange N.P. in. We zien al heel snel een jonge mannetjesleeuw, vlak bij de weg en daarna giraffen, zebra's, nijlpaarden, jakhalzen en allerlei antilopen. Wanneer we het park al weer bijna uit zijn zien we een kudde olifanten van misschien wel driehonderd beesten. Victoria FallsDe volgende stop is Victoria Falls. We merken direct dat we in het meest toeristische gebied van Zimbabwe zijn, niet alleen aan de hoge prijzen en de verkopers van houtsnijwerk en biljetten van een triljoen Zimbabwaanse dollars, maar ook aan het gedrag van de politie: we krijgen twintig dollar boete voor een werkelijk niet begane overtreding (negeren van stopbord). Vervolgens begaan we een echte "criminal offence": we maken een foto van de agenten die we vervolgens moeten uitwissen (wat helaas, helaas niet gelukt blijkt te zijn, dus nu wordt het toch nog eeuwige roem op internet). Omdat we in de droge tijd zitten kunnen we de waterval goed zien; in de regentijd zie je alleen een grote, witte mist. De sunset cruise die we daarna doen is niet echt goedkoop, maar nadat we geboekt hebben bedenken we dat het is om te vieren dat we precies vijfhonderd dagen onderweg zijn (na aftrek van de tijd in Nederland). En het is helemaal niet verkeerd om met een glas wijn in de hand dobberend over de Zambesi de zon te zien ondergaan. Al met al is Zimbabwe een prima land om naartoe te gaan: de bevolking is vriendelijk en hartelijk, blij dat er weer toeristen komen, het is veilig en de politie gedraagt zich meestal correct (bij Victoria Falls moesten we deze mening nuanceren). Voorzieningen zoals campings, supermarkten en tankstations zijn aanwezig en functioneren en er is veel meer te zien dan alleen de Victoriawatervallen. Alleen de deplorabele, niet onderhouden staat van veel gebouwen en voorzieningen blijft schrijnend. Het openbare zwembad naast de camping in Bulawayo, "closed until further notice", was een van de vele voorbeelden. Het valt op dat, hoewel ook in Zimbabwe het fastfood volop is doorgedrongen, veel minder obesitas te zien is dan in Zuid Afrika. Botswana - Chobe National; ParkWe rijden van Zimbabwe naar Botswana en in een uurtje zijn we de grens over. Met moeite veroveren we de laatste plaats op de camping, dus weer een wat anders dan we gewend waren. Vorig jaar hebben we een rit door het Chobe N.P. langs de rivier gemaakt. Dat was zo mooi dat we dezelfde rit nu nog een keer maken (video). Weer vallen de grote kuddes antilopen en buffels weer op en ook nu zien we heel veel gieren. Ook zien we een groep van een stuk of zes leeuwen die liggen te pitten onder een boom (zo spannend is het dus ook weer niet). We horen van Nederlanders dat ze twee luipaarden gezien hebben, maar ons is dat weer niet gegund, zodat we de "big five" nog steeds niet compleet hebben. Wel kunnen we eindelijk onze zandplaten weer eens gebruiken, deze keer om twee andere Nederlanders uit het zand los te krijgen. We rijden vervolgens verder door het park naar Savuti. We hebben geaarzeld om deze route te nemen, want de Bradt reisgids schildert doemscenario's met diep zand en veel graafwerk. Ook zou je een campingreservering moeten hebben om in het park toegelaten te worden. We doen een kleine enquête op de camping en de consensus is dat het goed te doen is als je je banden maar genoeg leeg laat lopen en dat in het algemeen ter plekke nog wel iets met accommodatie te regelen is. En dat blijkt allemaal te kloppen. We komen het park in met een "transit" naar Maun, de eerste grote plaats na het park. Het rijden vereist volle concentratie, maar we komen niet vast te zitten en op de campings zijn plekken van mensen die niet op kwamen dagen of zijn gewoon nog plaatsen vrij (video). De dieren die we tijdens de rit en tijdens een kleine game drive 's middags zien vallen overigens tegen, zelfs bij de waterholes (video). In Chobe zitten blijkbaar de meeste dieren aan de rivier. Campings in de parken zijn niet omheind dus 's nachts moet je uitkijken voor olifanten en hyena's als je naar het toilet gaat. In de avond zien we over de camping inderdaad een hyena rondlopen en horen we het gebrul van leeuwen heel dichtbij, maar verder blijft het 's nachts rustig (video). Moremi National ParkDe Okavangadelta wordt gevormd door een rivier die niet in zee uitmondt, maar waarvan al het water verdampt. Het is een gebied vol meertjes, stroompjes en moerasgebied, maar ook met grote stukken zand en met grillig gevormde dode bomen. Een gedeelte ervan, het Moremi N.P. is voor reizigers zoals wij met een 4x4 toegankelijk, de rest gaat met chartervluchten en lodges van USD 5000 per nacht. De camping vlak voor het park is een communityproject en dat is te merken. We hebben twee soorten communityprojecten gezien, goede in Kenia en Mozambique en slechte in Ethiopië en Botswana. De goede proberen er echt iets van te maken en bieden waar voor het geld, de slechte proberen alleen maar zoveel mogelijk geld te vangen zonder er iets voor te doen. De camping is er duidelijk een uit de tweede categorie: een overnachting kost USD 71 (op de campings in het park betaal je overigens USD 100 sinds ze geprivatiseerd zijn, plus parktoegang) en er is geen enkele voorziening, zelfs geen water of toiletten. Daar staat tegenover dat de plek fantastisch is: we staan aan de rivier waar olifanten komen drinken en nijlpaarden baden. De volgende dag rijden we door het gebied dat tegen de delta aan ligt, het mooiste deel van het park en doen de eerste serieuze doorwading (boeggolf tot boven de motorkap) met Dappere Dodo deze reis. We zien niet veel bijzondere dieren, wel staan olifanten regelmatig in de weg en zien we veel nieuwe vogels. De sfeer 's avonds op de camping heeft iets mysterieus als de volle maan de witte zandpaden fel laat oplichten en knoestige bomen donkere silhouetten worden. Terwijl we ons een weg banen door nog een doorwading en eindeloos veel diep zand komt ons opeens een LandCruiser met Nederland kenteken tegemoet: het zijn Nico en Joska (http://www.Landcruisingafrica.gaatverweg.nl) die een jaar lang door Afrika trekken.
2 Comments
Het laatste Zuid AfrikaNa de reparatie van de versnellingsbak hebben we voortdurend op olielekkages gecontroleerd. Wanneer we bij Ronald terugkomen zien we voor het eerst olie. Terug naar Auto Box dus. Na een middag wachten is een keerring en de helft van de kap van de tussenbak vervangen en zit de boel weer in elkaar, maar het schakelen tussen high en low range gaat niet goed. Daarom de volgende ochtend terug. Er wordt besloten de hele versnellings- en tussenbak te demonteren en te controleren, dus voor ons wordt het een dag sightseeën in een winkelcentrum. Nadat de de halve kap nogmaals vervangen is werkt de boel prima. Toch houden we er een nare bijsmaak aan over: we hebben serieuze onverharde wegen en lange afstanden gereden voor het lek boven water kwam, dus hoe lang gaat het nu goed? We willen ook twee versleten schokbrekers laten vervangen bij McCarthy, een van de twee grote Toyota-dealerketens van Zuid Afrika. Die blijkt zich te kenmerken door desinteresse en arrogantie. Nadat Jan beleefd maar duidelijk heeft laten weten wat hij ervan vindt belt de garage Ronald (ze durven Jan niet meer te bellen) omdat Jan "baie kwaai" is; en dat klopt. We nemen afscheid van Ronald en van Caroline en de kinderen. Tenzij er nog iets helemaal fout gaat is het nu echt de laatste keer. De camping vlak bij de grens met Mozambique en ook vlak bij Kruger die we op het oog hebben is helemaal uitgestorven, dat voelt toch niet zo prettig. Maar we hebben geluk: op de camping net binnen Kruger is een plek vrij. Omdat we nu toch in Kruger zijn besluiten we er nog een dagje rond te toeren in de hoop eindelijk leeuwen of luipaarden te zien. We zien allerlei beesten, maar geen "big cats". Wel veel auto's: onder andere een file waarin de mensen roepen dat ze een luipaard in een boom zien, maar wij zien alleen de file. Tijdens de lunch legt een man uit waar exact hij zeven leeuwen gezien heeft; wij waren er vlakbij. MozambiqueWe verlaten na bijna drie maanden Zuid Afrika en gaan naar Mozambique, ons dertigste land van de reis (video). We lazen dat je in Mozambique een oranje veiligheidshesje achterop je stoel moet hangen. We hebben gele hesjes maar om discussies over ongedocumenteerde betalingen aan lokale politieagenten te vermijden (evenals de dubbele gevarendriehoek en brandblusser een dankbaar onderwerp voor indringende gesprekken) kopen we nog een set oranje hesjes. Uiteraard zien we later in Mozambique iedereen met gele hesjes. We hebben voor de zekerheid de brandblusser van een door ons zelf vakkundig aangepaste geldige goedkeuring voorzien en trouwens ook al veel plezier gehad van de professioneel uitziende sticker op de voorruit met de gegevens van onze autoverzekering die we gemaakt hebben (volgens de juristen in de familie is dit laatste geen valsheid in geschrifte omdat de gegevens juist zijn maar alleen op een andere manier gerepresenteerd worden). Het kopen van een visum voor Mozambique aan de grens is geen enkel probleem en in een uur zijn we de het land in. Het is meteen weer helemaal Afrika. In de dorpen zitten vrouwen in kleurige rokken en met naar achteren geknoopte hoofddoeken achter kleine stapeltjes tomaten. Andere vrouwen, soms met een kind op de rug, dragen grote bakken gevuld met ananassen en bananen op hun hoofd. Bij de dorpspomp wachten lange rijen jerrycans op hun beurt. Een geit, een uit de grond getrokken paal achter zich aanslepend, rent de straat over. Overal lopen schoolkinderen in uniform. We houden een paar rustige dagen. In Bilene aan de kust in onze tweehonderdvijftigste overnachtingsplaats van deze reis. Het weer valt er nog niet mee: de lucht trekt dicht en het miezert en hoewel het later opklaart vinden we het toch te koud om te zwemmen. Daarna staan we een paar dagen in de buurt van Inhambane. Eerst komen we via een 4x4 only zandpad bij de Lighthouse Camping. Een bij overlanders populaire superplek, maar helaas verlaten, daarom wordt het het kampeerterrein van een lodge in de buurt. Daarna verhuizen we naar een camping in Tofo, twaalf kilometer verderop, om op een plek te komen met wat meer vertier. We maken er een ocean safari met een speedboat een eindje uit de kust. We zien dolfijnen, een walvis waar je naast kunt snorkelen en een walvishaai. De walvishaai is een tien meter lang plankton etend (en daarom ongevaarlijk beest, behalve als je een klap met zijn staart krijgt) dat op aaiafstand van de boot komt. 's avonds eten we in een restaurantje dat voor de eerste dag open is. Het ingehuurde personeel is niet op komen dagen, daarom spelen de jonge kinderen van de familie met veel plezier voor kelner. De DJ loopt boos weg als personeel en bezoekers zijn keuze van muziek en volume niet waarderen. De volgende dag weer zo'n typisch winkeltafereel: we willen garnalen kopen. Volgens de verkoper wijst de electronische weegschaal 800 gram aan, nadat we hem op kg gezet hebben is het 330 gram, wat de verkoper beaamt. De prijs is 300 MZN per kilo, maar ondanks herhaald voorrekenen met en zonder rekenmachine wil hij de garnalen niet voor 100 MNZ verkopen. Wanneer we onderweg naar Vilanculo, de volgende plaats aan de kust, tijdens de koffiepauze routinematig de versnellingsbak controleren blijkt dat de tussenbak toch weer olie gelekt heeft. Gelukkig is het oliepeil in de versnellingsbak nog goed. We controleren daarna nog een paar keer, maar we zien niet dat er nog veel weglekt. De lekkage van de tussenbak blijkt later te worden veroorzaakt door een lekkende keerring van de aandrijfas naar de voorwielen. Voorlopig eerst maar een alles aandraaien en goed in de gaten houden; het is hier niet zo'n geschikte plek om uitgebreid te gaan repareren. Vilanculo is een leuk levendig plaatsje met voornamelijk zandwegen. Het is echt zo'n plek om langer te blijven hangen dan je van plan was: voldoende toeristische voorzieningen om het leven aangenaam te maken, maar vooral een schilderachtige vissersplaats. Er is wel veel dicht: zoals overal in Mozambique is het de gevolgen van de recente politieke onrust nog niet te boven. Wanneer we 's middags het strand opgaan om inktvis te kopen zitten de vrouwen van het dorp al te wachten met grote bakken tot de dhows (boten met kromme zeilen) binnenkomen van zee (video). De gevangen vis wordt aan land gedragen en op het strand uitgestort, de vrouwen verdringen zich rondom de berg en kopen hun handel voor morgen op de markt. Bij sommige boten gaan ze met opgetrokken rokken de zee in om al bij de boot een claim op de vangst te leggen. We komen er Gail tegen, een Amerikaan die met de motor de wereld rondreist; het is behalve Bart en Jasmin de eerste overlander die we ontmoeten sinds we weer in Afrika zijn. We hebben afgesproken Peter en Els die we uit Nederland kennen in Vilanculo te zullen ontmoeten. Ze maken een rondreis door Afrika, maar zijn een aantal weken in Nederland geweest (Around the world in many days). Hun auto staat bij Marga en Marcel die in 2008 met hun twee kinderen via de westkust naar Zuid-Afrika reden en via de oostkust terug en die nu op een prachtige plek in Vilanculo wonen. ie www.hoipipeloidoorafrika.nl. We hebben een gezellige ochtend bij Marga en Marcel. Tijdens een tochtje met een dhow naar Magaruque, een eiland voor de kust wordt ons alles voorgeschoten wat we van plaatjes van tropische stranden kennen: witte stranden, palmen, het strand oprennende krabben, scheepswrakken en vissersbootjes die op hoog water liggen te wachten (video). Heen wordt de buitenboordmotor gebruikt, terug wordt gezeild; nog niet gemakkelijk, want het is heel ondiep. Het enige dat tegenvalt is het snorkelen, ook omdat net wanneer we bij laagwater de zee in kunnen een flinke wind opsteekt: we zien weinig vissen, geen levend koraal en het water is troebel. Terug op de camping komen Peter en Els even langs, met wie we ook de volgende dag optrekken. |
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|