Het laatste stukje MozambiqueVoordat we de zee voorlopig achter ons laten maken we nog een wandeling langs de mangrovebossen en het enorme strand dat we herlemaal voor onszelf hebben. We nemen afscheid van Peter en Els: zij gaan verder richting Malawi en wij richting Zimbabwe Onze verdere rit begint met het eerste deel van de N1 van de Save-rivier naar Inchope. Nu kan het traject zonder problemen gereden worden, vorig jaar moest dat nog in konvooi met politiebegeleiding omdat er af en toe beschietingen op auto's waren, soms zelfs met dodelijke afloop. Maar sinds er een vredesakkoord is tussen de rivaliserende politieke partijen Frelimo en Renamo is dat gelukkig niet meer aan de orde. In Moribane Forest Reserve, waar we kamperen, is een aantal community-projecten gestart voor de gemeenschap van 275 mensen, van wie de meeste in landbouw actief zijn, vooral om in de eigen voedselbehoefte te voorzien. Twee gidsen begeleiden ons op een wandeling door het bos om planten met geneeskrachtige werking te bekijken, maar desondanks zien we daar niet veel van; de wandeling zelf is overigens prima. 's middags krijgen we een rondleiding door het zadencentrum: er wordt een beschrijving van alle bomen en planten in het bos gemaakt en er worden zaden verzameld van planten die voor voeding, medicatie en bouwmateriaal gebruikt worden om te verhandelen en om te voorkomen dat mensen het bos beschadigen als ze daar de gewassen vandaan halen. Nadat we eerst serieus boodschappen gedaan hebben bij de grootste supermarkt die we sinds lang gezien hebben gaan we de grens over van Mozambique naar Zimbabwe. Er is veel vrachtverkeer, want het ligt in de corridor van Zimbabwe naar Beira, de haven aan de Indische Oceaan. Desondanks zijn we in drie kwartier over. We hebben een positieve indruk aan Mozambique overgehouden. De bevolking is vriendelijk en wil echt het het land opbouwen na de burgeroorlan de tussenbakvog. De stemming is: de conflicten liggen achter ons en nu gaan we vooruit. Opnieuw ZimbabweNa onze trip door Zimbabwe met Dick en Rita vorig jaar zijn we er nu opnieuw om de dingen te bekijken waar we toen niet aan toe kwamen. Nadat de lekkende keerring van de tussenbak is vervangen stijgen we naar 1650 m in de Bvuma Mountains en dat is te merken aan de temperatuur. Een van de bezienswaardigheden is de Botanic Garden. Het centrale deel ervan is perfect onderhouden, een deel eromheen minder; maar het heeft juist wel zijn charme al die kamerplanten in een natuurlijke omgeving te zien. De volgende dag gaan we verder naar naar Mutarazi Falls. De waterstroom is niet groot, maar het is met 762 meter de op één na hoogste waterval van Afrika. Via twee viewpoints waar we vooral nevel zien en een "weg" die zo ongelijk is dat we af en toe moeten uitstappen om een plan te maken hoe we de hindernissen het beste te lijf kunnen gaan komen we bij Nyangombe Falls, waar het water over een brede stenen trap in de diepte verdwijnt. We kamperen weer op een lege camping; tot nu toe hebben we in Zimbabwe nog niet één buitenlandse toerist gezien. Diana's Vow is een van de mooiste rock-artplekken van Zimbabwe. Het is een landschap waar reusachtige keien neergestrooid lijken en soms een verbazingwekkend evenwicht bewaren. Diana's Vow is omringd door zulke rotsen; het was waarschijnlijk een plaats voor rituelen. De weg naar Bulawayo, onze volgende stop, varieert van goed tot randjes asfalt om aan te geven waar de potholes zitten. Er staan weer veel politiecontroles langs de weg, maar we worden overal doorgezwaaid: dit deel van Zimbabwe is te blij met toeristen om erg lastig voor ze te zijn. BulawayoBulawayo (video) heeft een spoorwegmuseum met een prachtige collectie stoomlocomotieven en rijtuigen, waaronder het rijtuig van Cecil Rhodes, en een klassiek station, vooral dingen uit de tijd dat Zimbabwe nog Rhodesië was (video). De beheerder, een van de heel weinige blanken die we in Zimbabwe zien, is duidelijk ook uit die tijd en past prima in de museumcollectie. Hij is oprecht blij met iedereen die komt kijken en geeft elke bezoeker als herinnering een eerstedagenvelop uit zijn eigen privéverzameling. Zoals bijna elk museum in Afrika zou ook deze collectie een stofdoek, wat koperpoets, iets betere verlichting en beter leesbare briefjes met beschrijvingen kunnen gebruiken. We lopen door het station dat nu in gebruik is terug naar het centrum van Bulawayo. Eigenlijk verschilt dit station met zijn schoolbord waar met krijt de dienstregeling op geschreven staat niet zoveel van het museum. Hwange National ParkOp een camping vlak buiten het Hwange N.P. Hebben we met Maarten en Marjon (http://maartenmarjon.reislogger.nl/) afgesproken. Jan heeft samen met Maarten een autosleutelcursus gedaan voor ze vertrokken. Ze hebben hun LandCruiser verscheept naar Dijibouti en zijn daar vandaan naar zuidelijk Afrika gereisd. Bij de camping is een waterhole met een uitkijkhut. Er komen een stuk of tachtig olifanten die een voorstelling van twee uur geven. Fantastisch! Op de dag dat het precies twee jaar geleden is dat we onze grote reis begonnen gaan we samen met Maarten en Marjon Hwange N.P. in. We zien al heel snel een jonge mannetjesleeuw, vlak bij de weg en daarna giraffen, zebra's, nijlpaarden, jakhalzen en allerlei antilopen. Wanneer we het park al weer bijna uit zijn zien we een kudde olifanten van misschien wel driehonderd beesten. Victoria FallsDe volgende stop is Victoria Falls. We merken direct dat we in het meest toeristische gebied van Zimbabwe zijn, niet alleen aan de hoge prijzen en de verkopers van houtsnijwerk en biljetten van een triljoen Zimbabwaanse dollars, maar ook aan het gedrag van de politie: we krijgen twintig dollar boete voor een werkelijk niet begane overtreding (negeren van stopbord). Vervolgens begaan we een echte "criminal offence": we maken een foto van de agenten die we vervolgens moeten uitwissen (wat helaas, helaas niet gelukt blijkt te zijn, dus nu wordt het toch nog eeuwige roem op internet). Omdat we in de droge tijd zitten kunnen we de waterval goed zien; in de regentijd zie je alleen een grote, witte mist. De sunset cruise die we daarna doen is niet echt goedkoop, maar nadat we geboekt hebben bedenken we dat het is om te vieren dat we precies vijfhonderd dagen onderweg zijn (na aftrek van de tijd in Nederland). En het is helemaal niet verkeerd om met een glas wijn in de hand dobberend over de Zambesi de zon te zien ondergaan. Al met al is Zimbabwe een prima land om naartoe te gaan: de bevolking is vriendelijk en hartelijk, blij dat er weer toeristen komen, het is veilig en de politie gedraagt zich meestal correct (bij Victoria Falls moesten we deze mening nuanceren). Voorzieningen zoals campings, supermarkten en tankstations zijn aanwezig en functioneren en er is veel meer te zien dan alleen de Victoriawatervallen. Alleen de deplorabele, niet onderhouden staat van veel gebouwen en voorzieningen blijft schrijnend. Het openbare zwembad naast de camping in Bulawayo, "closed until further notice", was een van de vele voorbeelden. Het valt op dat, hoewel ook in Zimbabwe het fastfood volop is doorgedrongen, veel minder obesitas te zien is dan in Zuid Afrika. Botswana - Chobe National; ParkWe rijden van Zimbabwe naar Botswana en in een uurtje zijn we de grens over. Met moeite veroveren we de laatste plaats op de camping, dus weer een wat anders dan we gewend waren. Vorig jaar hebben we een rit door het Chobe N.P. langs de rivier gemaakt. Dat was zo mooi dat we dezelfde rit nu nog een keer maken (video). Weer vallen de grote kuddes antilopen en buffels weer op en ook nu zien we heel veel gieren. Ook zien we een groep van een stuk of zes leeuwen die liggen te pitten onder een boom (zo spannend is het dus ook weer niet). We horen van Nederlanders dat ze twee luipaarden gezien hebben, maar ons is dat weer niet gegund, zodat we de "big five" nog steeds niet compleet hebben. Wel kunnen we eindelijk onze zandplaten weer eens gebruiken, deze keer om twee andere Nederlanders uit het zand los te krijgen. We rijden vervolgens verder door het park naar Savuti. We hebben geaarzeld om deze route te nemen, want de Bradt reisgids schildert doemscenario's met diep zand en veel graafwerk. Ook zou je een campingreservering moeten hebben om in het park toegelaten te worden. We doen een kleine enquête op de camping en de consensus is dat het goed te doen is als je je banden maar genoeg leeg laat lopen en dat in het algemeen ter plekke nog wel iets met accommodatie te regelen is. En dat blijkt allemaal te kloppen. We komen het park in met een "transit" naar Maun, de eerste grote plaats na het park. Het rijden vereist volle concentratie, maar we komen niet vast te zitten en op de campings zijn plekken van mensen die niet op kwamen dagen of zijn gewoon nog plaatsen vrij (video). De dieren die we tijdens de rit en tijdens een kleine game drive 's middags zien vallen overigens tegen, zelfs bij de waterholes (video). In Chobe zitten blijkbaar de meeste dieren aan de rivier. Campings in de parken zijn niet omheind dus 's nachts moet je uitkijken voor olifanten en hyena's als je naar het toilet gaat. In de avond zien we over de camping inderdaad een hyena rondlopen en horen we het gebrul van leeuwen heel dichtbij, maar verder blijft het 's nachts rustig (video). Moremi National ParkDe Okavangadelta wordt gevormd door een rivier die niet in zee uitmondt, maar waarvan al het water verdampt. Het is een gebied vol meertjes, stroompjes en moerasgebied, maar ook met grote stukken zand en met grillig gevormde dode bomen. Een gedeelte ervan, het Moremi N.P. is voor reizigers zoals wij met een 4x4 toegankelijk, de rest gaat met chartervluchten en lodges van USD 5000 per nacht. De camping vlak voor het park is een communityproject en dat is te merken. We hebben twee soorten communityprojecten gezien, goede in Kenia en Mozambique en slechte in Ethiopië en Botswana. De goede proberen er echt iets van te maken en bieden waar voor het geld, de slechte proberen alleen maar zoveel mogelijk geld te vangen zonder er iets voor te doen. De camping is er duidelijk een uit de tweede categorie: een overnachting kost USD 71 (op de campings in het park betaal je overigens USD 100 sinds ze geprivatiseerd zijn, plus parktoegang) en er is geen enkele voorziening, zelfs geen water of toiletten. Daar staat tegenover dat de plek fantastisch is: we staan aan de rivier waar olifanten komen drinken en nijlpaarden baden. De volgende dag rijden we door het gebied dat tegen de delta aan ligt, het mooiste deel van het park en doen de eerste serieuze doorwading (boeggolf tot boven de motorkap) met Dappere Dodo deze reis. We zien niet veel bijzondere dieren, wel staan olifanten regelmatig in de weg en zien we veel nieuwe vogels. De sfeer 's avonds op de camping heeft iets mysterieus als de volle maan de witte zandpaden fel laat oplichten en knoestige bomen donkere silhouetten worden. Terwijl we ons een weg banen door nog een doorwading en eindeloos veel diep zand komt ons opeens een LandCruiser met Nederland kenteken tegemoet: het zijn Nico en Joska (http://www.Landcruisingafrica.gaatverweg.nl) die een jaar lang door Afrika trekken.
2 Comments
Terug naar het noordenJesse is vertrokken, dus hoog tijd voor wat onderhoud. De blog wordt publiceerbaar gemaakt en Dappere Dodo krijgt een beurt; behalve de al voorspelde vervanging van de manchet van de tussenbak zijn er geen extra dingen. We zitten weer op een tijdschema, want over negen dagen komen Dick en Rita, de broer van Margriet en zijn vrouw in Johannesburg aan. We gaan dan een paar weken samen door Zimbabwe trekken. We wandelen en rijden nog een keer door het fynbos (video), voor we definitief ons zuidelijkste punt verlaten. Wanneer we terug rijden zien we een groep mensen met verrekijkers over het water turen: op niet meer dan dertig meter van de kant zwemmen twee walvissen. De camping vinden gaat moeizaam: de eerste ligt aan een drukke weg en de tweede vraagt drie keer de gangbare prijs en helpt ons onsympathiek. De derde vraagt ongeveer hetzelfde gedrag, maar de opties zijn op, dus we gaan er maar staan. Het is een camping voor liefhebbers van heel veel borden met regels en "verboden". We rijden door het wijngebied van Zuid Afrika. Heuvels met wijngaard na wijngaard na estate na wijnproeverij. Steile bergen met een achtergrond van wolken tegen een blauwe lucht. Hier geen townships, maar luxe, goed onderhouden huizen. Dit is ook het land van de Afrikaanders, met een mening over de zwarte bevolking die ondanks alle democratisering nog regelmatig tussen de regels door te horen is. We bekijken Franschhoek, met een mix van huizen uit de negentiende eeuw en stijlvolle moderne huizen, daarna Stellenbosch. Ziekenhuis Margriet is begin juli gevallen. Het leek toen niet ernstig, maar ze begint steeds meer last van haar arm te krijgen. Daarom laat ze er in het ziekenhuis een dokter naar kijken. Het gaat allemaal redelijk efficiënt: vijf uur, een intake, vier consulten, een röntgenopname en een echo later is het duidelijk: een gescheurde spier in de schouder die gehecht moet worden. Dat kan het beste in Nederland gebeuren. Het plan wordt daarom om begin november, nadat we met Dick en Rita door Zimbabwe gereisd zijn, voor een paar maanden naar Nederland te gaan en begin 2015 verder door zuidelijk Afrika te trekken. De optie om langs de westkust van Afrika naar Nederland terug te gaan hebben we in verband met alle problemen daar zoals ebola laten vallen. We willen daarom uiteindelijk Dappere Dodo verschepen. 50.000 km We passeren een nieuwe mijlpaal: 50.000 km afgelegd sinds we uit Nederland vertrokken. Cederberg Wilderness AreaWe rijden 's middags nog verder naar Cederberg Wilderness Area (video). Het groene landschap is heuvelachtig met hoge bergen op de achtergrond en met paarse en gele bloemen in de berm. De wijngaarden gaan langzaam over in sinaasappelboomgaarden. We wandelen een paar uur door het natuurpark. De kale bergtoppen rondom het fynbos zijn rood gekleurd; ze worden langzaam bleker als de zon hoger komt. Tussen uitgebloeide struiken staan overal paarse, gele en witte bloemen. Als we terugkomen op de camping praten we bij met Indra en Hans, Nederlanders die we ook in Swaziland al ontmoet hebben. We vinden ook onder de ruitenwisser een briefje van Brett en Yvonne die door Afrika reizen en die we kennen uit Nairobi. Ze staan op een naburige camping en hebben Dappere Dodo herkend. 's avonds komen ze even langs, dus al met al hebben we een gezellige middag en avond. KimberleyWe vertrekken richting Johannesburg om op tijd te zijn voor Dick en Rita. Het is een surrealistisch landschap met bloeiend fynbos tussen grote rotsblokken die slordig op elkaar gestapeld lijken. Het fynbos gaat over in het woestijnachtige landschap van de Karoo: eindeloze, lege wegen door een bijna onbewoond gebied van dor gras en kleine, grijze struikjes die steeds verder uit elkaar staan, afgewisseld door een enkele akker en een paar schapen. In de verte liggen verspreide tafelbergen. Scheef staande telefoonpalen langs de weg tellen hun dagen. We eindigen in Carnavon, zo'n vredig, geïsoleerd, outback-achtig dorp zonder internet waar nooit wat gebeurt. Als enige gasten op de camping krijgen we een zak denneappels en een avocado cadeau van mensen die de indruk wekken dat de inteelt iets teveel heeft toegeslagen. De volgende dag rijden we door naar Kimberley, weer over zo'n weg waarbij het (volstrekt overbodige) navigatiesysteem aanwijzingen geeft als "nu 217 km deze weg volgen" en waarbij Dappere Dodo de enige beperkende factor in de snelheid is. 's middags proberen we goed internet te vinden, maar dat valt in Zuid Afrika erg tegen. Campings hebben bijna nooit wifi, in winkelcentra zijn alleen dure of beperkte hotspots en bij de weinige internetcafé's mag je je eigen computer niet gebruiken. Big Hole Overal rammelt en piept het in de lift naar beneden. We staan er minutenlang in, maar in werkelijk dalen we maar een paar meter. We zijn in de "underground experience", een nagebouwd stukje mijngangen van de "big hole", de grootste door mensen gemaakte kuil ter wereld, waar tot 1914 diamanten gevonden werden. Ingerichte woonhuisjes, maar ook de bank, het kantoor van de diamantenkoper, het pandjeshuis en de kroeg waar teveel gedronken werd als een diamant gevonden was, zijn te zien in het openluchtmuseum. Wat begon als een rush van avonturiers uit alle uithoeken van de wereld eindigde als een gigantische commerciële operatie die bepalend is geweest voor heel zuidelijk Afrika: geen man heeft zoveel invloed gehad in Afrika als Cecil Rhodes, de oprichter van het diamantenconcern De Beers Consolidated. Naar hem zijn later Noord-Rhodesiē (nu Zambia) en Zuid-Rhodesië (nu Zimbabwe) genoemd. In Kenia in maart misten we ze op een dag, maar nu lukt het: we hebben ontmoeten Eelke en Maaike (www.HetGeleSlakkenhuis.nl) die op ongeveer hetzelfde moment als wij uit Nederland vertrokken zijn en met hun gele ex-ME-bus door zuidelijk en oost Afrika trekken. Het wordt een gezellige avond. Op weg naar ZimbabweTownships met golfplaten huisjes, met allemaal dezelfde kleine stenen huisjes of met een bonte verzameling van verschillende stenen huisjes met golfplaten schuurtjes komen voorbij als we richting Johannesburg rijden. De boerderijen maken plaats voor industrie en een goudmijn, we passeren Soweto. Steeds weer zien we dat het beleid van het ANC om mensen aan behoorlijke huisvesting te helpen wordt uitgevoerd, maar langzamer dan iedereen wil. We slaan voorraad in omdat in Zimbabwe, onze bestemming met Dick en Rita, levensmiddelen veel duurder zijn dan in Zuid Afrika, zorgen dat de was schoon is er regelen van alles nu we eindelijk weer eens behoorlijk internet hebben. Iedereen wil wat van je... "Zeven uur wachten aan de grens!" "We hebben er viereneenhalf uur over gedaan om Zimbabwe binnen te komen..." "Iedereen wil wat van je aan de grens..." We worden gewaarschuwd voor de grensovergang van Zuid Afrika naar Zimbabwe. De mening van Zuidafrikanen over Zimbabwe en zijn inwoners is niet altijd even genuanceerd, maar ook van Nederlanders horen we dit. We besluiten daarom via Botswana Zimbabwe binnen te gaan. En dus rijden we via dezelfde weg waarover we ons een paar weken geleden naar Johannesburg haastten nu terug de tropen binnen. "Alleen nog tien dollar road tax, dan kunt u gaan." De grens Botswana uit kost een kwartiertje, Zimbabwe zit met ruim een uur in de middenmoot van grensovergangen die we gehad hebben. Via een loketje of vier kopen we een visum, betalen we een verplichte verzekering, carbon tax en road tax. Alles gaat in Amerikaanse dollars. Nadat na gierende inflatie buitenlandse valuta werden toegestaan is de USD de de facto valuta van Zimbabwe. Matopos National ParkWe rijden in het Matopos National Park tussen de meest bizarre rotsformaties door het hoge riet (video). Drie stenen leeuwen kijken ons aan, een kameel van rotsblokken ligt op de grond, een stenen vrouw met een kind op haar rug voert een gesprek, gigantische keien liggen opgestapeld op een manier die spot met de wetten van de zwaartekracht. Behalve wat apen en nijlpaarden zien we nauwelijks dieren. Het park heeft erg geleden onder stroperij tijdens de periode van politieke en economische chaos in Zimbabwe en hoewel het bord aan de ingang meldt dat rangers eerst schieten en dan pas vragen stellen is er een nog effectievere manier gevonden om stropen te voorkomen: er zijn geen dieren meer. In het park zijn grotten met muurschilderingen. Ze worden geschat op zesduizend jaar oud en zijn de meest verfijnde en realistische afbeeldingen die we deze reis gezien hebben. Khami-opgravingenIn Zimbabwe zijn de enige overblijfselen van oude culturen van zuidelijk Afrika. De beroemdste is Great Zimbabwe, daarna kwam Khami. Tussen de rotsstructuren en bloeiende bomen liggen de reconstructies van de stad uit de zeventiende eeuw. Er is weinig van over en we hebben moeite om de stukken die er nog liggen te plaatsen. BulawayoBulawayo is de op een na grootste stad van Zimbabwe en de eerste stad die we bezoeken. We rijden de stad binnen over brede boulevards met goed onderhouden gazons en bomen met paarse bloesem. Drommen scholieren gaan over straat. Meisjes lopen in schooluniformen met tuttige hoedjes, jongens met blazers en stropdassen. De mensen die we ontmoeten zijn vrolijk, hartelijk en hebben gevoel voor humor: als we tegen een man die boodschappen controleert en kassabonnen aftekent in de supermarkt zeggen: "Signature of a famous man." zegt hij: "Ik zal je mijn telefoonnummer geven." en zet die op de kassabon. Het land lijkt zich te herstellen van de chaos van een jaar of zes geleden, toen er een hollende inflatie was. In een souvenirshop zien we nog biljetten van tien miljoen dollar. In een buitenwijk komen we in een troosteloos winkelcentrum, dat in alles vergane glorie uitstraalt, maar in het centrum is het beter: de meeste gebouwen staan goed in de verf, winkels hebben een behoorlijk assortiment en mensen zijn goed gekleed. HwangeDe weg van Bulawayo naar Hwange is lang, droog en heet; het dorre gras erlangs moet nog een maand wachten op de regentijd. Toch hangt om de bomen een waas van lentegroen. Een enkele keer komen we langs een dorpje met kleine, goed verzorgde ronde of vierkante huisjes met rieten daken. Een bus die vijftig jaar oud moet zijn met een pak bagage op het dak dat bijna net zo hoog is als de bus zelf toetert en knippert om ons te begroeten. We overnachten bij Tuskers Camp, dat op een privé-concessie aan een waterplas ligt. De camping zelf is niet geweldig, maar 's avonds komt er een groep van minstens dertig olifanten drinken en baden. Ze komen tot niet meer dan twee meter van ons af. Wilde honden Vroeger kwamen ze in 39 landen in Afrika voor, nu nog in een stuk of vier. We zijn in het rehabilisatiecentrum van wilde honden in de buurt van Hwange N.P.; er zijn nu twee honden in het centrum zelf (video). Vooral honden die verstrikt raken in stroperstrikken worden opgelapt. Leidende honden van een groep krijgen soms een halsband die beschermd tegen strikken en een zender met GPS heeft, maar het belangrijkste is voorlichting. Er zijn een educatief centrum en een base camp voor kinderen waar kinderen uit de buurt gratis vier dagen op kamp gaan. Ook zijn er programma's waar mensen uit de dorpen in de omgeving water of gezondheidszorg krijgen in ruil voor gedrag dat de honden beschermd. Hwange National Park valt tegen: het is ongebalanceerd. We zien grote gebieden die door olifanten geruïneerd zijn, vlaktes bezaaid met olifantendrollen en grote kuddes olifanten. Door het oppompen van water worden poelen gemaakt waar ze op af komen. Behalve de olifanten en wat giraffes zien we weinig anders: geen roofdieren en heel weinig antilopen. Mana PoolsDe rit naar Mana Pools start moeizaam. Het benzinestation op de route krijgt pas over twee dagen nieuwe voorraad, dus het wordt dertig kilometer extra voor we van de hoofdweg af gaan. Na honderdvijftig kilometer houdt de verharde weg op. We komen steeds langs aangeharkte dorpjes met hutjes die met motieven beschilderd zijn. Waar leven de mensen van? Er zijn een paar geiten, voor de rest is het droog, heel droog. 's middags komen we een groepje Zuidafrikaanse vakantiegangers met autopech tegen aan wie we wat gereedschap uitlenen; het geeft altijd weer een goed gevoel om een Landrover op weg te helpen. Er is geen camping in de buurt en we belanden met zijn allen op een kampeerplek die ze kennen. Het is ons eerste bushcamp sinds Turkana. Wandelen tussen de wilde beesten De weg in Mana Pools naar de Zambezi was berucht om zijn wasbordweg, maar is flink verbeterd. We komen over kurkdroge, brede rivieren, maar de Zambezi zit vol snel stromend water. Alle dieren zijn dan ook in de buurt ervan te vinden. We nemen een kampeerplek aan de rivier; niet goedkoop, maar met een fantastisch uitzicht op het water en in stof gehulde Zambiaanse bergen. Mana Pools is het enige park met wilde dieren waar we geweest zijn waar je mag rondlopen en uit je auto mag; de camping is niet omheind (video). We zien een olifant scharrelen op het eiland tegenover de kampeerplek, nijlpaarden stappen rond in het water en even later wandelt een andere olifant over de camping. Buffels grazen vlakbij. Als we een moment niet opletten gaat een aap er met een zakje chips vandoor. 's avonds horen we hyena's en leeuwen in de buurt. Vier olifanten lopen langzaam de rivier in. Ze verdwijnen steeds verder onder water tot we alleen nog de ruggen zien. Aan de andere oever komen ze weer tevoorschijn. Het blijken er vijf te zijn: er was nog een kleintje dat alleen met zijn slurf boven water kwam en op de kant geholpen wordt. Het is ze gelukt, zonder visum van Zimbabwe naar Zambia. Paniek in dierenland We maken iedere dag dat we in Mana Pools zijn een ochtendrit en een avondrit door het park. De ochtenden zijn koel, een koelte die de hitte van de dag al voelbaar maakt; de paden ruiken naar zand en stof. Impala's gaan met grote sprongen op de vlucht, zebra's en buffels grazen, bavianen vissen nog iets eetbaars uit olifantenpoep, een leeuwin draait zich eens om in de schaduw van een boom en met een explosie van energie jagen krokodillen op vissen. De geluiden van ontelbare vogels smelten samen tot een serene rust. Op grote stukken grond, omgeploegd door olifanten, staan alleen kale, bizar gevormde stronken, als een schilderij van Dali. Net terug op de camping zien we plotseling impala's en zebra's vluchten en buffels gaan staan. Paniek in dierenland! Een groep van minstens zestien wilde honden loopt heen en weer, een paar honderd meter bij ons vandaan. Dick springt in zijn auto voor foto's van dichterbij, maar ze zijn te vlug. Toch een bijzonder moment, het zijn de eerste echt zeldzame dieren van onze reis. ChinoyiWe zwaaien naar de moeder met een kind op haar rug. Ze maakt de draagdoek aan één kant los, er komt een zwaaiend handje uit, de doek gaat weer vast. 's nachts onweert het zoals het alleen in de tropen kan onweren. Overal rondom lichtflitsen, aan alle kanten harde knallen en gerommel, een korte, felle bui. Dan is het weer stil. Bij Chinhoyi is een heel diep meertje met een grot ernaast (video). Via een steile trap en door de grot komen we bij het meertje. We zien geen direkt daglicht meer; alleen kobaltblauw licht weerkaatst in het meertje. Confict Voor we naar het meertje gaan hebben we een conflict over de toegangsprijs. Omdat op de camping die bij het meertje hoort niets goed werkte willen een korting voor de grotten. We spreken de dame bij de ingang erop aan. We hebben haar nog niet anders gezien dan nootjes etend, frisdrank drinkend of met haar telefoon spelend. Kijkend naar haar postuur vermoeden we dat zulke bezigheden haar dagelijkse programma zijn. Ze haalt haar baas erbij. We krijgen uiteindelijk per persoon twee dollar korting na een aantal felle discussies met argumenten als "Wij kunnen hier niets aan doen, dat wordt in Harare beslist.", "Je krijgt een boete omdat je illegaal naar het meer geweest bent.", "Laten we dit als volwassen mensen oplossen." "Ik haal de politie erbij." "Als ik korting geef wordt ik ontslagen." "Dien een klacht in, dan kan Harare geld terugstorten." "Hier is het klachtenboek. Schrijf daar je de klacht in. Er gebeurt niets mee." "Ik heb geen identificatiebadge." "Ik wil mijn naam niet zeggen." Bushcamp We rijden een flink stuk onverharde weg naar Ngezi, naar de enige camping in het gebied richting zuiden. Hij ligt in een recreation area. Een nachtje kamperen zou op USD 24 per persoon komen. Als we zeggen zo'n bedrag niet te gaan betalen haalt de dame bij de kassa er een collega bij "om mee te onderhandelen". Na een heleboel discussie waarbij steeds dezelfde getallen op een andere manier onder elkaar gezet worden en dan met enige moeite het totaal wordt berekend (als je voor 4x8 een rekenmachine nodig hebt blijft het lastig) is het resultaat dat ze geen mandaat hebben iets aan de prijs te doen omdat alles in Harare beslist wordt. Het wordt daarom een bushcamp in de buurt. Great ZimbabweDe volgende dag gaan we door naar Great Zimbabwe (video). We zien onderweg een achterwiel van een vrachtwagen slingeren, even later rijdt het wiel zelfstandig de berm in. De camping ligt direct naast Great Zimbabwe. Zoals bijna overal hebben we de camping voor onszelf. Er zitten weer eens apen die het op onze spullen gemunt hebben, maar het laten zien van de katapult die we gekocht hebben is al voldoende om ze een flink stuk te laten vluchten. Blijkbaar zijn er mensen die wél raak kunnen schieten met zo'n ding. Great Zimbabwe is de grootste opgraving van een steenstructuur ten zuiden van de Sahara, ongeveer achthonderd jaar oud. Lang hebben Europeanen niet willen geloven dat het gebouwd is door Afrikanen ("Die kunnen zoiets niet."). Het lag strategisch ten opzichte van handelsroutes en goudwinning. We zijn er op zondagochtend. We zijn er alleen. Er heerst een serene rust, vogels op de achtergrond. Hoge muren van zorgvuldig op maat gehakte stenen, smalle doorgangen tussen grote keien, steile trappen. Er moet grote rijkdom en een goede organisatie geweest zijn om dit mogelijk te maken. Geld en economie van ZimbabweRond 2009 had Zimbabwe een hollende inflatie waardoor er bijna alleen nog ruilhandel was en de economie krakend tot stilstand kwam: bankbiljetten met een één met zevenentwintig nullen, een munt die iedere drie dagen in waarde halveerde, winkeliers die gedwongen werden hun spullen onder kostprijs te verkopen. Daarop stond de overheid het gebruik van buitenlandse valuta toe. Iedereen vluchtte in Amerikaanse dollars en Zuidafrikaanse Rands. De praktijk is nu dat alles in dollars afgerekend wordt, als klein wisselgeld krijg je vaak randmunten terug. De biljetten zijn de vodden die in Amerika al lang uit de roulatie genomen zouden zijn. Ook krijg je regelmatig biljetten van twee dollar, een coupure die we in Amerika nog nooit gezien hebben. De winkels zijn nu weer goed gevuld, prijzen zijn hoger dan in Zuid Afrika, maar lager dan in supermarkten in oost Afrika. Logeren bij de politieWe zijn onderweg naar Marakele National Park. Het laatste deel van de weg onverhard; daar hadden we niet op gerekend. We halen de camping niet en vragen daarom een politieagent naar een kampeerplaats. Wanneer we uitleggen eigenlijk alleen een veilige plek te zoeken en verder self-supporting te zijn, nodigt hij ons uit in zijn tuin te kamperen. Het wordt een gezellige avond: alle collega's, in dienstauto of privé, komen even kijken wat voor rare snuiters hij gevangen heeft. Het is ook weer een mooie gelegenheid voor een kijkje in de keuken. Hij heeft een golfplaten huisje gehuurd dat nog het meeste doet denken aan een studentenkamer, inclusief grote breedbeeld-TV. Zich wassen doet hij in een teiltje en zijn toilet is een golfplaten hokje van de buren dat hij mag gebruiken. Zijn vriendin ziet hij in het weekend. Na de basisschool is hij bij de politie gegaan om zijn jongere broer en zus de kans te geven naar de middelbare school te gaan. Samen met zijn zus heeft hij een huisje gebouwd voor zijn ouders, die in een andere streek wonen. Hij verdient ongeveer achthonderd euro in de maand, waar honderdvijftig euro belasting af gaat. Hij moet nu eerst zijn drie leningen afbetalen, dan sparen voor zijn huwelijk over een jaar of vier, daarna sparen voor een eigen huis en tenslotte voor een BMW voor de deur. Samen met 24 collega's is hij verantwoordelijk voor een gebied van duizend inwoners waar eigenlijk nooit wat gebeurd. Als mensen geld hebben aan het einde van de maand moet er wel eens een ruzie gesust worden, een paar maanden geleden zijn neushoornstropers gepakt en een paar jaar geleden was er een ernstig verkeersongeluk. Marakele N.P.We maken twee "game drives" in het park en gaan naar de bird-hide. De big five zouden er moeten zitten, maar wij zien behalve antilopen en apen alleen twee neushoorns en een paar giraffen. Ook de bird hide doet zijn naam eer aan: we zien geen enkele vogel. Het landschap begint vlak en warm, maar kruipt naar een hoogte van tweeduizend meter; daar waait een snijdende wind. Kale, verweerde bergen steken loodrecht omhoog. Het verre uitzicht wordt belemmerd door stof in de lucht. Storm 's avonds steekt een storm op. We kunnen net op tijd het kampvuur uitmaken om te voorkomen dat de vonken de tent van Dick en Rita beschadigen. Ook is er een korte, hevige bui, het is de opmaat naar de regentijd. Wanneer we de volgende dag in Johannesburg aankomen wordt ook daar de lucht loodgrijs, begint het te stormen en te gieten. JohannesburgAfscheid Het is de avond voor Dick en Rita terug vliegen naar Nederland. We willen nog een keer samen uit eten, maar de keus is beperkt als je niet te ver in het donker door Johannesburg. Geen geweldig eten, wel gezellig. Dick en Rita hebben besloten hun tent, matrassen en stoeltjes niet mee naar Nederland te nemen. We vragen de bewaker van de camping of hij het wil hebben. Hij is razend enthousiast en komt ons twee keer bedanken. Een vriend van hem zoekt een baan en kan nu in de tent slapen en de bewaking van de camping 's nachts doen. Toen we de laatste keer in Zuid Afrika waren was Johannesburg nog off-limits, omdat het te gevaarlijk was. Er is sindsdien veel verbeterd, dus nu gaan we wel. De wegen naar het centrum zijn breed, met goed bijgehouden bermen met palmen. In het centrum zelf zien we straten met moderne wolkenkrabbers, dure auto's en goed geklede mensen, maar direct ernaast vervallen huizen, vuilnis op straat en mannen die hun roes liggen uit te slapen. Omdat Margriet toch kwetsbaarder is met haar gehandicapte arm blijven we niet te lang. We blijven wel langer in de Orient Mall, een verzameling van winkeltjes die zo uit met Midden Oosten of Zuid Azië zou kunnen komen: gesluierde vrouwen, mannen met baarden, veel winkels met bruidskleding, gordijnen of parfum. Dappere Dodo laten we wassen in afwachting van een paar maanden stalling. Cradle of HumankindDe Cradle of Humankind is een gebied van grotten waar het eerst resten van meer dan twee miljoen jaar oude voorgangers van de mens gevonden zijn. We bekijken de grotten van Sterkfontein. We worden gewaarschuwd dat er nauwe doorgangen zijn, zodat je als je gehandicapt, claustrofobisch, astmatisch of nog een heleboel andere dingen bent, er niet in moet gaan. Margriet aarzelt in verband met haar arm, maar de norm is een veel braai-etende Zuidafrikaan, dus het valt erg mee. Erbij in de buurt is het Museum van Maropeng, waar op een interactieve manier, inclusief boottochtje, de ontstaansgeschiedenis van de aarde verteld wordt. We hebben in verband met ruimtegebrek steeds de drang om souvenirs te kopen weerstaan. Omdat we naar huis gaan proberen we op de Welwitschia Country Market wat te kopen, maar we vinden niets geschikts voordat we zo geïrriteerd zijn door de opdringerige verkopers dat we vertrekken. Margriet is jarig, daarom gaan we 's avonds uit eten. TerugreisOnze vlucht naar Nederland is drie dagen na het vertrek van Dick en Rita. Margriet heeft een afspraak met de orthopeed kunnen regelen de dag nadat we terug zijn. Dappere Dodo kunnen we onder dak stallen bij Bobo Campers, een door Nederlanders gerund camperverhuurbedrijf, onder andere in Johannesburg. De laatste dag gaat heen met opruimen, poetsen, Dappere Dodo stallen en heel lang wachten in de KLM/Airfrance lounge. De KLM zet ons nog even op het verkeerde been door te mailen dat onze vlucht om 18:00 in plaats van om 23:55 vertrekt, maar dat blijkt een softwarefoutje te zijn. |
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|