RwandaRwanda is een bijzonder, in sommige opzichten haast een onafrikaans land. De wegen zijn goed, bijna nergens ligt rommel, het openbaar groen is verzorgd en overal zien we veldjes waarop mannen en vrouwen met elementair gereedschap aan het werk zijn. 85% van het land is gecultiveerd en een gezin heeft gemiddeld 0,5 ha. Hoewel de leiding van het land niet democratisch is bestaat veel bewondering woon de manier waarop Rwanda bestuurd wordt en voor wat is bereikt na de genocide. De genocideHet Genocide Memorial Centre in Kigali, het Genocide Memorial in Nyamata en dat in Murambi zijn geen toeristische highlights, maar bezoek aan een Memorial moet wel onderdeel van ieder bezoek aan Rwanda zijn. Het Genocide Memorial Centre is aangrijpend. Op een indrukwekkende manier wordt verteld hoe de drie stammen, de Hutu's, de Tutsi's en de Twa, die harmonieus samenleefden terecht kwam in een genocide die als doel had de Tutsi's, de economisch bovenliggende groep die zo'n twintig procent van de bevolking uitmaakte, volledig uit te roeien. De koloniale machten en de internationale gemeenschap speelden hierin een belangrijke rol. In de Rwandese geschiedschrijving wordt de schuld volledig bij de koloniale mogendheden, vooral België en Frankrijk, gelegd. Ze stigmatiseerden door het verspreiden van persoonsbewijzen met vermelding van ras, deelden willekeurig in ras in (families met meer dan tien koeien zijn Tutsi's, de anderen Hutu's), trokken na een incident de VN-vredesmacht grotendeels terug op het moment dat hij versterkt had moeten worden, reageerden niet op alarmsignalen over de ernst van de toestand en bleven een regering steunen die de genocide tot doel had. Niet alleen het moorden, maar ook de manier waarop is nauwelijks te bevatten. Mensen werden verminkt met elk wapen dat te vinden was en werden gedwongen toe te zien hoe hun ouders, kinderen en geliefden werden gedood. Niemand werd ontzien, tot babies aan toe. Vrouwen werden bewust verkracht door seropositieven. Gematigde Hutu's die weigerden mee te doen, Tutsi beschermden of er een relatie mee hadden werden gedood. Behalve fotopanelen en video's met getuigenissen van overlevenden zijn ook rijen schedels, botten en gedragen kleding te zien. Buiten het gebouw is een massagraf me de overblijfselen van 250.000 mensen. In Nyamata is de kerk waar tienduizend mensen een vluchtplaats dachten te vinden. Ze werden massaal gedood door handgranaten die in de kerk gegooid werden, met machetes, knuppels, speren en wanneer ze betaalden voor de kogel met een geweerschot. Babies werden tegen een muur gegooid. De kerk is nog in de oorspronkelijke toestand. Er staan nog de bankjes met de kleding erop van de mensen die er vermoord werden, van de babies zijn nog botten te zien en er zit bloed op het altaar. Onder de kerk is een grafkelder gemaakt met rekken met schedels en botten. Aan de schedels is te zien hoe de mensen gedood werden. Achter de kerk is een massagraf waar nog steeds mensen worden begraven. Na de rondleiding door de kerk praten we na met de gids. Hij vertelt hoe ervoor gekozen is om het verleden te accepteren en als land aan een gezamenlijke toekomst te werken als enige optie voorwaarts, maar ook dat nog steeds veel mensen getraumatiseerd zijn; slachtoffers door wat met hen en hun naasten gebeurd is, daders omdat ze beseffen wat ze hebben aangericht. We hebben bewondering voor wat in Rwanda bereikt is, maar krijgen moeilijk een indruk wat er werkelijk leeft. We zien wel dat de mensen veel ernstiger zijn en minder lachen dan in bijvoorbeeld Kenia. De diepste indruk maakt het Murambi Genocide Memorial. In een technische school in aanbouw op een heuvel, in een omgeving die er nu volkomen vredig uitziet, werden 50.000 Tutsi's bijeengebracht en vermoord. Ook hier zien we fotopanelen met een beschrijving van de gebeurtenissen. Op deze plek heeft een proces van natuurlijke mummificering plaatsgevonden. We zien de overblijfselen van volwassenen en kinderen in de houding die ze hadden in het massagraf, sommigen nog met kleding. Alles bedekt met een witte laag leem. Men heeft er hier voor gekozen de lichamen op de schoolbankjes neer te leggen. We zien ook kasten vol met kleren van de slachtoffers, hoewel waardevolle bezittingen door de daders werden meegenomen. Ja en dan loop je weer naar buiten de zon in, diep onder de indruk van de onvoorstelbare gruwelijkheden die hier plaatsgevonden hebben. De beklemming blijft nog een poosje hangen, maar je gaat toch weer over tot de gewone dingen. De knop gaat weer om, maar toch bedenk je dat alle volwassenen dit hebben meegemaakt, als kind dit hebben gezien, slachtoffer of dader waren. Het blijft onvoorstelbaar. KigaliOp de camping horen we de hele dag door vanaf 's ochtends heel vroeg gezang (video). Het is het koor van een kerk van zevendedagsdventisten die op zondag urenlang stampvol zit. Het is een voorbeeld hoe religieus Rwanda is, de "zware" richtingen zoals ook Jehova's getuigen en Pinkstergemeente voeren de boventoon. Omdat er nauwelijks psychologische ondersteuning is in Rwanda zijn kerken de enige plek waar slachtoffers van de genocide terecht kunnen voor geestelijke opvang. Door slingerende straatjes met kleine winkeltjes lopen we naar de grootste markt van Kigali. Er is veel tweedehands kleding en er zijn vrouwen met kleine handeltjes groente. Ze hebben ieder niet veel, maar de variatie is groot. 's middags vullen we onze boodschappen aan bij een supermarkt vlakbij de camping. Hij is een stuk goedkoper dan de Nakumatt, maar het is wel opletten geblazen: bij het afrekenen worden eerst voor RWF 7000 spullen meegeteld die op de toonbank staan maar niet van ons zijn en wordt vervolgens RWF 1000 te weinig teruggegeven. Als we na al het gestunt de boodschappen helemaal narekenen blijkt dat nog voor RWF 1800 teveel gerekend is. Al met al gaat de rekening van €26 naar €16. Op de camping komen we Pim tegen, die we in Kampala net misgelopen zijn. Het is er een gezellige boel met samen Duitsland-Ghana kijken. Helaas blijft het een beetje lang gezellig, omdat de laatste gasten pas om vier uur naar bed gaan. We kijken rond in het centrum waar niet zoveel te beleven is, omdat het zondag is. ra je stopt tot je weer wegrijdt en "faranji"-prijzen op de markt. Het is de verjaardag van Jan, hij wordt zestig. We nemen daarom een Afrikaanse buffetlunch (Fantastic Restaurant) en hebben we 'avonds een van de beste Indiase diners die we ooit gehad hebben (Khana Khazana Restaurant). Akagera National ParkNa Kigali gaan we richting Akagera National Park. Omdat de toegang tot het park per nacht berekend wordt blijven we in Kibungo, een plaatsje vlak erbuiten om 's ochtends vroeg naar binnen te kunnen gaan. De rit erheen over een onverharde weg gaat langs een lang lint van tientallen kilometers van huizen met akkers. Het is allemaal welvarender dan in Ethiopië, Kenia en Oeganda: de huizen zijn van steen met daken van golfplaat en net iets groter, mensen zijn beter gekleed en we zien ook niet de groepen mannen rondhangen die we in eerdere landen zagen. Er wordt veel gelopen zoals in Ethiopië, maar ook heel veel gefietst, hoewel alleen door mannen. Een opvallend verschil met landen waar we hiervoor geweest zijn is dat water hier, meestal met de fiets, door mannen gehaald was, terwijl dat in eerdere landen steeds een vrouwentaak was. We zien regelmatig vijf jerrycans van ieder twintig liter op de fiets versleept worden. Het park is landschappelijk prachtig, maar er zijn niet zoveel dieren: we zien wat antilopen, een paar wrattenzwijnen, bavianen en enkele zebra's (video). Een groep van tien nijlpaarden ligt op de kant in de zon. Er zijn veel olifantendrollen, maar de leveranciers ervan vertonen zich niet, evenmin als giraffen. De parkcamping heeft nauwelijks voorzieningen maar wel een prachtig uitzicht over het landschap, de meren en in de verte Tanzania. Om sommige stukken zijn de wegen zo slecht dat ze niet onderdoen voor Turkana of de moeilijkste wadi's in Oman, maar Dappere Dodo slaat zich er moedig doorheen. 's avonds schrikken we nog even: we zien een vuur in de verte dat snel groter lijkt te worden en op ons afkomt. Een uit de hand gelopen bosbrand waarvoor we in het donker moeten vluchten? Via de satelliettelefoon bellen we met het parkbeheer dat ons verzekerd dat het vuur onder controle is. Even later wordt het inderdaad kleiner. De volgende ochtend ontdekken we met moeite een zwarte streep aan de andere kant van meer en moeras. We hebben ons dus duidelijk voor niets druk gemaakt. Kigali (2)Voor we verder naar het westen gaan gaan we nog even terug naar Kigali om boodschappen te doen en wat te internetten. We willen ook nog een keer lunchen bij de Indiër waar we op Jan's verjaardag waren. Overdag lopen we nog tegen een kleurrijke markt aan (video). Wat we zien zegt iets over het voedingspatroon: heel veel koolhydraten (groene bananen, aardappelen), nauwelijks eiwitten. De volgende dag gaan we over een goede, bochtige weg verder naar Lake Tivu, een van de twintig grootste meren ter wereld. Het is een mooie tocht langs heuvels die tot de laatste vierkante meter voor landbouw gebruikt worden. We zien weinig vee, alleen wat zwartbonte koeien die in een Nederlandse wei niet zouden misstaan. Wanneer we 125 km gereden hebben bedenken we dat we ons wasgoed aan de lijn van de camping in Kigali hebben laten hangen. We besluiten om terug te gaan en zo eindigen we waar we begonnen zijn, op de camping in Kigali. We ontmoeten daar Steve en later ook Michael. Steve is per motor van de UK naar Zuid Afrika gereisd, maakt nu een rondrit door oost Afrika en laat vervolgens zijn motor naar Australië verschepen om van daar naar Europa terug te reizen. Michael reist met een scooter van Zuid Afrika naar Europa. We volgden zijn blog al een poosje voor we hem ontmoetten. Lake TivuWe kamperen in de tuin van het Holiday Hotel, direct aan het meer en met uitzicht op de Congolese heuvels. Kortom, de zoveelste prachtige plek waar we wandelen in de omgeving, ons voorbereiden op Tanzania en zien hoe Nederland met de hakken over de sloot van Mexico wint. Onderin het meer zit een grote methaanbel die ontstaan is door vulkanische activiteit. Wanneer de druk ervan groter wordt dan de waterdruk komt het omhoog met mogelijk dodelijks gevolgen, zoals ooit in Kameroen gebeurd is, maar ter geruststelling is een bord neergezet waarop we lezen dat de waterdruk twee keer zo hoog is als de methaandruk. Aan het meer staat een fabriek die energie wint uit het methaan. Wanneer hij in vol bedrijf is in 2015 kan hij driekwart van de energiebehoefte van Rwanda leveren. De tocht naar de volgende stop, het Nyengwe National Park, langs het meer gaat langs prachtige, soms fjordachtige baaien; daar hoef je echt niet helemaal voor naar Noorwegen. Onder Chinese leiding wordt hard aan de weg gewerkt: aan het begin is het nog rots- en grindpad, aan het einde strak asfalt. Net zoals in Oeganda zien we ook in Rwanda groepen gevangenen werken aan de weg of in het veld, maar we zien nu twee kleuren kleding: roze voor de "gewone" misdadigers en oranje voor daders van de genocide. Nyengwe National ParkHet Nyengwe National Park is een stuk echt tropisch regenwoud, waarschijnlijk het mooiste bergregenwoud van centraal Afrika. Het maakt deel uit van de continentale scheiding tussen het bassin van de Congo-rivier en dat van de Nijl. Erin ligt een van de bronnen van de Nijl. Zoals bij parken waar we eerder waren loopt er een doorgaande weg doorheen die je kunt nemen zonder toegang tot het park te betalen. We overnachten op een camping in het park. Het bos is prachtig, maar we zien weinig dieren. Er zijn apen bij de camping, maar nauwelijks vogels, hoewel in het park de meeste soorten voorkomen van welke plek dan ook in Rwanda. HuyeWe kamperen in de tuin/op de parkeerplaats van het Ibis Hotel; goed onderhouden en met veel bloemen en planten. Bij de koffiewasserij die we bezoeken zijn wel een boel mensen met papieren in de weer, maar is verder weinig activiteit (video). Het koffieseizoen blijkt net afgelopen te zijn; de wachtende mensen zijn boeren die uitbetaald worden. Er is één man, die met de uitbetalingen bezig is, die Engels spreekt en een kwartier lang uitlegt dat we zijn manager moeten bellen voor toestemming voor een rondleiding van vijf minuten door hem. Als dat niet lukt worden we uiteindelijk toch rondgeleid. De bonen worden hier geselecteerd, gesorteerd en uit de vrucht gehaald. Bij het trainings centre en laboratorium waar we daarna naartoe gaan is wel volop activiteit. We zien een grote groep vrouwen de slechte bonen uitsorteren. Het is een ontzettende klus: iedere boon wordt bekeken. Bij de tinproduktenfabriek, ons volgende doel, is niet veel activiteit. De rondleider blijft maar vragen stellen over de reis die we maken: "you are not old, you are eh, eh, a bit old, isn't it boring?" Mensen kunnen zich niet voorstellen dat je reist om het reizen, het moet zijn voor zaken, hulpverlening of evangelisatie. Onderweg erheen komen we Pim weer tegen. Het Nationaal Etnografisch Museum van Rwanda is niet in Kigali, maar in Buye. Het is een mooi, verzorgd museum, met alle uitleg ook in het Engels. Vooral het vlechtwerk, waaronder een hut, is mooi; de dansdemonstratie is een leuke uitsmijter. Hoewel ook Huye onafrikaans netjes is, moeten we weer meer aan Ethiopië denken: veel meer rondhangende mensen, meer vuile en kapotte kleding, bedelen, groepen mensen die om de auto blijven staan zodra je stopt tot je weer wegrijdt en "faranji"-prijzen op de markt. We vragen ons af of het komt doordat in dit gebied veel meer vluchtelingen uit Congo en Burundi wonen. UmugandaOp een van onze reisdagen is het "umuganda". Dit is een gezamenlijke activiteit van de Rwandese bevolking die iedere laatste zaterdagochtend van de maand plaatsvindt. Mensen uit een wijk of dorp komen dan samen om rommel op straat op te ruimen, te werken aan openbaar groen of openbare paden en te discussiëren over de nationale politiek. Andere activiteiten zijn niet toegestaan en de winkels zijn dicht. Het is een poging van de regering om de eenheid van de bevolking te bevorderen. Er wordt steeds bij verteld dat zelfs de president eraan meedoet. We zien inderdaad groepjes mensen struiken snoeien en een pad egaliseren, maar lang niet iedereen doet eraan mee. Het is wel ontzettend rustig op de weg en er zijn veel roadblocks. Wij mogen met ons buitenlandse kenteken direct doorrijden, maar passerende Rwandezen hebben iets uit te leggen.
1 Comment
KampalaWe willen de wielen even laten balanceren omdat na het roteren van de banden het stuur trilt als we ongeveer zeventig rijden. Daarna willen we naar Ggaba Beach, een havenplaatsje aan het Victoriameer, en de botanische tuin in Entebbe. De realiteit is anders. Tweede Pinksterdag wordt ook in Oeganda gevierd, waardoor bijna alle bedrijven dicht zijn. Bovendien giet het de hele ochtend en regent het ook 's middags nog, zodat we uiteindelijk de dag vooral besteden aan computeren op de camping. We hebben afgesproken om Jeroen en Sonja (www.TravelManiacs.nu), die al twintig maanden met hun LandCruiser rondreizen in west- en zuidelijk Afrika en nu onderweg zijn terug naar het noorden, te ontmoeten in Mubende. Het is een korte rit van Kampala naar Mubende, daarom kunnen we alsnog naar de wielen laten kijken en naar Ggibi gaan. Het balanceren van de wielen gebeurt natuurlijk op zijn Afrikaans (zoeken naar de juiste gewichtjes, die hergebruikt worden, zes keer moeten testen voordat het eindelijk goed is), maar het helpt wel tegen het trillen en kost maar €3,-. Ggibi is leuk met bij de groentekraampjes op de markt meer keus dan we heel lang (inclusief de supermarkt) gezien hebben, een visafslag en visverwerking. Jan laat zijn sandalen bij een schoenmaker op straat repareren; dat moet ongeveer eens per drie maanden en is al gebeurd in Albanië en Oman. De service is prima: net zoals je in Nederland een leenauto bij de garage kunt krijgen bij een servicebeurt van de auto worden hier leensandalen verstrekt. Met Jeroen en Sonja wordt een gezellige en leerzame avond . Het spijt ons dat onze routes 180° uit elkaar liggen, waardoor we niet een paar dagen samen op kunnen trekken. Fort Portal en de kratermerenNadat we nog uitgebreid koffie gedronken hebben met Jeroen en Sonja rijden we verder naar Fort Portal, tegen de grens met de Democratische Republiek Kongo aan (video). De kampeerplek (Whispering Palms Campsite) is weer prachtig. Jan gaat naar de kapper. De coupe is duidelijk beter geslaagd dan de vorige keer in Ethiopië, hoewel het allemaal met de tondeuse gebeurt en er geen schaar aan te pas komt. Behalve de ontelbare Toyota-busjes zijn er ook veel Boda-Boda's, brommers die als taxi dienst doen: rijtjes jonge mannen die op hun brommers zitten die met het voorwiel naar de weg klaar staan om ogenblikkelijk weg te scheuren als zich een klant aandient. Ook in Fort Portal blijkt zich een Nederlander gevestigd te hebben die prima brood verkoopt (bij Dutchess). We huren mountainbikes voor een tochtje naar een van de kratermeren. Hoewel er ook hier door de Oegandezen veel gefietst wordt, doet het ons door alle hoogteverschillen net iets teveel aan de fitness denken (terwijl we juist zo'n goede smoes hadden om van de fitness af te zijn). Als we langs een school komen die net uitgaat laten jongetjes zien wat echte fitness is: hun slippers gaan mee in de hand en over de onverharde weg met stenen rennen ze op blote voeten een heel eind met ons mee en voor ons uit. In het veld zien we mannen in gele hesjes aan het werk. Het zijn bewoners van de gevangenis waar we langskomen, die ons vriendelijk begroeten en de hand schudden (gevolgd door een gewapende bewaker). Het wordt geacht de droge tijd te zijn, maar toch hebben we bijna iedere dag regen; ook nu eindigen we in de nattigheid. De lokale verschillen zijn opvallend: terwijl west Kenia grote problemen heeft door de droogte, horen we in Oeganda dat er dit jaar in drie dagen meer regen gevallen is dan vorig jaar in een maand. Rondom Fort Portal ligt een groot aantal kratermeren. Aan Lake Nyakere vinden we een prachige campingplek met uitzicht over het meer. Het is een uitbundig groene omgeving met karakteristieke bananenvelden en theeplantages (video). Wanneer we de volgende ochtend wakker worden zien we de grijstinten van de bergen achter het meer door de optrekkende nevel. Een bootje glijdt geluidloos door het water. De Bigodi Wetland Sanctuary is een moerasgebied met bos eromheen, waar veel verschillende vogels en apen voorkomen (video). Het beheer wordt door de lokale gemeenschap gedaan, die met de inkomsten onder andere een school gebouwd heeft en ook boeren compenseert van wie de oogst door de apen uit het gebied wordt aangetast om te voorkomen dat de lokale bevolking op de apen gaat jagen. Tijdens de nature walk die we met een gids maken door het overdadige groen en langs alle verschillende bomen en struiken zien we onder andere zes nieuwe vogelsoorten en allerlei primaten. We komen langs veldjes koffie, thee, mais en tabak, zien kinderen stukjes grond bewaken tegen de apen en ontmoeten een man die van gefermenteerd bananensap lokale gin stookt. De rit die we maken naar Katara, aan de rand van het Queen Elisabeth National Park, gaat een stukje over openbare weg door het park, zodat we geen toegang hoeven te betalen. We zien weinig dieren: een olifant en wat gazelles. Het park herstelt zich nog steeds van stroperij tijdens de Amin-jaren en de onrust in Congo, waar het park aan grenst. Voor de derde keer deze reis rijden we de evenaar over; het begint al gewoon te worden, we stappen niet eens meer uit. We gaan eerst langs bij de Katara Lodge, een chique lodge gerund door een Nederlander waar Ton en Ingrid geweest zijn, maar ze hebben geen plek voor zelf-caterende overlanders die in hun eigen auto slapen; we hadden toen we er aankwamen ook eigenlijk al besloten dat het te decadent voor ons was. De Crater Campsite, een camping vlakbij de lodge die pas geopend is is een prima alternatief. Weliswaar geen uitzicht over het park, daar moet je tien minuten voor lopen, maar een prachtige, parkachtige omgeving met hoge bomen. We gaan nog even tussen de bananenvelden het dorp in en worden zoals overal in Oeganda begroet door volwassenen en kinderen met "How are you?", een verkorte versie van het uitgebreid naar elkaars wel en wee informeren bij een ontmoeting tussen Oegandezen voordat wat voor zaken dan ook gedaan worden. En wat zijn er veel kinderen: hier viert "ieder jaar weer een" nog hoogtij. Lake BunyonyiDe rit de volgende dag naar Lake Bunyonyi doorsnijdt het park over de hele lengte, maar ook nu zien we alleen wat olifanten en een paar gazelles. Landschappelijk is het prachtig, ook het stuk buiten het park. We hebben weer een prima kampeerplek, direct aan het meer en gaan 's avonds uit eten om onze trouwdag te vieren. We wandelen een dag in de omgeving en we huren ook een dag een uit een boomstam uitgeholde kano. Na even oefenen kunnen we hem redelijk de kant op laten gaan die we in gedachte hebben, maar door een stortbui zijn we sneller terug op de camping dan het plan is. We kijken naar Nederland-Australië, een wedstrijd die de Oegandezen maar weinig interesseert. Voetbal leeft hier blijkbaar minder dan in landen waar we eerder geweest zijn. Op de marktdag komen van alle kanten kano's over het meer aan met spullen (video). Een deel is bedoeld voor verkoop op de markt, maar het is ook de dag dat er vrachtwagens naar Kabale, een stad in de buurt, rijden. Er is geen goedkoop openbaar vervoer, dus mensen zijn van dit soort transport afhankelijk. Het is een kleurrijk gebeuren. RwandaDe grens russen Oeganda en Rwanda passeren we probleemloos binnen een uur. Wel moeten we toch nog $20 road tax betalen; dat hadden we al moeten doen toen we Oeganda binnenkwamen. Rwanda heeft een heel andere uitstraling dan de landen waar we hiervoor geweest zijn. Het is een lieflijk landschap met grote theeplantages, maar vooral ook kleine, groene veldjes tussen de heuvels. Het is ongelooflijk netjes en de wegen zijn uitstekend. Ook Kigali, de hoofdstad, is keurig aangeharkt en groen. Plastic tassen zijn verboden en iedere maand wordt een schoonmaakdag gehouden waaraan iedereen moet meedoen. Rwanda wil het Singapore van Afrika worden en dat is te zien. Het is een strak, bijna dictatoriaal geleid land, maar het beleid wordt breed gesteund door de bevolking. Het is ongelofelijk om te zien wat in dit land in de twintig jaar na de genocide tot stand gebracht is.
We doen weer eens boodschappen bij Nakumatt, een Keniaanse winkelketen, maar we schrikken van de prijzen: € 2,30 voor een liter melk en € 10 voor een kilo druiven. |
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|