We waren gewaarschuwd dat de camping op Cape Maclear lawaaierig zou zijn, maar we vinden het juist wel gezellig en blijven daarom nog maar een dag. We zien hier meer overlanders dan op enige andere camping tot nu toe: Iker en Teresa uit Baskenland die naar Ghana gereden zijn en vandaar verscheept hebben naar Zuid Afrika, Patrick en Verena uit Duitsland die sinds 2010 op weg zijn in een 46 jaar oude vrachtauto en drie Australische families die een half jaar door Afrika trekken. We zien ook weer eens "Das rollende Hotel", een soort kippenhok op wielen. Het mooiste park van Malawi is Liwonde National Park (video). We kamperen bij Safari Camp, een prima plek op de rand van het park waar soms olifanten en buffels zouden rondlopen. Er zitten duizend olifanten in het betrekkelijk kleine park en dat is te zien: veel afgebroken bomen en een vaak kale ondergrond. Er zijn zoveel nijlpaarden dat er iedere twintig meter een in de rivier kan zitten en ook zijn er zwijnen, antilopen en bavianen, maar geen roofdieren, zebra's of giraffes. We hebben het park bijna voor onszelf, hoewel het veel goedkoper is dan eerdere parken: $23 per dag, inclusief auto. Onderweg naar Lilongwe bekijken we de Mphunzi Rock Art. Het lijkt veel de schilderingen die we in Tanzania gezien hebben. In Lilongwe gaan we op huisbezoek bij de vrouw van de Consul (is dat een consulente?) om ons nieuwe Carnet op te halen; na aanvuling van de voorraden en aanschaf van de in Zambia en Zimbabwe verplichte reflectoren gaan we door naar Zambia. We zijn nog op zoek naar een sticker van Malawi voor op de auto. We vinden geen winkel, maar binnen de korste keren weet heel Lilongwe dat we een sticker zoeken en komen overal mannetjes met stickers vandaan. Vlak voordat we Malawi verlaten en natuurlijk net nadat we ons laatste geld aan diesel hebben opgemaakt hebben we nog een lastige discussie met een agent over onze verzekering die volgens hem niet geldig is in Malawi. We rekenen al op een bekeuring, maar opeens haalt hij het pilonnetje weg en kunnen we doorrijden. Het laatste stuk MalawiZambia - South Luanga National ParkDe grens zijn we in een uur over; in Zambia moeten we behalve het visum nog wel Carbon Tax en een soort gemeentebelasting betalen voor we naar binnen mogen. We zijn tot de rand van South Luanga National Park gereden en staan nu op een camping aan de Luanda, met uitzicht op het park. De entree voor het park is per dag, dus we houden een rustige middag om de volgende dag helemaal te gebruiken. De camping is mooi maar faciliteiten zijn drie keer zo duur als op andere plekken: een walking safari van een halve dag komt op USD 80 per persoon, dat laten we dus maar schieten; spaghetti bolognaise in het restaurant is USD 16. We zitten op de camping voor Dappere Dodo, ons gezicht naar de rivier. Een eenzame olifant steekt langzaam over, een krokodil ligt met opengesperde bek te zonnen, nijlpaarden klimmen spetterend uit het water. Bavianen springen tussen de bomen heen en weer, op zoek naar iets eetbaars dat op een tafel is achtergelaten. Een man staat te koken, hij roept dat hij aan de overkant een luipaard ziet; wij zien alleen impala's. Dit is de Luanga! Het South Luanda National Park is misschien wel het mooiste park tot nu toe. Riviergezichten, stukken bos met statige hoge bomen, vennetjes, stukken savanne en kale velden wisselen elkaar af. Twaalf giraffes staan een half uur aan de oever van de rivier te aarzelen of ze over zullen steken. Ze beginnen eraan, maar keren halverwege om en aarzelen verder. Twaalf jonge leeuwen liggen te dutten in de schaduw van een boom. Groepen olifanten kruisen ons pad. Een kudde van wel tweehonderd buffels komt dreigend in onze richting en steekt vlak achter ons over. Overal zijn apen en antilopen. Zwermen van honderden kleine vogeltjes vliegen nerveus heen en weer. Wanneer we stoppen voor een foto horen we gesis onder de motorkap. Er komt stoom uit de accu die we nog niet vervangen hebben. We koppelen hem af; starten kan nog steeds met de andere accu die we in Addis Abeba gekocht hebben, maar de oude moet wel vervangen worden. Op de camping lopen echt olifanten, een hele kudde. Het is een leuk gezicht, maar als er een zijn slurf ter kennismaking naar binnen in onze woonruimte steekt is het toch even spannend. Lusaka en naar de grensOnze oudste zoon Jesse komt begin september naar Zuid Afrika. We gaan dan een paar weken samen rondtrekken. Het betekent wel dat we voor het eerst sinds lang weer een harde deadline hebben afgezien van aflopende visa. We hebben besloten om via Zambia en Botswana naar Johannesburg te gaan. Het is vanaf Malawi niet de kortste route, maar de enige mogelijkheid om vóór de regentijd iets van Zambia te zien. Van Lilongwe naar Johannesburg is het ongeveer 2500 km, dus er moeten kilometers gemaakt worden. De weg is niet slecht, maar er zijn veel potholes en dorpjes, dus we kunnen toch niet al te hard rijden. We verliezen ook tijd omdat een pinautomaat de pas niet teruggeeft. Hoewel het bankfiliaal dicht is heeft een ander slachtoffer van de pinautomaat bankmedewerkers kunnen bereiken. Na een uur krijgen we onze pas terug uit een stapel van een stuk of twintig ingeslikte exemplaren. Lusaka maakt een verzorgde indruk en de supermarkt is de beste sinds Dubai. Ook een groentenmarktje in de buurt heeft een gevarieerder aanbod dan we sinds lang gezien hebben. Het is zondag, daarom zien we veel mannen in kostuum en vrouwen in mooie jurken. De camping, Eureka Camping ligt in een klein natuurpark. Er zijn zebra's, antilopen en giraffes die soms over de camping lopen. We hebben een gezellige avond bij het kampvuur met Duitse en Oostenrijkse overlanders en Afrika-veteranen. We blijven een dag in Lusaka om wat dingen te regelen: we moeten de kapotte accu vervangen, Dappere Dodo heeft een wasbeurt nodig en we willen wat boodschappen doen. Wanneer we de stad inrijden staan we bij een verkeersplein verkeerd voorgesorteerd en voegen met zwaaien en lachen in vóór de wachtende auto's. Helaas rijdt er een auto met politieagenten, dus het rijbewijs (nou ja, een zelfgemaakte kopie) wordt ingenomen en we moeten mee naar het bureau. Volgens de agent zouden we ook nog twee keer over een doorgetrokken streep gereden zijn (we zijn ons van geen kwaad bewust), al met al goed voor een boete van 800 kwatcha (ongeveer € 100). Wij stellen voor 200 kwatcha te betalen, de (terechte) boete voor het illegaal invoegen. Na discussie met de agent lopen we met hem terug naar Dappere Dodo en deelt hij mee een human being te zijn (klopt wel) en dat niemand er wat aan heeft als we 800 kwatcha betalen (klopt helemaal). We kunnen als alternatief 200 kwatcha zonder bon betalen. En wat doet een Hollander dan... Bij een politiecontrole onderweg naar Livingstone moeten we de hele papierwinkel laten zien. Er ontbreekt een document: het blijkt dat we aan de grens behalve visa kopen, carnet afstempelen, zorgen voor verzekering, carbon tax betalen en gemeentelijke belasting betalen ook nog roadtax hadden moeten betalen. Na enige discussie pakt Jan alle papieren terug uit de handen van twee agenten en we rijden weg zonder te worden tegengehouden. Maar voor het land uit mogen moeten we vast alsnog dokken. Nadat we in Choma een leuk etnografisch museum bekeken en zijn weggegaan bij een camping omdat het management (een echtpaar naar we veronderstellen) het oneens is over de plaats waar we mogen kamperen overnachten we op een prima plek in Nkome Conservation Area. Het bestaat uit twee boerderijen van blanke Zambianen met een natuurgebied er tussenin. We blijven er een dag en maken een paar wandelingen en een "game drive". Het laatste stuk naar Botswana loopt heel soepel. We zijn in recordtempo Zambia uit, hoeven niet te wachten bij de beruchte ferry over de Zambezi tussen Zambia en Botswana en zijn snel Botswana in; al met al een uur inclusief overvaart. In Zambia wordt niet meer gevraagd naar de roadtax. Omdat we wel met roadtax, een eventuele verkeersboete, een extra overnachting in Zambia en onbekende kosten voor de ferry rekening gehouden hebben, hebben we uiteindelijk tamelijk veel Zambiaans geld over. Tegen onze gewoonte in (de eerste keer sinds we Iran in gingen) besluiten we op het laatste moment het overgebleven geld bij een wisselaar bij de grens om te wisselen in geld van Botswana. Niet doen dus, achteraf blijkt dat we voor een euro of dertig de mist ingegaan zijn. Indruk van ZambiaZambia is minder dicht bevolkt dan bijvoorbeeld Malawi; hier lopen ook veel vrouwen met een kind op de rug, maar niet bijna allemaal. Toch is de bevolkingsgroei en de behoefte aan natuurlijke hulpbronnen zoals brandhout die daar het gevolg van is een van de grote problemen. Ook hier horen we weer voorbeelden hoe veel ontwikkelingshulp het land niet vooruit helpt, maar vooruitgang juist tegenhoudt: mensen gaan niet meer hun eigen problemen oplossen, ook als ze daartoe wel in staat zijn, maar blijven wachten op externe hulp. Projecten worden door NGO's achtergelaten op een manier dat eigen bevolking er zich geen eigenaar van voelt: als de geleverde spullen kapot gaan wordt weer naar de hulporganisatie gekeken om het probleem op te lossen. Ook tasten ze soms de sociale structuur aan: een put in het dorp betekent dat vrouwen van minder ver water hoeven te halen, maar ook dat ze niet meer tijdens het water halen met elkaar praten en ervaringen uitwisselen. Blanke Zambianen die we spreken zijn volstrekt gericht op het zelf oplossen van hun problemen, zeker als overheidsorganisaties in het spel zijn: als iets gestolen is gaan ze eerst zelf de dief vangen en dan pas naar de politie (de politie heeft geen vervoer, dus ze moeten een auto sturen om de politie te laten komen). Bij brand gaan ze zelf blussen en niet de brandweer bellen ("De gemeente heeft een brandweerauto gekregen die een keer gebruikt is: om mensen naar een begrafenis te vervoeren"). Overal is corruptie in het spel. Onder blanke Zambianen heerst wel een zekere angst dat met name hun grondbezit onder druk staat, hoewel niet zoals in Zimbabwe. De blanken in Zambia komen uit meer verschillende landen en hun houding was ook traditioneel minder racistisch. De gemeenschapszin onder de autochtone bevolking is wel veel groter dan je in Europa ziet. We horen het voorbeeld van een man die een ernstig ongeluk gehad heeft bij wie dorpsgenoten dag en nacht waken en voor wie zoveel eten gebracht wordt dat hij voor weken genoeg heeft. Zambianen zijn vriendelijk, maar in het algemeen wat minder uitbundig vrolijk dan in bijvoorbeeld Kenia en ook terughoudender: wanneer we stoppen voor de lunch op een plek waar wat kinderen zijn lopen ze weg in plaats van te komen kijken. Ook passerende volwassenen lopen langs zonder iets te zeggen. Naarmate we zuidelijker komen wordt het kamperen wel steeds gemakkelijker: er zijn campings en ze worden beter, ook de winkels hebben steeds meer keus. BotswanaEen camping vinden in Kasane, net over de grens, is niet zo gemakkelijk: pas bij de vierde vinden we een plekje. Het is een eigenaardige plaats: uitgestorven, hoewel campings in de omgeving volgeboekt zijn. Aan de winkels zien we dat we weer dichter bij Zuid Afrika zijn. Het is nu precies een jaar geleden dat we uit Nederland vertrokken, hoewel alleen Dappere Dodo het hele jaar weg geweest is. Toch goed voor een taartje. Omdat we in Zambia zo goed zijn opgeschoten zijn we bij Chobe uitgekomen, het op een na grootste park van Botswana. Je kunt één route (langs de Chobe-rivier) heen rijden en op twee manieren terug. Het kost maar € 23 voor een dag. Het landschap is weer heel anders dan in de parken die we tot nu toe gezien hebben, vooral de openheid langs de rivier. Je mag er alleen in met een 4x4 auto, omdat de paden op sommige stukken diep zand zijn. Dat is pech voor de chauffeur die op die stukken alleen aandacht voor het pad heeft en niet voor de omgeving. Het is mooi: we zien grote kuddes olifanten, buffels en antilopen en kleinere groepjes giraffes. We zien ook een leeuw en een leeuwin. Als we even stoppen ontmoeten we Frank en Mary-Ann, uit Nederland. Ze maken al twintig jaar overlandtochten in Afrika en Zuid Amerika. Op hun advies wisselen we van camping en gaan de volgende avond naar Senyati Safari Camp, waarschijnlijk de meest luxe (maar ook duurste) camping van de reis met voor iedere kampeerplek een eigen toilet, douche en keukentje. Het staat vol met Zuidafrikanen met 4x4's met aanhanger. Tegenover de bar is een watertje waar voortdurend olifanten komen drinken en baden. Wanneer we 's ochtends weggaan worden we aangesproken door een groepje Russen dat naast ons kampeert en komt uitleggen dat het neerstorten van de MH11 een complot is van de CIA en de Oekraïne. Wat betreft de kookplaat hebben we te vroeg gejuicht: het starten gaat weer steeds moeilijker en hij ploft een paar keer voor hij start, dus we gaan uitzoeken of het aan de kerosine uit Malawi ligt. De weg naar het zuiden is kaarsrecht en stil. Sinds Soedan hebben we geen wegen gezien met zo weinig mensen erlangs. Voor het eerst sinds Oostenrijk zijn er weer parkeerplaatsen met bankjes. De mensen in Botswana zijn wel veel minder vrolijk en hartelijk dan in enig land sinds Kenia. PapierenacrobatiekAl voor we weggingen hebben we van de belangrijke papieren ingesealde kopieën gemaakt die we bij controles laten zien in plaats van het echte document. Tot nu toe zijn ze probleemloos geaccepteerd. Als we met agenten te maken zouden krijgen die documenten innemen en se pas teruggeven tegen betaling dan kunnen we gewoon wegrijden. Maar nu wordt het tijd voor het creatief omgaan met documenten, zoals veel overlanders dat regelmatig doen. Onze internationale rijbewijzen zijn verlopen en kunnen alleen in Nederland opnieuw aangevraagd worden. Er is nog maar één keer naar gevraagd tijdens de reis, maar het geeft politie weer gelegenheid om over iets te zeuren en een boete uit te delen. Met het stempelsetje dat we voor dit soort situaties hebben meegebracht maken we een stempel "Verlengd tot / Extended until 18 april 2016". Kijken of het werkt.
1 Comment
De kustWe staan drie dagen bij Beach Crab Resort onder Pangani op een perfecte plek aan het witte palmenstrand. In de zonsopgang kijken we uit op mannen die met een visnet achterop komen aanfietsen en even later tot hun middel in het water staan, het net tussen hen in; in de verte zien we voorbijglijdende dhows, de klassieke Arabische boten met kromme zeilen. Na een dag luieren en een dag waarop we langs het strand naar het dichtstbijzijnde dorp wandelen gaan we de derde dag snorkelen bij een eiland voor de kust. Het is een gemengd succes: de boot is anderhalf uur te laat (wegens de ramadan zijn veel mensen 's nachts actief en moeten dan overdag slapen, waardoor er nog wel eens wat fout gaat), zodat het al hoog water wordt en het rif vanaf het eiland moeilijk bereikbaar is; bovendien waait het erg hard waardoor het niet fijn snorkelt. We zien al met al geen enkele vis, maar het is wel een relaxed dagje op het eiland, eigenlijk een zandbank, dat bij vloed bijna helemaal onder loopt. BagamoyoWe hebben besloten Zanzibar over te slaan. De stranden, waarvoor de meeste mensen erheen gaan zijn druk en duur, dus daarvoor hoef je niet te gaan als je in Pangani geweest bent. Het interessantste is Stone Town, een wirwar van straatjes en winkeltjes uit de tijd dat Oman zijn hoofdstad op Zanzibar had. We vinden het niet opwegen tegen het gedoe om een veilige plek voor Dappere Dodo te vinden, de tijd die het kost en de de kosten van eten en accomodatie. We gaan wel naar Bagamoyo, een kleinere versie van Stone Town op het vaste land. We rijden erheen via een route die om het Sadaani National Park heen gaat, maar qua landschap een park had kunnen zijn. We overnachten in de prachtige tuin met hoge palmen van Traveller's Lodge. Wanneer we 's ochtends het strand oplopen zien we vissers in volle actie (video). Groepen mannen staan op de boten die op het strand liggen de vis te sorteren die in emmers en zakken aan land gebracht wordt. Mannen en vrouwen zitten op het strand bergjes vis te verkopen. Een man met mensen om zich heen roept iets, waarna een zak vis en een stapel geld van eigenaar veranderen. Wij kopen een zak grote, verse garnalen. Honderdvijftig jaar geleden draaide Bagamoyo om de slavenhandel. In de koloniale tijd vestigden de Duitsers er een regionaal administratief centrum. Daarna werd Bagamoyo steeds minder belangrijk. We zien de afgebrokkelde restanten van de historische gebouwen en lopen door de straten van zand met swahilihuizen erlangs (video). Overal zitten mannen en vrouwen slaperig voor hun winkels of huizen: de ramadan eist zijn tol. Ruaha National ParkDe rit van de kust naar Ruaha National Park is te ver voor één dag. De weg gaat door Mikumi National Park, waar we giraffes, antilopen en baboons zien. Hoewel er een bord staat dat game viewing en fotograferen verboden is (je hoeft geen toegang te betalen omdat het openbare weg is) houden we uit veiligheidsoverwegingen toch onze ogen maar open. Het laatste stuk voor onze eerste overnachtingsplaats gaat door Boabab Valley, een prachtig gebied vol boababs. Op onze camping, Crocodile Camp aan de rivier tegenover Udzungwa Mountains National Park, zien we geen krokodillen, maar wel ruziënde apen. De volgende dag begint slecht: we hadden al gemerkt dat de kookplaat weer langzamer startte en nu start hij voor het eerst sinds we terug zijn in Afrika weer helemaal niet meer. Met ons laatste restje petroleum kunnen we nog net koffie en thee maken. Als we Boabab Valley uit zijn krijgen we voor het eerst te maken met de kuren van de Tanzaniaanse politie. Omdat heel vaak wel een bord wordt neergezet als de maximum snelheid begint, maar niet waar hij ophoudt interpreteren we dikwijls het begin van de maximum snelheid de andere kant uit als het einde voor ons. Helaas hebben we te maken met een herhalingsbord dat maar aan één kant staat; we worden aangehouden omdat we zestig rijden waar vijftig is toegestaan. Na enige discussie kunnen we kiezen uit een boete zonder bon van 10.000 shilling of 30.000 shilling met bon. We merken overigens wel de gevolgen van de wilde manier waarop gereden wordt. We hadden op een stuk van vierhonderd kilometer al twee keer een vrachtauto op zijn kant in de berm zien liggen, nu zien we een lekkende vrachtauto en een verkreukelde personenauto tegen de vangrail. Ernaast liggen een berg glas en een losse schoen. Het ongeluk lijkt net gebeurd te zijn. Er staan vrachtauto's van twee kanten te wachten. Er is geen politie. Nadat we in Iringa gestopt zien voor diesel, kerosine, groente en fruit gaan we naar de Tungamalenga Campsite, buiten Ruaha National Park. We willen de toegang van 24 uur weer over twee dagen verdelen en gaan daarom 's middags naar binnen. Het is prachtig. Boababs staan verspreid over de droge, hete savanne. Grote kuddes wildebeesten zijn er niet, maar overal lopen groepen olifanten en grazen antilopen. Giraffes kijken naar ons zoals wij naar hen kijken. Eén giraffe schrijdt statig door de rivier, de Great Ruaha, waarin nijlpaarden en krokodillen verkoeling zoeken en een olifantenkoe haar jong badles geef. Een leeuw ligt slaperig onder een boom en draait zich om als we voorbij rijden. Zebra's die op de weg staan vluchten het veld in. Met pruttelend protest ploetert Dappere Dodo voort over de weerbarstige wasbordweg. De volgende ochtend is het landschap in het nieuwe zonlicht zo mogelijk nog mooier. Antilopen zijn er volop, olifanten tot onze verbazing nauwelijks meer. We zien wel nieuwe vogels. MbeyaWe zijn net voor de limiet van 24 uur het park uit en rijden door naar een andere overlandersplaats: The Old Farmhouse. Een prachtige plek, maar andere overlanders ho maar. De volgende dag, als we verder gaan naar Mbeya, is een van die moeizame dagen die je soms hebt. Het regent als we wakker worden en blijft de hele dag bewolkt. De weg is slecht, vol potholes en golven, de slechtste doorgaande weg tot nu toe in Tanzania; we zien dan ook binnen zeventig kilometer drie vrachtauto's op hun kant liggen. In Mbeya willen we Dappere Dodo een beurt laten geven en de voorraden aanvullen voor we Malawi ingaan. Twee garages zijn dicht (achteraf blijkt dat het een openbare feestdag is, maar dat is verder nergens aan te merken), de markt is opgedoekt en supermarkten zijn niet op de plaats waar ze volgens Bradt (de reisgids) zouden moeten zijn. Uiteindelijk vinden we een marktje en een winkel met spullen die we al lang niet meer gezien hebben: yoghurt, bieten, broccoli. We overnachten bij een missiepost, Karibuni Center. We hebben ermee gerekend twee dagen in Mbeya nodig te hebben, maar de dag erna zit het mee: drie monteurs geven Dappere Dodo binnen een uur een beurt en er komen geen verrassingen tevoorschijn. Volgetankt (diesel is in Malawi € 0,50 per liter duurder dan in Tanzania) zijn we om half elf onder een bewolkte lucht op weg naar Malawi. Het laatste stuk Tanzania doet aan Rwanda denken: de berghellingen zijn volledig bezaaid met kleine velden waarop een grote variatie aan gewassen verbouwd wordt. MalawiBinnen drie kwartier zijn we zonder problemen de grens van Tanzania naar Malawi over. Als we Tanzania uitgaan wordt nog wel naar de roadtax gevraagd, maar we hebben geen bonnetje; we kunnen ons eerlijk gezegd ook niet herinneren de roadtax betaald te hebben. Nadat we alle bonnetjes die we deze reis verzameld hebben (een stapel van een centimeter of vijf) op de balie uitspreiden ("hier moet het tussen zitten") mogen we na enig gegraaf van de wanhopig kijkende dienstdoende ambtenaar zonder betalen verder. Het verschil tussen Malawi, een van de armste landen ter wereld, en Tanzania valt meteen op: kleding is minder kleurrijk en meer versleten, de handeltjes zijn kleiner. NgaraWe rijden door naar FloJa B&B, gerund door twee Nederlanders, Floor en Jan (video). Ze hebben een voorschoolse opvang opgezet voor tachtig wezen, gehandicapten en vooral achtergestelde kinderen en de B&B dient om inkomsten voor het opvangcentrum te genereren. Het is een fantastisch initiatief ondergebracht in de FloJa Foundation, een in Nederland AMBI-goedgekeurde charitatieve instelling (www.FloJaMalawi.nl). Geen NGO met nieuwe LandCruisers en kleurrijke mailings, maar een effectieve "back to basics" opzet. Floor en Jan zijn zelf afwezig wanneer we komen, maar we zullen ze later ontmoeten in Mzuzu. We mogen rondkijken in de kinderopvang. De voorschoolse opvang bestaat uit twee klassen van ieder ongeveer veertig kinderen, de leeftijden variëren van twee tot zes jaar. De meeste kinderen komen vanaf half acht tot een uur of twaalf, een kleinere groep die al op de basisschool zit komt 's middags voor ondersteuningslessen. De kleding is schoner en minder versleten dan we op straat zien, met veel oranje t-shirts. Wanneer we komen kijken wordt in beide klassen lesgegeven door een vrijwilliger, begeleid door de vaste leerkracht. Een van de vrijwilligers heeft haar kind van ongeveer een jaar oud meegebracht, dat de hele tijd rustig op tafel om zich heen zit te kijken. De kinderen krijgen ontbijt en lunch; het basisvoedsel is nsima, een soort maispap, 's middags aangevuld met groente en soms vlees, gekocht of van de eigen kippen. Het speelterrein buiten is mooi en groot met veel zelfgemaakte toestellen. De lessen volgen nu nog het curriculum van Malawi dat zich concentreert op het met de hele groep leren van letters, kleuren, vormen en cijfers, voor beide klassen hetzelfde programma. In de lessen die we zien in de twee klassen stelt de leerkracht een standaard vraag aan de klas en roept de hele klas het antwoord. Het plan is om vanaf het komende schooljaar een Nederlands curriculum in te voeren, dat al met succes op andere plaatsen in Malawi gebruikt. Er is veel lesmateriaal in de klassen beschikbaar, maar de leerkrachten moeten regelmatig gestimuleerd worden dat ook te gebruiken. Twee van de vrijwilligers zullen een vaste plek tegen vergoeding aangeboden krijgen en worden in de vakantie getraind. De klassen kunnen dan kleiner worden en de lessen effectiever. Floor en Jan hebben een levendig, acht maanden oud adoptiekind, een vondeling die ze kregen toen hij twee weken was. Toen we aankwamen bij de B&B maakte de medewerker die ons ontving ons erop attent dat er 's nachts lawaai van een katoenverwerkingsfabriek was. De fabriek werd een jaar geleden neergezet achter het terrein waar Floor en Jan al vijf jaar bezig waren. In het oogstseizoen draait hij 's nachts omdat er overdag problemen met de elektriciteitsvoorziening zijn. Het was natuurlijk een domper voor Floor en Jan, maar protesten hielpen niet: wetgeving rond hinderwetvergunningen is in Malawi nog niet zo ontwikkeld. Wij hadden overigens helemaal geen last van het geluid dat overstemd werd door de golven. Margriet bakt weer eens brood. We maken 's middags een wandeling langs het meer, de volgende ochtend lopen we rond in het dorp vlakbij. Malawi wordt wel "Afrika voor beginners" genoemd, het wordt duidelijk waarom. In heel Afrika zijn we nog niet zulke vrolijke, vriendelijke mensen tegengekomen als hier. In het meer wassen mensen zichzelf en hun kinderen. Vrouwen doen er de was en mannen zitten naast de boten die gemaakt zijn van uitgeholde boomstammen hun visnetten te repareren. Wanneer we langslopen zwaaien ze lachend of geven een hand. Vissers leggen uit hoe ze met drie kano's uitvaren om een net te spannen en vis binnen te halen. Vrouwen balanceren volle emmers water op hun hoofd en op rekken ligt vis te drogen. Een groep mensen staat met bankbiljetten in de hand rondom een boot met een net vol vis die verkocht wordt. Kinderen hollen achter ons aan om op de foto te komen of te stoeien. Ze bedelen om pennen, snoepjes of geld, maar meer als grap dan dat ze echt verwachten iets te krijgen (video). Livingstonia en MzuzuWe rijden verder naar Livingstonia (video). Over een steile, smalle weg gaan we achthonderd meter omhoog en slaan ons kampement op bij Ludwe Camp, een uitstekend ingerichte camping geleid door een Belg, die kansrijk meedoet met de wedstrijd "mooiste uitzicht vanaf het toilet". Zoals zo vaak: als het hang- en sluitwerk klopt wordt de camping gerund door een Europeaan. De Belg is een voorbeeld zoals we dat al vaker tegenkwamen: iemand die aan een rondreis door Afrika is begonnen, op een mooie plek is blijven steken en een bedrijf gestart is. Bij de camping hoort een ecologisch opgezette tuin. Aleck, de verantwoordelijke tuinman, geeft een enthousiaste rondleiding en legt uit hoe de tuin vanuit een aantal basisprincipes is opgezet: klein beginnen, hergebruik van alles, variatie, rotatie, etc. Het is verbazingwekkend wat allemaal verbouwd wordt; driekwart van de soorten groente en kruiden vind je wel bij Albert Heijn, maar hebben we nog nooit op een lokale markt gezien. Er worden trainingen gegeven aan mensen uit de buurt en aan schoolklassen, maar dat betekent nog niet dat mensen de "nieuwe" groenten gaan verbouwen. Dit raakt aan een kenmerk van Afrika dat we op veel plekken zijn tegengekomen: gebrek aan creativiteit. Wanneer je rondrijdt zie je op de ene plaats vijftig handeltjes van mensen die alleen maar tomaten aanbieden, in het volgende dorp verkopen vijftig mensen alleen uien. Niemand zal prei gaan verbouwen en verkopen. Dit gedrag wordt gestimuleerd door het onderwijssysteem dat draait om het klassikaal verwerven van feitenkennis en doordat mensen kopiëren wat ze in hun omgeving zien omdat ze niet naar school geweest zijn en daar nieuwe dingen geleerd hebben. We raken er steeds meer van overtuigd dat de belangrijkste ontwikkelingshulp onderwijs is op een manier die zelfstandig en creatief denken stimuleert. We lopen verder naar de watervallen waar onze namen weer eens in een groot boek geschreven moeten worden, zoals zo vaak in Afrika. We vragen naar het doel ervan. "Wat gebeurt er met het boek als het vol is?" "Dan nemen we een nieuw boek." "Nee, ik bedoel met dit boek." "Dat leggen we in ons kantoor; we hebben daar al een hele stapel. " "Kijkt er wel eens iemand in?" "Nee, nooit." Een paar kilometer verderop ligt Livingstonia, dat aan het einde van de negentiende eeuw is opgericht door Schotse missionarissen. Het ziet eruit als een half afgebouwd Victoriaans dorp met Engels aandoende huizen en kerken en zelfs een universiteit. Ook het weer is Schots: een grijze lucht en mist die later overgaat in motregen. In Mzuzu vinden we een filiaal van Shoprite, een Zuidafrikaanse supermarktketen. Een prima plek om de voorraden aan te vullen, maar ook een bron van ergernis. Het is niet alleen een chaotisch opgezette winkel met een omroepinstallatie waarop Theo Koomen voortdurend de finale van de wereldkampioenschappen schaatsen lijkt te verslaan, maar alles gaat fout wat fout kan gaan: een kwartier knoeien met onze credit card, waarna we alsnog 49 bankbiljetten mogen aftellen, opwaardeerbonnetjes voor de telefoon waarvan de instructie niet klopt en naar we merken als we op de camping zijn is onze duurste boodschap twee keer aangeslagen. Overigens krijgen we het teveel betaalde geld de volgende ochtend zonder enige discussie terug. NkhotakotaWe rijden door naar Nkhotakota en vinden een prachtige kampeerplek op het strand bij de Fish Eagle Bay Lodge (video). We lopen langs het strand naar de Pottenbakkers Lodge met mooie produkten en gaan daarna naar Nkhotakota Wildlife Reserve waar we kamperen in het park. Er komen hier blijkbaar teveel toeristen, want de kinderen gedragen zich veel minder prettig dan op andere plekken. Er wordt nauwelijks gezwaaid en iedere zin begint met "Give me...". Het is een mooie omgeving bij de rivier, maar er zijn weinig dieren, want in het verleden is er veel gestroopt in het park. De situatie is sterk verbeterd: er werken 140 mensen uit de dorpen in de omgeving in het park, dus er is een direkt belang voor de bevolking. Er zijn lodges gekomen, er komt hekwerk om het deel van het park en er worden nieuwe dieren ingebracht; 's avonds lopen olifanten langs de camping, maar wij hebben ze niet opgemerkt. Voor een ochtendwandeling door het park moet eigenlijk een gewapende scout mee omdat twaalf jaar geleden een vrouw door een leeuw is aangevallen, maar het lijkt ons vooral werkverschaffing. De lodge denkt er ook zo over, want als de scout niet klokslag zeven uur aanwezig is, gaan we met Clifford, een van de medewerkers op pad. Prima, want hij spreekt vast beter Engels en weet meer dan de gemiddelde scout. Wanneer we terug lopen langs de rivier zien we zeven krokodillen. Het levensverhaal van Clifford heeft de trieste elementen als we ook al zo veel van anderd Afrikanen gehoord hebben: Hij had een broer en vier zussen, de broer en één zus zijn overleden. Hij heeft vier kinderen, maar ook zijn vader en de drie kinderen van de overleden broer wonen bij hem in huis. Alle zeven kinderen probeert hij een middelbareschoolopleiding te laten volgen, ondanks het schoolgeld van €100 per kind per jaar, zodat ze een baan kunnen vinden en later voor hem kunnen zorgen. Na zijn eigen middelbare school werd hij fotograaf, een goed lopende activiteit tot al zijn fotospullen gestolen werden. Uiteindelijk vond hij toen een baan bij de lodge. Senga Bay's middags vinden we in Senga alweer zo'n prachtige plek aan het strand (Steps Campsite). De volgende dag gaan we naar de Kuti Wildlife Reserve (video). Het is een park zonder leeuwen, buffels, olifanten of andere dieren met onaangename eetgewoontes, zodat we er kunnen wandelen. We zien onder andere zebra's, zebu's, wildebeesten en de twee giraffen van het park. De parkopzichter vertelt droevig dat de derde is doodgebeten door een slang. Na een karig ontbijt omdat ons brood door een aap is meegepikt bezoeken we een kwekerij/exportbedrijf van cichlids, tropische vissen. Deze vissen, die voorkomen in Lake Malawi, muteren genetisch heel snel, zodat er wel vijfhonderd verschillende soorten zijn, aangepast aan de leefomgeving. Het bedrijf vangt en kweekt cichlids, bestemd voor aquaria in Europa en de Verenigde Staten. Mua Mission en Cape MaclearOnderweg naar Cape Maclear ligt Mua Mission met een mooi museum over de cultuur van de drie grootste stammen van centraal-Malawi. Vooral alle rituelen met strak gedefinieerd protocol die ieder van de stammen heeft voor alle levensfases en de grootste verzameling maskers van Malawi zijn bijzonder. Het is nu de tweede keer dat we een museum zien over de lokale cultuur dat door missionarissen is opgericht. We vragen ons af wat ze bewogen heeft: de meesten waren vooral gericht op het introduceren van de westerse katholieke normen en waarden. We laten onderweg nog even de ketting waarmee de zandplaten vastzitten loszagen, omdat het slot niet meer opengaat. Regelmatig zien we afgeladen open vrachtauto's, op de zijkanten vol met mensen; het is vaak de enige vorm van openbaar vervoer. En weer zien we een van die tropische zonsondergangen, nu vanaf de Fat Monkeys camping op Cape Maclear. Mannen staan er de hele dag met een takkenbezem bladeren van het zand te vegen; het zou zoveel efficiënter gaan met een grashark, maar dit is Afrika: arbeid kost niets, gereedschap wel, dus veel ineffectieve arbeid met ongeschikte hulpmiddelen; bovendien zijn ze het niet gewend, het zou dus best kunnen dat ze de takkenbezem zouden blijven gebruiken, zelfs als er een grashark was. We gaan snorkelen in Lake Malawi, het is de beste snorkeltrip tot nu toe: we zwemmen op aaiafstand van de vissen in tientallen maten, kleuren en patronen. Hoewel er volgens de lokale bewoners geen bilharzia is nemen we net als de meeste andere toeristen voor de zekerheid toch maar een profilaxe. Kookplaatdoorbraak?Volgens de servicehandleiding van de kookplaat moet hij eens in de zoveel tijd met petroleum (kersosine/paraffine) gestookt worden om hem schoon te maken. Omdat we weer startproblemen hebben proberen we dat maar eens en inderdaad, op petroleum start hij als een tierelier. Bij navraag bij Wallas blijkt dat we zonder bezwaren de diesel permanent door petroleum kunnen vervangen (diesel is voor driekwart petroleum) en daar we toch een eigen brandstoftank voor kookplaat en kachel hebben gaan we dat maar doen en vooralsnog start hij voortreffelijk. Hadden we echt alle gedoe (gloeielementen vervangen, kookplaat meenemen naar Nederland, dure printplaatvervanging) kunnen voorkomen?
|
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|