Lake BaringoWe steken weer even de evenaar over naar het noordelijk halfrond om naar Lake Baringo te gaan. We staan bij Robert's Camp direct aan het water met heel veel vogels en een nijlpaard voor de deur. Van Serawit, onze gids en hulp in Wondo Genet in Ethiopië, waar we overvallen zijn, krijgen we een e-mail dat de hoofdmisdadiger is gearresteerd. Toch nog gerechtigheid! Wanneer we 's ochtends wakker worden liggen er zeven nijlpaarden vlak voor onze kampeerplek in het water. We maken met Cliff, een fantastische gids die ons door Peter en Leonie is aanbevolen in twee dagen twee bird-watching-wandelingen, een natuurwandeling en een boottocht (video). We zien veel nieuwe vogelsoorten, slangen, schorpioenen en spinnen. Een van de eilanden waar we naartoe varen wordt bewoond door één familie, bestaande uit een man, vijf vrouwen en 28 kinderen. Margriet bakt weer eens zelf brood. Waarschijnlijk door blokkade van een ondergrondse rivier staan alle meren in de Riftvallei erg hoog. Het niveau van het Baringo-meer is een jaar of drie geleden in zeven maanden tijd met tien meter gestegen en is het oppervlak van het meer anderhalf keer zo groot geworden. Langs het meer zijn resorts, scholen, huizen en pompstations ondergelopen en is een deel van de camping blank komen te staan. In het vroegere huis van de manager van de camping woont nu een nijlpaardenfamilie. Als we met Cliff rondgaan wijst hij regelmatig melancholiek naar een half uit het water stekende bouwval en vertelt wat het was. Het is ook nauwelijks voorstelbaar wat het voor de bevolking geweest moet zijn: iedere dag zie je het water verder stijgen en zie je je spullen en inkomen in het water verdwijnen terwijl je niet weet wanneer het ophoudt en je van de overheid in Nairobi nauwelijks hulp te vewachten hebt. De omstandigheden voor de lokale bevolking in het gebied zijn om nog meer redenen heel ongunstig. Niet alleen het stijgende water heeft voor problemen gezorgd, ook is het aantal toeristen teruggelopen door de berichten over terreuraanslagen in Kenia en heeft de regentijd weinig regen gebracht, waardoor veel vee sterft ten gevolge van onvoldoende graasgras. De visvangst is de enige inkomstenbron die niet onder de gebeurtenissen geleden heeft. Het valt op dat veel mensen bruine vlekken op hun tanden hebben, veroorzaakt door het hoge fluorgehalte in het meer. Het meer is de enige bron van drinkwater, omdat pogingen om putten te slaan zijn mislukt. Toch zijn de mensen vrolijk en ook is Cliff is verbazingwekkend optimistisch. Hij vertelt dat alle mensen in het gebied, waar hij met een weids gebaar naar wijst, zijn families zijn. De gemeente betaalt de studie van talentvolle inwoners en heeft ook zijn opleiding tot ornitholoog betaalt. Hij heeft nu een inkomen uit langere trips die hij maakt met toeristen, maar moet het geld dat betaald wordt door toeristen aan Lake Baringo als aflossing van de studieschuld afdragen aan de gemeente. Zijn grootmoeder van 91 leeft nog in goede gezondheid en heeft honderd kinderen en kleinkinderen. Er is een hut voor haar gebouwd naast het huis van haar oudste kind en haar kleinkinderen zorgen nu voor haar. Cliff heeft twee schoolgaande zoons en zijn vrouw heeft wat inkomen uit de verkoop van gehaakte kleding en sieraden. Kakamega Rain ForestIn Kenia is nog een klein stuk tropisch regenwoud over van een gebied dat zich door Congo tot west Afrika uitstrekte, maar door menselijk ingrijpen steeds kleiner geworden is. De verantwoordelijkheid voor een deel ervan, Kakamega South, is in 2006 overgenomen door de lokale gemeenschap, die nu uit toerisme en andere bronnen een inkomen probeert te halen. Er worden nieuwe bomen gekweekt en er wordt streng op toegezien dat niet illegaal gekapt, gestroopt of vuur gestookt wordt; overtreding kan een gevangenisstraf van zeven jaar betekenen, af te kopen voor KES 50.000 (ca. € 400). Om het hele gebied heen zijn theeplantages om de grenzen duidelijk te markeren. Tijdens een wandeling met gids Nancy zien we vooral veel vlinders en bijzondere bomen en planten. Nancy woont sinds haar man bij de onlusten in 2007 overleed met haar drie schoolgaande kinderen bij haar moeder. Na een opleiding van vijf jaar werd ze gids en krijgt 20% van het geld dat toeristen voor een wandeling betalen (in ons geval € 16 voor een wandeling van vier uur). Ieder gezin heeft recht op 0,4 ha grond om eigen groente e.d. te verbouwen. Zoals het hoort in een tropisch regenwoud worden we 's middags getracteerd op een forse regen- en onweersbui. Op de camping (Kakamega Rain Forest Resthouse and Camping) ontmoeten we Steven en Nia, twee Canadese studenten die acht weken in een klein dorpje te wonen om de opbrengst van een project om lokaal voedsel te verbouwen voor eigen gebruik en verkoop voor de ondersteuning van AIDS-wezen zo te verbeteren dat het zonder subsidie verder kan draaien. Sipi Falls (Oeganda)De grensovergang tussen Kenia en Oeganda verloopt probleemloos. Het is een rommelig, typisch Afrikaans geheel met allerlei loketjes en druk gebarende types die hun diensten aanbieden, omdat ze niet willen begrijpen dat we na de 23 grensovergangen van deze reis zelf wel ongeveer weten hoe het werkt. In een uur hebben we alle stempels en zijn we zelfs zonder gezeur over roadtax of een verzekering op weg in Oeganda. Onze eerste stop in Oeganda is Sipi Falls. Vanaf onze kampeerplaats bij Moses Camp hebben we een fantastisch uitzicht direct op de waterval. Oeganda maakt een duidelijk armere indruk dan Kenia en doet meer aan Ethiopië denken, terwijl de mensen ook minder hartelijk en vrolijk zijn. We zien de armoede bijvoorbeeld aan het aantal mensen dat met water sjouwt en het blijkt ook uit de statistieken. In 2009 maakte maar ruim eenderde van de Oegandese kinderen de basisschool af, had minder dan de helft van de bevolking toegang tot goed drinkwater en maar vier procent de beschikking over elektriciteit, terwijl de gemiddelde levensverwachting nog geen 46 jaar was. Het gedrag van de lokale "gidsen" in Sipi doet ook aan zuid Ethiopië denken en het is duidelijk meer kwantiteit dan kwaliteit; we kiezen er daarom voor zelf te gaan wandelen. JinjaDe volgende stop is Jinja. Langs wegen die beter zijn dan de Keniaanse zien we veel vrouwen in prachtige gekleurde jurken met sjerpen lopen ter gelegenheid van martelaarsdag, een algemene feestdag. We blijven ons verbazen hoeveel spullen de Oegandezen achterop een fiets of brommer weten te krijgen: een driezitsbank, een halve bananenoogst, twintig matrassen of vier passagiers, desnoods inclusief baby's, het kan allemaal. We slaan ons kamp op bij Wim en Monique, een Nederlands paar dat onder andere tweeëeneenhalf jaar door Afrika gereisd heeft en daarna op een prachtige plek aan de Witte Nijl is neergestreken. Ze exploiteren een aantal huisjes, maar af en toe zijn rondtrekkende overlanders ook meer dan welkom (www.HollandParkUganda.com). Twee dagen luieren (we beginnen al aardig het Afrikaanse ritme over te nemen), zwemmen, boodschappen doen, wat onderhoud aan het woongedeelte van Dappere Dodo plegen en mail bijwerken bevalt dan ook uitstekend. We eten volkorenbrood en krentenbollen die gebakken zijn door een Nederlandse bakker die zich in Oeganda gevestigd heeft (te koop bij onder andere Flavours in Jinja); njam njam.... Griffin FallsMet moeite scheuren we ons los van het heerlijke plekje bij Wim en Monique en rijden na een tussenstop om groente en fruit te kopen (video) een klein stukje verder naar Griffin Falls Camp in Mabira Forest. Daar maken we met een gids een boswandeling naar de waterval. Het bos zelf is echt tropisch regenwoud van dichte bomen waardoor geen zonlicht bij de grond komt, maar de waterval ruikt naar gist door afvalwaterlozingen van de suikerfabriek in de buurt. Op de camping ontmoeten we drie Canadese academici die onderzoek naar kikkers doen: iedere avond komen ze terug met een uitgebreide vangst die geanalyseerd en geprepareerd wordt. KampalaWe willen nog wat spullen inslaan en hopen Pim te ontmoeten in Kampala, daarom besluiten we daar kort naartoe te gaan. We staan bij de Red Chilli (overlanders let op: nieuwe locatie!). Dit is de standaard plek in Kampala voor overlanders. We zien voor het eerst sinds lang weer veel buitenlanders waaronder een overlandtruck, maar geen zelfstandig reizende overlanders zoals wij. Toevallig komen we langs de vestiging in Kampala van de Nederlandse bakker, dus dat wordt weer prima brood.
0 Comments
De oostkustDe volgende plek die we aandoen is Watamu, ook aan de kust. We kamperen bij Ocean Sports. In de buurt ligt Gedi, een opgraving van een Swahilistad die van de dertiende tot zeventiende eeuw bewoond was, maar daarna werd overwoekerd door de jungle en pas in de twintigste eeuw weer werd gevonden (video). We hebben de opgraving voor onszelf. De eeuwenoude gebouwen in een volmaakte harmonie met oude boababs onder een grijze lucht en tussen het intense groen van de regentijd geven ons het gevoel dat we zelf een mysterieuze, verloren stad ontdekken. Het is een bijzondere ervaring. Er is weinig over de historie van de stad bekend, maar de vele moskeeën en restanten van servies van over de hele wereld maken het aannemelijk dat intensieve contacten met Arabië en het verre oosten bestonden. We gaan ook naar de vlinderkwekerij. Hier worden exotische vlinders gekweekt die vervolgens in Europa en Amerika verkocht worden. Het project is bedoeld om de lokale bevolking aan inkomsten te helpen op een manier die niet ten koste gaat van de bedreigde natuur. Het bezoek zelf is geen succes, want we zien welgeteld drie vlinders; waarschijnlijk zijn we in de verkeerde tijd van het jaar. Het Arabuko-Sokoke Forest is het grootste en best bewaarde kustbos van oost Afrika. Samen met een prima gids (David Ngali) kijken we vooral naar vogels. Het is ongelofelijk wat zo'n man allemaal uit geluiden en voorbij schietende schimmen haalt. We zien zeker tien nieuwe soorten waaronder na sluip-door-kruip-door op een plek die wij nooit gevonden zouden hebben een uiltje dat alleen in dit bos voorkomt. We aarzelen om te gaan snorkelen, maar het weer is te bewolkt. We hebben voor de rit terug naar het westen van Kenia een directe doorsteek van Walindi naar Nairobi uitgezocht, maar als we een eind onderweg zijn op een slechte, onverharde weg realiseren we ons dat de weg door Tjave Oost Nationaal Park gaat en dat ons tussen de $150 en $200 gaat kosten. We beginnen aan een andere doorsteek, maar omdat het al tegen de avond loopt kiezen we de veiligste weg, dat is naar de kust. We komen uiteindelijk bij Takashack, een prachtige plek aan zee met privéstrand, ongeveer 20 km van de plaats waar we 's ochtends vertrokken. Het is de eerste keer na een reistijd van 7,5 maanden dat we zo de mist in gaan met de route. Lake Naivasha In de volgende twee dagen rijden we naar Lake Naivasha, een prachtige plek waar we al een nacht gestaan hebben voor onze terugkeer naar Nederland (video). Margriet haalt haar hart op aan alle vogels. In Hell's Gate National Park, vlakbij het meer, zijn weinig dieren met een dieet van rauwe mens, daarom kun je er zonder onmiddelijke gezondheidsrisico's met de fiets in (video). We huren fietsen en zien onder andere zebra's, gazelles, impala's, bavianen, een giraffe, zwijnen en allerlei vogels waarop we nog aan het puzzelen zijn. Er zijn ook baboons die zo brutaal zijn dat ze je brood uit je handen rukken. Op de terugweg gaan we nog even langs de shopping mall Afrikaanse stijl: een bonte verzameling kleine houten winkeltjes met een nog kleiner assortiment. De volgende dag laten we eerst de auto poetsen. Die zat zo vol met leem van het off-road rijden dat je aan de rijeigenschappen kon merken. Het kost meer dan een uur om hem weer toonbaar te krijgen. In het Crater Lake Sanctuary, waar we daarna naartoe gaan en waarvan de toegangsprijs onderhandelbaar blijkt, zien we behalve de dieren die we ook al in Hell's Gate zagen ook buffels, gnoes, dikdiks, waterbokken, oostelijke franjeapen, roanantilopen en nog meer vogels. Nationaal Park Masai Mara Door het gedoe met de transfer van Dappere Dodo (zie hieronder) halen we de rand van het park niet. We stoppen bij Lexingtone Hotel in Narok, een pas geopend hotel met supervriendelijk personeel. Personeel en gasten komen allemaal langs om de malloten te bekijken die zo rondreizen. De weg tot de Masai Mara is eerst goed, maar de laatste 55 kilometer is de beruchte wasbordweg, waar je vullingen uit je kiezen rammelen als je niet minstens zestig gaat...tot je een kuil tegenkomt. Dit is echt Masaigebied: weidse vlaktes waar mannen in geblokte rode kleden en met grote gaten in hun oren hun kuddes hoeden. Onderweg komen nog we langs een Masai-veemarkt (video). We kamperen vlak buiten de Masai Mara op een prima terrein, maar alweer zonder andere overlanders. In de drie weken dat we weer in Kenia zijn hebben we er pas één gezien. De dag in de Masai Mara is een topdag (video). Niet alleen om de olifanten, giraffes, buffels, hyena en krokodillen en andere wilde dieren die we zien, maar ook door de indruk die de gigantische kuddes zebra's, gnoes en antilopen maken. In geen enkel park hebben we zulke grote groepen bij elkaar gezien. Het is merkbaar dat de dieren al lang niet meer bejaagd worden, want ze vertonen veel minder vluchtgedrag dan op andere plekken. Een hoogtepunt is de groep van 25 nijlpaarden in een dode tak van de rivier de Tarek. We rijden ook nog even naar de Mara, de grootste rivier in het park. Het is er nu leeg, maar rond augustus vindt hier de grote oversteek plaats. Een paar miljoen wildebeesten trekken jaarlijks van het aangrenzende Serengeti in Tanzania naar het noorden. Van de half miljoen wildebeesten die in februari geboren worden overleeft tweederde de tocht niet: ze worden vertrapt in de gekte of opgegeten door in de Mara klaarliggende krokodillen of andere roofdieren. Bijna de hele dag zijn er nauwelijks andere toeristen. Wanneer we bijna het park uit zijn zien we opeens wel een heleboel toeristenbusjes naar één plek scheuren, waar twee leeuwinnen blijken te liggen. Het is een berucht verschijnsel in de parken: chauffeurs van busjes die via een bakkie met elkaar contact houden over plekken waar bijzondere dieren gezien zijn. We overwegen nog even om het bakkie dat we de hele reis als ongebruikt bij ons hebben te activeren om gezellig mee te kunnen racen, maar dan zullen we eerst ons Swahili moeten ophalen. We hebben besloten naar de Masai Mara te gaan, het park met de hoogste beestendichtheid in Afrika, maar zijn verder terughoudend in het bezoeken van grote natuurparken in Kenia, omdat de toegang tot de bekende parken in oost Afrika voor buitenlanders absurd hoog is: een toegangsprijs van $20 tot $90 per persoon vindt men normaal. Er is overigens geen apart tarief (meer) voor auto's met buitenlands kenteken. We horen vaak klagen dat het aantal toeristen zo terugloopt; niet echt verbazingwekkend. PolitiekHet is aardig om af en toe eens een Engelstalige krant te lezen, vooral de ingezonden brieven. Onlangs is in Kenia een controversiële wet aangenomen die polygamie toestaat. Naast reacties als "Dit is een slechte wet, want een huwelijk hoort een relatie tussen twee personen te zijn." en "Polygamie hoort bij de Afrikaanse cultuur, de mensen die ertegen zijn zijn degenen die zoiets bizars als homoseksualiteit goedkeuren." kwamen we ook deze tegen: "Alle honderd parlementsleden moeten verplicht worden een vrouw van ieder van de 42 stammen in Kenia te trouwen. Dan hebben in elk geval 4200 vrouwen en hun families te eten. Voor de parlementsleden mag het geen probleem zijn, die kunnen dat met hun supersalaris best betalen. Hiermee zijn ook de stammentwisten binnen het parlement in een klap opgelost." De lekkende transfer van Dappere Dodo De transfer zit achter de versnellingsbak en wordt gebruikt om de vierwieldrive in- en uit te schakelen. Toyota Mombasa heeft twee rubber manchetten vervangen om het lekken van de transfer te verhelpen. In Naivasha ontdekken we dat de transfer erger lekt dan hij ooit gedaan heeft. Toyota Naivasha legt een noodverband van siliconen aan, maar dat lost het probleem niet op. Wanneer Jan tijdens de lunchpauze onder de auto ligt om het probleem te bekijken, stopt een voorbijkomende automonteur, komt erbij liggen, kijkt er ook naar en neemt ons mee naar zijn "garage". Dit is echt Afrika: geen lobby met veel papierwerk, koffie en mission statements aan de muur zoals bij Toyota in Nairobi, maar een "werkplaats" buiten in het zand voor kleine winkeltjes en heel veel mannen die met nauwelijks gereedschap aan auto's en motoren klussen. De reparatie die hij uitvoert lijkt in eerste instantie goed te helpen, maar na een stuk wasbordweg komt de lekkage terug. Wanneer we terugkomen van de Masai Mara gaan we weer bij hem langs. Hoewel randen en schroefgaten zorgvuldig worden afgedicht, blijkt als we weer in Naivasha zijn dat het lekken niet minder geworden is. Daarom maar weer naar Toyota. Twee keer wordt een oplossing aangedragen die niet helpt. Het valt op dat iedereen die een "reparatie" uitvoert steeds met Afrikaans optimisme roept dat nu het probleem echt is opgelost. Er is weinig begrip voor ons met iedere poging toenemende cynisme. De derde keer wordt de lekkende transfer grotendeels gedemonteerd en van siliconenafdichting voorzien. Toyota Navasha is wel beter uitgerust dan de garages langs de straat, maar het blijft Kenia: halverwege ligt het project waar steeds vier man mee bezig zijn een half uur stil omdat de goede maat sleutel in Naivasha gekocht moet worden. Jan blijft er bij ieder garagebezoek met zijn neus bovenop staan en dat is maar goed ook: bij de eerste twee bezoeken aan Toyota Naivasha heeft hij moeten vragen de transmissieolie aan te vullen nadat we hevig lekkend binnen zijn gekomen en nadat nu een grote bout overblijft na assemblage van de transfer wordt hem verteld dat deze niet bij onze auto hoort; Jan vindt dan zelf de plek waar hij thuishoort. Het lekken lijkt na de laatste ingreep eindelijk verholpen, maar helaas blijkt Dappere Dodo alleen nog in lage gearing te rijden. Na nog een bezoek aan Toyota Naivasha wordt ook dit opgelost. We hebben uiteindelijk elf garagebezoeken gehad om Dappere Dodo weer op orde te krijgen. We besluiten om hem voorlopig maar Deplorabele Dodo te noemen tot hij zich beter gaat gedragen. Weer op reisDe familieaangelegenheden in Nederland zijn afgehandeld, dus we kunnen weer terugvliegen naar Nairobi waar Dappere Dodo staat om de reis richting Zuid Afrika te vervolgen. We hebben een koffer meer bij ons dan op de heenreis met onder andere de gerepareerde kookplaat, een dynamo voor Dappere Dodo, een waterfilter, in Nederland gekochte kleren en hagelslag, Nederlandse kaas en stroopwafels. De reis verloopt volgens plan, er worden geen moeilijke vragen gesteld over onze bagage bij het inchecken en bij binnenkomst in Kenia. Ook Dappere Dodo staat er zoals we hem achtergelaten hebben. NairobiDe volgende dagen in Nairobi besteden we aan inregelen: voorraad aanvullen, opruimen en reparaties uitvoeren met de uit Nederland meegebrachte spullen. De kookplaat blijkt het toch nog niet helemaal goed te doen, maar met de servicehandleiding die we inmiddels geregeld hebben krijgen we hem toch min of meer aan de praat. Wanneer Dappere Dodo naar Toyota gaat voor een kleine beurt worden we onaangenaam verrast: lekkende schokbrekers, gebroken voorveren, een breuk in de horizontale stabilisator en verschillende lekkages. Dappere Dodo is dus lang niet ongeschonden uit de Turkana-trip gekomen. Sightseeing in Nairobi bestaat daarom vooral uit wachten in Toyota-vestigingen. We gaan nog wel naar het Arboratum, een park met veel verschillende bomen, en het Nationaal Museum. Het Arboratum is gezellig, maar klein. Het museum geeft een mooi overzicht met goede Engelse toelichting van de fauna, historie en gebruiken van de bevolking in Kenya. We ontmoeten Brett en Yvonne die vanuit Zuid Afrika een reis om het Victoriameer maken. Naar de kustWanneer we een paar kilometer van Jungle Junction, de camping in Nairobi, weg zijn horen we een geluid alsof er iets aanloopt. Gelukkig is het een probleem dat bij een pompstation in de buurt snel verholpen wordt. We overnachten in Hunters Lodge, een mooie plek aan een meertje, maar dicht bij de weg Nairobi-Mombasa. Je merkt dat het regentijd is aan de natuur: alles is veel groener en in een boom naast de camping zitten minstens zes reigernesten met luid om voedsel krijsende jongen.
Het is de eerste dag dat we ons niet een keer door een verkeersdrempel hebben laten verrassen. We vermoeden een samenzwering tussen de Keniaanse overheid en het verbond van Keniaanse autoherstelbedrijven. De verkeersdrempels worden zelden aangekondigd, liggen op onlogische plekken, hebben precies dezelfde kleur als het wegdek en worden gecamoufleerd tussen grote gaten in de weg en de schaduw van bomen langs de weg. Het volgende stuk van de weg tussen Nairobi en Mombasa gaat door het Tsave National Park. Het is een mooie omgeving, maar we zien geen bijzondere dieren, maar vooral vrachtauto's. We kamperen bij de Red Elephant Lodge in Voi. De lodge ligt direct aan het park, ernaast is een drinkplaats waar regelmatig olifanten komen. Behalve olifanten zien we gazelles en waterbokken. We nemen een route om de chaos van Mombasa heen naar de kust. Het is een slechte, grotendeels onverharde weg door een mooie omgeving. We kamperen bij Twiga Lodge en Campsite, direct aan een wit strand met palmen onder een meestal bewolkte maar soms strakblauwe lucht (video). Volgens de Rough Guide zouden er nog stukjes tropisch regenwoud in de buurt moeten zijn, maar we zien alleen resorts. We maken toch nog een aardige wandeling waarbij we zoals steeds vriendelijke en vrolijke Kenianen tegenkomen die ons begroeten met "jambo". De dienstverlening op de camping gaat op dezelfde manier: "If mama is tired we have laundry service." Een van de geconstateerde lekken van Dappere Dodo was de versnellingsbak. We hadden er nog niets aan laten doen, maar zien nu druppels onder de auto, dus dat betekent reparatie op korte termijn. Daarom gaan we verder naar Mombasa Backpackers in, je raadt het al, Mombasa. We laten Dappere Dodo bij Toyota om de oude stad te gaan bekijken. Op zich zijn er leuke huizen in Portugese en Engelse stijl, maar de hele middag giet het dus het toch weer snel de gastvrijheid van Toyota. Wanneer we de garage uitkomen vragen we ons even af of we een afslag gemist hebben en bij Toyota Venetië zijn beland: er ligt geen weg meer voor de deur, maar een kanaal. De stad is sowieso niet erg ingesteld op regen: door de plassen, de handkarren, de gebrekkige wegen en de volstrekt incompetente verkeersagenten halen we een daggemiddelde van 2,33 km per uur. Lower Omo Valley 2We rijden terug van Jinka naar Turmi, waar we kennismaken met Peter en Leonie. Voordat we uit Turmi weggaan gaan we nog een keer naar de markt. Het is de meest authentieke markt die in de Lower Omo Valley gezien hebben, met veel Hamar die echt voor de markt komen en niet alleen voor de toeristen. Daarna lukt het uiteindelijk toch nog om een bull jumping te zien (zie video) . Bull jumping is een ritueel voor jonge mannen op weg naar volwassenheid en een voorwaarde om te kunnen trouwen. Eerst wordt er gedanst door vrouwelijke familieleden van de jonge man(nen) en dagen de vrouwen mannen uit het dorp uit om hen te slaan met een tak. Alle vrouwen lopen dan ook rond met littekens. Daarna vindt een soort zegening plaats en vervolgens het eigenlijke bull jumpen. Er wordt een aantal stieren naast elkaar gezet, waarna de mannen drie keer naakt over de ruggen van de stieren heen en weer moeten rennen. Zie hier het verslag van Pim met wie we vijf dagen samen reisden. Noord KeniaVoor het eerst in konvooi met Pim, Peter en Leonie rijden we door naar Omorate, de laatste plaats in Ethiopië, en overnachten op de binnenplaats van het National Hotel, een matige plek (video). We maken er nog een aardig staaltje Ethiopisch gedrag mee: een van de medewerkers van het hotel installeert zich op een stoeltje twee meter van Dappere Dodo en gaat zittten kijken alsof we een toneelvoorstelling geven. Hij reageert niet op ons verzoek verder weg te gaan. Pas als we een glas water in zijn gezicht gooien begrijpt hij het. In Omorate moeten we het carnet laten afstempelen voor de uitreis naar Kenia. We starten moeizaam.Onze reisgenoten hebben nog veel Birrs over die ze willen omwisselen in Keniaanse Shillings. Dat kan in Omorate, maar het kost nogal wat tijd eer de wisselaars voldoende Shilllings gevonden hebben. Het alfstempelen van paspoorten en carnets gaat vlot, de tocht naar het zuiden is prachtig door de savanne met hier en daar dorpjes met hutten. We hebben duidelijk het toeristische gebied verlaten: de mensen in de dorpen gedragen zich natuurlijker en vriendelijker. Bij de grens zitten de laatste grote groepen Ethiopiërs, meteen daarna verandert het. Er zijn veel minder mensen en ze dringen zich niet op. We kunnen weer buiten lunchen en wild kamperen. Aan de Keniaanse kant van de grens kan niet gestempeld worden, dat moeten we in Nairobi laten doen; we moeten ons alleen aanmelden bij de politie. We hadden verwacht dat deze weg de moeilijkste van de reis zou zijn, maar de eerste dag valt erg mee; we komen geen moment in de problemen. We overnachten aan de rand van het Sibiloi National Park (video). De tweede dag is duidelijk lastiger, vooral voor Peter en Leonie. We komen door diep zand, gestolde lava en door stenen zo groot als tennisballen of als voetballen. Een keer komen we bijna vast te zitten (video). De banden slijten in twee dagen meer dan tijdens de hele rit van Nederland naar Ethiopië. We kamperen weer wild, nu aan het Turkanameer. De derde dag besluiten we naar Loiyangalani te rijden, een rit van zo'n vijftig kilometer, en de rest van de dag uit te rusten. Vooral voor de motorrijders is het traject ontzettend vermoeiend. Het blijkt het lastigste stuk tot nu toe te zijn en we moeten alle zeilen bijzetten om niet vast te raken in diep zand. De regentijd is nu echt begonnen; het regent dan ook de hele middag flink. Gelukkig geeft dat niet teveel problemen voor het verdere traject. Loiyangalani is leuk en nuttig. Er zijn wat winkels voor levensmiddelen en een telefoonkaart en de bevolking is kleurrijk (video). Hoewel de mooi geklede vrouwen net als in Ethiopië om geld voor foto's vragen is het contact met de bevolking veel vriendelijker dan bij de noorderburen. We overnachten bij Palm Shade Camp, een mooie plek met werkend sanitair en hang- en sluitwerk dat klopt. Omdat het dorp geen electriciteit heeft maar iedereen wel een mobiele telefoon zijn er verschillende winkels waar je tegen betaling je telefoon kunt laten opladen. Ook zien we naast de rieten hutjes een grote satellietontvangstschotel staan. Er wonen vier stammen in de omgeving van Loiyangalani, onder andere de Turkana en de Samburu. De Turkana zijn vissers en ze zijn lang, maar niet zo lang als Jan (sensatie, sensatie). De Samburu moesten oorspronkelijk niets van vis hebben en woonden buiten het dorp omdat het stonk. Door honger gedwongen hebben ze van de Turkana geleerd vis te eten. Ze wonen nu in het dorp en trouwen met de Turkana. De vierde dag begint lastig. Het heeft 's nachts gelukkig niet meer geregend en ook als we weer rijden regent het weinig. Het eerste deel van de weg is vooral stenen, dus we hebben weinig last van het water. Er zitten wel een paar overgangen met grote ongelijkheden in die voor de motorrijders moeilijk zijn. Ook de auto's komen er nadat eerst de weg met stenen geëffend is in de eerste versnelling met vierwieldrive en lage gearing ternauwernood zonder schade doorheen. Als we het meer verlaten wordt de weg veel beter met af en toe zelfs betonplaten. Langzamerhand komt er ook wat meer verkeer. We moeten er wel steeds aan blijven denken dat in Kenia links gereden wordt. Het laatste deel naar South Horr is vooral zandweg, maar hierbij is de gevallen regen een voordeel omdat het de weg steviger maakt. De natuur ziet er lenteachtig uit, misschien door de eerste regen. We overnachten bij de Samburu Sport Center, een mooi terrein met goed sanitair. In South Horr zelf is weinig te beleven. Wel valt op dat alle winkels traliegaas boven de toonbank hebben en de boodschappen door een klein luikje aangeven (video). De laatste dag van het Turkanatraject eindigt in Malalat. Voor we uit South Horr vertrekken kijken we nog even rond in een Samburudorp met heel kleine hutjes en vrouwen met grote, gekleurde kralenkettingen. In Malalat begint de bewoonde wereld weer een beetje: er zijn banken en pinautomaten en er is brandstof te koop. De weg erheen gaat over wasbordweg en steen, maar de route is prachtig met fantastische Afrikaanse luchten. Niet moeilijk om te rijden, maar ook niet aangenaam. We overnachten bij de Yare Safari Lodge. We ruilen foto's met Peter, Leonie en Pim van wie we afscheid nemen. Voordat we het Keniaanse noordelijke woestijngebied uitrijden zien we nog zebra's, impala's, struisvogels en kraanvogels. Er zouden ook olifanten en giraffes moeten zijn, maar die zien we niet. Rift-valleiDe Riftvallei is de geul van 9600 km van Israël tot Madagascar die uitstaan is door het uit elkaar trekken van Afrika en het Arabisch schiereiland. Ook in Ethiopië hebben we er gereden. Als we bij de Riftvallei komen verandert het straatbeeld totaal: geen verspreide dorpjes met hutjes en stammen in traditionele kleding, maar drukke plaatsen met grote groepen mensen in nette (zondagse), westerse kleding. Opvallend is het grote aantal scholen waarvan we overal borden zien. Als we de evenaar passeren is het net opgehouden met regenen. Daarom wel even een foto, maar geen experimenten met wegstromend water (het draait met de klok mee aan de ene kant van de evenaar en tegen de klok in aan de andere). We overnachten bij aan het Naivashameer bij Camp Carnelley's, een prachtige plek waar we zeker nog terug willen komen. Tot de Riftvallei is het wegdek is stenen en wasbord, daarna asfalt met grote gaten en geniepige verkeersdrempels. NairobiWe rijden vlot naar Nairobi. Als eerste halen we de stempels voor de paspoorten en het carnet die we niet bij de grens konden krijgen. Dat gaat boven verwachting vlot. Ook kunnen we voor het eerst sinds heel lang weer eens kaas en yoghurt kopen. We overnachten bij Jungle Junction, een bekende plek voor overlanders, die er nu overigens helaas niet zijn. Wegens familieomstandigheden moeten we de reis tijdelijk onderbreken en een aantal weken/maanden terug gaan naar Nederland. We weten nog niet hoe lang het zal zijn. We zullen vliegen vanaf Nairobi en Dappere Dodo stallen bij Jungle Junction. We besteden de laatste twee dagen aan het voorbereiden van de terugreis en het stalklaar maken van Dappere Dodo. We laten hem schoonmaken en gaan naar de Kariokor-markt waar we zoeken naar een koffer om de kapotte kookplaat in te vervoeren en een stuk plastic om Dappere Dodo af te dekken. In april moet overdekte stalling beschikbaar komen, maar voorlopig staat Dappere Dodo buiten. Het verkeer is een ramp in Nairobi en het kost dus allemaal veel tijd. De markt is ontzettend leuk, omdat er niet alleen spullen verkocht worden, maar alles ter plekke wordt gemaakt, het zijn meer werkplaatsjes op een marktterrein. We hebben nu geen tijd om rond te kijken, dus we gaan zeker terug als we weer in Nairobi zijn. Uiteindelijk vinden we bij de tweede shopping mall wat we zoeken. We krijgen de gelegenheid om "luister niet naar autoriteiten, maar doe wat je wilt" toe te passen: een weg die we willen nemen is afgesloten, maar de bewaker haalt de hindernis weg en laat ons vriendelijk door. Aan de andere kant wil een militair ons terugsturen omdat we geen pasje hebben. We hebben haast omdat we willen inchecken voor de vlucht, dus we voelen er niets voor. Wanneer de hindernis wordt weggehaald voor een (politie)auto glippen we er dus toch maar achteraan. Gelukkig komt niemand ons achterna en zijn we op tijd met inchecken om een goede plaats op de nachtvlucht naar Amsterdam te krijgen. De terugreis naar Nederland verloopt probleemloos. In het vliegtuig missen we alleen het emmertje voor gebruikt papier op het toilet. KookplaatDe kookplaat begint toch steeds meer kuren te vertonen. Hij blijft roken bij het opstarten, wordt veel heter dan anders en schakelt dan ook af door oververhitting. We demonteren hem, maken hem schoon, vervangen het thermoelement en monteren hem weer. Nu vliegt vrijwel direct na inschakelen de zekering eruit. Voor de zekerheid het gloeielement nog een keer vervangen, maar nog steeds vliegt de zekering eruit. Het stinkt naar een probleem in de electronica, iets wat niet op de camping oplosbaar is. Het wordt dus voorlopig koken op de petroleumbranders. Balen!
|
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|