Grijs LüderitzWe maken een tripje over het schiereiland bij Lüderitz. Het weer is grijs, niet zo goed voor de foto's, maar wel voor de sfeer, vooral bij Diaz Point, de eerste stop. Bij het naderen komt een oude vuurtoren tevoorschijn uit de nevel. Even verder ligt het eigenlijke Diaz Point, het punt waar de eerste Portugezen in 1498 Namibië binnenkwamen, Er staat een replica van het kruis dat door hen werd opgericht. De houten brug erheen is vergaan, aan beide zijden van de rivierbedding staan nog scheefhangende, verweerde restanten, met niets ertussen. Bij alle verdere uitzichtspunten zijn grillige formaties van rotsen en lagen steen waarop de branding hoog opspat. Er zouden flamingo's moeten zijn, maar we zien er zegge en schrijve één. Voor de pinguïns op een eiland vlak voor de kust is het te nevelig. Net als bij het bestellen van de vliegtickets gaat ook de afronding van de creditcardbetaling voor de vakantiebungalow die we in Nederland voor ons verblijf in december huren niet zonder slag of stoot. Creditcardbedrijven zijn geniaal in het bedenken van nieuwe veiligheidsverificaties die plotseling onuitgelegd oppoppen en dan blijven hangen of allerlei extra handelingen vragen die nauwelijks uitvoerbaar zijn op een klein telefoonschermpje met langzaam en onbetrouwbaar internet terwijl de deadline voor het plaatsen van de bestelling nadert. Kolmanskop, een spookstadje dat we bekijken vlak bij Lüderitz was een levendig plaatsje met een ziekenhuis, een gymzaal en een kegelbaan toen er diamanten gevonden werden aan het begin van de twintigste eeuw, maar het werd verlaten toen bleek dat de beste vindplaatsen zuidelijker lagen. Nu staan er fotogenieke bouwvallen van huizen, half onder het zand. Daarna rijden we over een rechte, saaie asfaltweg door de woestijn naar Rosh Pinjah, een welvarend stadje door de zinkmijnen in de buurt. Onderweg belanden we in een serieuze regen-en onweersbui. We zien de plassen op het woestijnzand en zijn benieuwd naar de reactie van de woestijnplanten. Komen we erin?Met een pontje komen we in Richtersveld National Park in Zuid Afrika. We zijn benieuwd hoe we de grens over komen, omdat we immers ons rantsoen van negentig dagen Zuid Afrika voor dit jaar al verbruikt hebben. Ons wordt eerst nadrukkelijk gevraagd of we sinds het vorige bezoek nog terug naar Nederland geweest zijn en hoewel we dat naar waarheid ontkennen krijgen we toch opnieuw negentig dagen. "Ik mag het jullie eigenlijk niet geven, maar er is een probleem met de computer, dus ik kan niet anders." is de verklaring. Dat hadden ze eerder moeten zeggen... Het Richtersveld is veel minder ontwikkeld dan andere parken in Zuid Afrika: de wegen zijn uitsluitend 4x4 en campings hebben sanitair, maar niet de faciliteiten van bijvoorbeeld Kruger. Er is weinig wild, het gaat om het landschap: woestijnachtig, maar met veel variatie aan planten, bergen en de Oranjerivier, nu eens geen rivierbedding, maar echt veel water. Een bijzondere plant is de "halfmens", een stam met daarop een paar vertakkingen als een soort armen die altijd naar het noorden groeien. Volgense de legende zijn het mensen die uit hun gebied verjaagd werden en gestraft werden omdat ze achterom keken, de lokale Sodom-en-Gomorravariant. We staan op een camping direct aan de rivier; een fantastische plek, alleen de zandstorm 's middags is minder. Vooral bij de rivier en op de passen wordt duidelijk waarom het een 4x4 only park is, op de "goede" stukken is alleen veel wasbord. Maar de uitzichten over bergen en woestijn en ook de enorme variatie aan planten die weten te overleven in dit klimaat maken alles goed. We komen één keer in het zand vast te zitten na een verkeerde afslag waarbij we in een rivierbedding belanden, maar ook nu doet banden leeg laten lopen weer de truc. Als we het Richtersveld uitgaan terug naar Namibië treffen we bij de uitreis de immigration officer die ons bij de inreis negentig dagen gaf. We krijgen te horen "dat we nog een paar dagen terug mogen komen, maar zeker geen negentig"; ze zit er duidelijk mee in haar maag. Aan de Namibische kant besteedt een politieman een kwartier aan controle van de auto "op zoek naar diamanten". Het is uit nieuwsgierigheid en tegen de verveling, maar zeker geen gestructureerd onderzoek: uitgebreid wroeten in de tas van Magriet, maar geen enkele kruipdoorsluipdoorplek. Historische grond We kamperen in Ai-Ais. Het is historische grond, want hier ontmoetten wij acht jaar geleden Ellen en Jeroen, een Nederlands koppel dat met een Landrover langs de westkust naar Namibië gereden was. Na een avondje praten was het zaadje van onze reis geplant: als zij het kunnen, kunnen wij het ook. Helaas hadden we geen contactgegevens en hebben we nooit meer contact gehad. We proberen de wandeling te maken die we bij ons vorige bezoek ook probeerden: een stuk de canyon inlopen. Toen moesten we terug vluchten voor de regen, nu gebeurt precies hetzelfde. 's middags komen we bij in de thermische baden. We komen nog even Thomas en Constanze tegen, een Duits koppel dat we in de Namib-Naukluftwoestijn al ontmoet hadden en dat met een vrachtauto ongeveer dezelfde route gereden heeft als wij. Fish River Canyon, de volgende stop, is een van de grootste canyons ter wereld en uniek voor Afrika (video). De vorming begon twee miljard jaar geleden. We bekijken hem twee keer, een keer overdag en opnieuw bij zonsondergang, een indrukwekkende kloof, uitgesleten in het vlakke land. De nieuwe driemaandenstempel voor Zuid Afrika doet wonderen: op weg naar Kglagadi Transfrontier Park zijn we zonder enige discussie in vijf minuten de grens naar Zuid Afrika weer over. Naar Upington is het verder een lange saaie rit, waarop je iedere tien minuten een keer kunt proberen of je stuur het nog doet. Na de tussenstop in Upingon om boodschappen te doen komen we op een camping 35 van het park op Kgalagadi Game Reserve, een privé-reserve. Jacob, onze gids had gewaarschuwd: er is te veel wind voor de specialiteit sporen en dat klopte. Maar hij vertelt zo enthousiast over de zoogdieren, reptielen en insecten die er leven dat het toch erg de moeite waard is. Bij de ingang van het park, dat gedeeltelijk in Zuid Afrika en gedeeltelijk in Botswana ligt, gaan we Zuid Afrika formeel uit, maar nog geen ander land in. De weg ligt op de grens. We zien gemsbokken, springbokken, struisvogels en een oude mannetjesleeuw die een pen van een stekelvarken in zijn bek heeft en er beroerd uitziet; hij staat op, gaat liggen en sleept zich daarna weer verder. De camping ligt aan de kant van Botswana en is er dus ook een naar Botswana-traditie: 4x4 only, mooie plekken, diep zand. Tegen de avond pakken dikke wolken boven ons samen en onweert het langdurig. Er valt wat regen, maar niet de hoeveelheid waar iedereen op hoopt. Toch is het park duidelijk minder droog en meer begroeid dan de Namibische woestijn: een landschap van rode zandduinen met bomen en struiken. De gewonde leeuw laat zich niet meer zien, wel veel vogels. We zijn vroeg op de camping met vier kampeerplekken, weer in Botswana; er is een net gebouwtje met sanitair, maar geen water. Een "bakkie" komt aanrijden met vijf mannen erin om schoon te maken. Ze draaien aan alle kranen, zonder succes. Twee mannen vegen de vloer van het gebouwtje, drie kijken ernaar, meer kunnen ze niet doen zonder water. De motor van hun nieuwe LandCruiser blijft aan voor de airco, portier wijd open. Dan rijden ze weg, ze zullen de pomp aanzetten. Later horen we water, aan de dameskant werkt één kraan en geen stortbakken, de heren hebben meer geluk. Al is het Botswana, het blijft Afrika. Richting de Namibische grens zien we een cheetah en horen verderop dat we net een kill door een andere cheetah gemist hebben. Ook zien we nog een wilde kat (die overigens best veel op de poes van de buren lijkt). Terwijl we een poosje wachten tot de receptie van de camping waar we willen kamperen opengaat blijkt een van onze banden leeggelopen te zijn, de eerste lekke band in bijna tachtigduizend kilometer. Met hulp van campingpersoneel is de band snel gewisseld en het lek gerepareerd. De camping is alweer zo'n fantastische Namibische plek, alleen op een zandduin met eigen sanitair en een weids uitzicht. Klaar voor de start...In Windhoek kamperen we bij de Elisenheim Guest Farm. Het is een plek waar veel overlanders komen en inderdaad staat het er vol mee. We laten er we twee nieuwe banden omleggen. Het is een karakterloze stad en we vinden de mensen niet vriendelijk. 's avonds ontmoeten we Eddi en Gisela die twintig jaar rondgereisd hebben over vijf continenten en rijden de volgende dag naar Spitzkoppe, een berg met een Matterhornachtige vorm waar we kamperen tussen rotsen en keien met de meest bizarre opstapelingen. Het lijkt weer wild kamperen, zo ver liggen de plekken uit elkaar. Alleen de grijze lucht valt tegen; je merkt dat we naar de regentijd toegaan. Bij die alte Brücke in Swakopmund, onze een-na-laatste camping heeft iedere plek heeft zij eigen afsluitbare douche/toilet en spoelbak; handig voor het poetsen voordat Dappere Dodo de container ingaat. We maken met moeite een afspraak voor een servicebeurt: voor het eerst deze reis kunnen we niet direct of de volgende dag terecht. We besteden de tijd aan wassen, poetsen, sorteren, dingen meten en fotograferen die vervangen moeten worden en kleine reparaties. Het is leuk om te zien hoeveel overlanders we de laatste dagen in Namibië opeens tegenkomen, vooral Duitsers. De dag dat Dappere Dodo de container in moet begint voorspoedig: hij past erin, zelfs zonder dat we de banden leeg moeten laten lopen en de man van de douane is binnen een minuut tevreden. Dan komt er toch nog een kink in de kabel: ons carnet is verlopen en dat is opeens illegaal. We zijn drie keer Namibië binnengekomen met het verlopen carnet en drie keer andere landen van de douane-unie. Steeds hebben we gevraagd het niet in te stempelen en steeds is dat zonder discussie gedaan. We hadden ook op allerlei plekken gelezen dat voor Namibië een carnet niet nodig is. Dat blijkt dus voor Europese kentekens wel het geval te zijn. Ook de shipping agent hadden we twee keer gevraagd of het verlopen carnet een probleem was en twee keer was het antwoord "nee". Wel dus! Het douanemannetje in Walvisbaai kan niet beslissen wat er moet gebeuren en moet een bobo in Windhoek bellen. Die is niet bereikbaar of lunchen, maar na een derde bezoek aan het douanekantoor (drie keer is hier echt scheepsrecht) komt het verlossende woord: voor deze keer wordt het carnet gestempeld als we het noooooit meer doen. Wij kijken heel schuldig en beloven het. We overnachten bij een prima BnB waarvan de eigenaresse er op staat ons met haar auto weg te brengen en te halen als we willen gaan lopen: "White men don't walk ". Het vertrek uit Walvisbaai is volgens dienstregeling om kwart voor drie, maar de vlucht naar Johannesburg blijkt twee uur vertraging te hebben. Maar zoals Johan Cruyff al zei: "Ieder nadeel hep se voordeel." We missen de aansluiting voor de vlucht naar Dubai en worden daarom overgeboekt op een KLM-vlucht rechtstreeks naar Amsterdam. Dat betekent drie uur eerder in Amsterdam, geen overstap midden in de nacht en toegang tot de lounge met de frequent-flyer-kaart van Jan. Helaas is het toestel tot de laatste stoel gevuld, dus het wordt een zitplaats driehoog achter; zelfs de hoogste frequent-flyer-status helpt niet. Omdat ons eigen huis verhuurd is hebben zitten we voorlopig zes weken in een vakantiebungalow in Nederland. Daarna op naar Zuid Amerika.
2 Comments
Het laatste Zuid AfrikaNa de reparatie van de versnellingsbak hebben we voortdurend op olielekkages gecontroleerd. Wanneer we bij Ronald terugkomen zien we voor het eerst olie. Terug naar Auto Box dus. Na een middag wachten is een keerring en de helft van de kap van de tussenbak vervangen en zit de boel weer in elkaar, maar het schakelen tussen high en low range gaat niet goed. Daarom de volgende ochtend terug. Er wordt besloten de hele versnellings- en tussenbak te demonteren en te controleren, dus voor ons wordt het een dag sightseeën in een winkelcentrum. Nadat de de halve kap nogmaals vervangen is werkt de boel prima. Toch houden we er een nare bijsmaak aan over: we hebben serieuze onverharde wegen en lange afstanden gereden voor het lek boven water kwam, dus hoe lang gaat het nu goed? We willen ook twee versleten schokbrekers laten vervangen bij McCarthy, een van de twee grote Toyota-dealerketens van Zuid Afrika. Die blijkt zich te kenmerken door desinteresse en arrogantie. Nadat Jan beleefd maar duidelijk heeft laten weten wat hij ervan vindt belt de garage Ronald (ze durven Jan niet meer te bellen) omdat Jan "baie kwaai" is; en dat klopt. We nemen afscheid van Ronald en van Caroline en de kinderen. Tenzij er nog iets helemaal fout gaat is het nu echt de laatste keer. De camping vlak bij de grens met Mozambique en ook vlak bij Kruger die we op het oog hebben is helemaal uitgestorven, dat voelt toch niet zo prettig. Maar we hebben geluk: op de camping net binnen Kruger is een plek vrij. Omdat we nu toch in Kruger zijn besluiten we er nog een dagje rond te toeren in de hoop eindelijk leeuwen of luipaarden te zien. We zien allerlei beesten, maar geen "big cats". Wel veel auto's: onder andere een file waarin de mensen roepen dat ze een luipaard in een boom zien, maar wij zien alleen de file. Tijdens de lunch legt een man uit waar exact hij zeven leeuwen gezien heeft; wij waren er vlakbij. MozambiqueWe verlaten na bijna drie maanden Zuid Afrika en gaan naar Mozambique, ons dertigste land van de reis (video). We lazen dat je in Mozambique een oranje veiligheidshesje achterop je stoel moet hangen. We hebben gele hesjes maar om discussies over ongedocumenteerde betalingen aan lokale politieagenten te vermijden (evenals de dubbele gevarendriehoek en brandblusser een dankbaar onderwerp voor indringende gesprekken) kopen we nog een set oranje hesjes. Uiteraard zien we later in Mozambique iedereen met gele hesjes. We hebben voor de zekerheid de brandblusser van een door ons zelf vakkundig aangepaste geldige goedkeuring voorzien en trouwens ook al veel plezier gehad van de professioneel uitziende sticker op de voorruit met de gegevens van onze autoverzekering die we gemaakt hebben (volgens de juristen in de familie is dit laatste geen valsheid in geschrifte omdat de gegevens juist zijn maar alleen op een andere manier gerepresenteerd worden). Het kopen van een visum voor Mozambique aan de grens is geen enkel probleem en in een uur zijn we de het land in. Het is meteen weer helemaal Afrika. In de dorpen zitten vrouwen in kleurige rokken en met naar achteren geknoopte hoofddoeken achter kleine stapeltjes tomaten. Andere vrouwen, soms met een kind op de rug, dragen grote bakken gevuld met ananassen en bananen op hun hoofd. Bij de dorpspomp wachten lange rijen jerrycans op hun beurt. Een geit, een uit de grond getrokken paal achter zich aanslepend, rent de straat over. Overal lopen schoolkinderen in uniform. We houden een paar rustige dagen. In Bilene aan de kust in onze tweehonderdvijftigste overnachtingsplaats van deze reis. Het weer valt er nog niet mee: de lucht trekt dicht en het miezert en hoewel het later opklaart vinden we het toch te koud om te zwemmen. Daarna staan we een paar dagen in de buurt van Inhambane. Eerst komen we via een 4x4 only zandpad bij de Lighthouse Camping. Een bij overlanders populaire superplek, maar helaas verlaten, daarom wordt het het kampeerterrein van een lodge in de buurt. Daarna verhuizen we naar een camping in Tofo, twaalf kilometer verderop, om op een plek te komen met wat meer vertier. We maken er een ocean safari met een speedboat een eindje uit de kust. We zien dolfijnen, een walvis waar je naast kunt snorkelen en een walvishaai. De walvishaai is een tien meter lang plankton etend (en daarom ongevaarlijk beest, behalve als je een klap met zijn staart krijgt) dat op aaiafstand van de boot komt. 's avonds eten we in een restaurantje dat voor de eerste dag open is. Het ingehuurde personeel is niet op komen dagen, daarom spelen de jonge kinderen van de familie met veel plezier voor kelner. De DJ loopt boos weg als personeel en bezoekers zijn keuze van muziek en volume niet waarderen. De volgende dag weer zo'n typisch winkeltafereel: we willen garnalen kopen. Volgens de verkoper wijst de electronische weegschaal 800 gram aan, nadat we hem op kg gezet hebben is het 330 gram, wat de verkoper beaamt. De prijs is 300 MZN per kilo, maar ondanks herhaald voorrekenen met en zonder rekenmachine wil hij de garnalen niet voor 100 MNZ verkopen. Wanneer we onderweg naar Vilanculo, de volgende plaats aan de kust, tijdens de koffiepauze routinematig de versnellingsbak controleren blijkt dat de tussenbak toch weer olie gelekt heeft. Gelukkig is het oliepeil in de versnellingsbak nog goed. We controleren daarna nog een paar keer, maar we zien niet dat er nog veel weglekt. De lekkage van de tussenbak blijkt later te worden veroorzaakt door een lekkende keerring van de aandrijfas naar de voorwielen. Voorlopig eerst maar een alles aandraaien en goed in de gaten houden; het is hier niet zo'n geschikte plek om uitgebreid te gaan repareren. Vilanculo is een leuk levendig plaatsje met voornamelijk zandwegen. Het is echt zo'n plek om langer te blijven hangen dan je van plan was: voldoende toeristische voorzieningen om het leven aangenaam te maken, maar vooral een schilderachtige vissersplaats. Er is wel veel dicht: zoals overal in Mozambique is het de gevolgen van de recente politieke onrust nog niet te boven. Wanneer we 's middags het strand opgaan om inktvis te kopen zitten de vrouwen van het dorp al te wachten met grote bakken tot de dhows (boten met kromme zeilen) binnenkomen van zee (video). De gevangen vis wordt aan land gedragen en op het strand uitgestort, de vrouwen verdringen zich rondom de berg en kopen hun handel voor morgen op de markt. Bij sommige boten gaan ze met opgetrokken rokken de zee in om al bij de boot een claim op de vangst te leggen. We komen er Gail tegen, een Amerikaan die met de motor de wereld rondreist; het is behalve Bart en Jasmin de eerste overlander die we ontmoeten sinds we weer in Afrika zijn. We hebben afgesproken Peter en Els die we uit Nederland kennen in Vilanculo te zullen ontmoeten. Ze maken een rondreis door Afrika, maar zijn een aantal weken in Nederland geweest (Around the world in many days). Hun auto staat bij Marga en Marcel die in 2008 met hun twee kinderen via de westkust naar Zuid-Afrika reden en via de oostkust terug en die nu op een prachtige plek in Vilanculo wonen. ie www.hoipipeloidoorafrika.nl. We hebben een gezellige ochtend bij Marga en Marcel. Tijdens een tochtje met een dhow naar Magaruque, een eiland voor de kust wordt ons alles voorgeschoten wat we van plaatjes van tropische stranden kennen: witte stranden, palmen, het strand oprennende krabben, scheepswrakken en vissersbootjes die op hoog water liggen te wachten (video). Heen wordt de buitenboordmotor gebruikt, terug wordt gezeild; nog niet gemakkelijk, want het is heel ondiep. Het enige dat tegenvalt is het snorkelen, ook omdat net wanneer we bij laagwater de zee in kunnen een flinke wind opsteekt: we zien weinig vissen, geen levend koraal en het water is troebel. Terug op de camping komen Peter en Els even langs, met wie we ook de volgende dag optrekken. Einde van het kookplaatdramaWe zijn weer een aantal dagen bij Ronald, nu om de kookplaat te vervangen. We vinden een gaskookplaat en gasflessen die passen in de beschikbare ruimte alsof ze ervoor gemaakt zijn. Omdat we niet het materiaal kunnen krijgen dat in Nederland te koop is is het resultaat niet perfect, maar het is een grote vooruitgang. De eerste avond gaan we samen met Ronald uit eten om Jan's verjaardag te vieren. We ontvlechten tenslotte de inventaris van Ronald en ons en nemen afscheid na weer een weekje logeren, als het goed is voorlopig voor de laatste keer. Eerst moeten de voorraden worden aangevuld: we laten de tweede gastank vullen en halen petroleum. De petroleum die we sinds Malawi voor koken en de kachel gebruikten is op en we hebben de noodvoorraad van de losse branders moeten aanspreken. Het is een lust voor het oog om te zien dat de kookplaat direct werkt, maar zelfs nu gaat het niet helemaal vlekkeloos; je vraagt je af of ontwerpers van kampeerspullen zelf wel eens kamperen: er is een ijzerdraadjesconstructie nodig om te voorkomen dat de pannen van het gas afglijden als Dappere Dodo niet perfect horizontaal staan en de kunstof deksels van de pannen gaan druipend ten onder door de directe hitte van het gas. Sodwana BayWe vertrekken onder de wolken, maar aan het einde van de middag klaart het op. Na een rit door saai land- en bosbouwgebied belanden we in Piet Retief, ongeveer halverwege naar St. Lucia Sanctuary, onze volgende bestemming. Wanneer we door Kwazulu Natal richting kust rijden wordt het landachap steeds afwisselender met bergen en fjordachtige baaien. Het wordt ook weer Afrikaanser: rommelige marktjes, veel mensen langs de weg, rondavels, onverharde wegen en zwaaiende kinderen. We strijken neer in Sodwana Bay aan de Indische Oceaan op een gigantische, maar ondanks de vakanties uitgestorven camping waar we met onze jongste twee kinderen ooit een vlieger uit een boom probeerden te redden. Hoewel we in de droge tijd zitten is het bewolkt met af en toe een bui en koel. Hier geldt een meteorologische behoudswet: als het in Nederland heel mooi is zijn er storingen in Zuid Afrika; en inderdaad, in Nederland worden temperaturen van zevenendertig graden voorspeld. Sodwana Bay is snorkelgebied bij uitstek, maar in verband met het kille, bewolkte weer zien we daar van af. We maken een wandeling langs de hoge duinen met daarachter dichte begroeiing die aan tropisch regenwoud doet denken. 's avonds eten we vis in het restaurant naast de camping. De volgende dag maken we een tochtje langs baai en kust. Het is eindelijk weer een serieus 4WD only, maar het gaat allemaal prima. We gaan door naar St. Lucia. In de optrekkende ochtendnevel stoeien nijlpaarden in de baai met opengesperde bekken. Ondanks de ochtendkilte staan Zuidafrikaanse mannen in shirt en shorts te vissen. Hun postuur geeft voldoende bescherming tegen de kou. We rijden door het iMangaliso Wetland Park. Een neushoorn staat te grazen, een jong drentelt eromheen. Van tijd tot tijd komen antilopen en zebra's tevoorschijn. We gaan weer een keer uit eten: dit is een goede plek voor vis en we hebben wat te vieren, want we zijn negenendertig jaar samen. Oost LesothoRichting Drakensbergen klimmen we naar vijftienhondered meter, de kachel moet dus weer aan. De Drakensbergen doen hun naam eer aan: grillige kammen steken af tegen de horizon. We horen een knal onder de auto, het blijkt dat een van de bladen van de achtervering gebroken is. Voorlopig kunnen we gewoon doorrijden, maar dat wordt weer een keer bij Toyota langs. We komen op een camping aan het water met bergen tegen de ondergaande zon op de achtergrond. Onderweg richting de beroemde Sani Pass tussen Zuid Afrikas en Lesotho rijden door kurkdroog, bergachtig winterlandschap met oneindig veel schakeringen bruin tot geel. We zien borden van boerenbedrijven, maar de landerijen zijn zo groot dat we de boerderijen zelf zelden zien. Af en toe komen we door een dorpje. Er staan vrouwen in spierwitte, paarse of tweekleurige gewaden en mannen met stropdas, klaar om naar de kerk te gaan. Als een soort uniform wordt de kleur van de kleding bepaald door het kergenootschap. We zijn gewaarschuwd dat de brandstofvoorziening in Lesotho moeizaam kan zijn; ook komen we er voorlopig weinig door grotere plaatsen. Daarom fourageren we voordat we de pasweg opgaan. Omdat het al na de middag is voor we zover zijn besluiten we de volgende dag de pas te rijden. Dat geeft de kans 's middags een stuk trail te lopen; ook wel weer eens fijn na zoveel autorijden. Margriet wil 's avonds "Preitaart Sani Pass" in de Dutch Oven maken, maar ziet daar door de kou van af. Vanuit Zuid Afrika mag de Sani Pass naar Lesotho alleen met en 4WD gereden worden. We hadden gehoord dat we snel moesten zijn om nog de echte Sani Pass te kunnen rijden en dat klopte: aan de Zuidafrikanse kant is hij steil en onverhard met soms een abominabel wegdek, maar aan de kant van Lesotho ligt gloednieuw Chinees asfalt. Het ene vergezicht na het andere ontrolt zich en als we in de buurt van de pashoogte van 3250 meter komen rijden we door de sneeuw en langs bevroren watervallen. Dappere Dodo houdt zich goed, van het hikkende rijden dat we in Oman hadden merken we niets meer. Eén keer moet de lage gearing eraan te pas komen: op deze hoogte is zelfs de eerste versnelling onvoldoende voor de steile haarspeldbochten. De grensovergang is een fluitje van een cent: twee keer een stempel in het paspoort en klaar. We drinken koffie in de hoogste pub van Afrika en slaan daarna onze geplande route naar het zuiden in. De onverharde weg is erbarmelijk en na een kilometer of tien beslissen we dat we geen zin hebben om dit soort weg nog vijfhonderd kilometer te rijden en daarom beter de grotendeels verharde, maar minder mooie noordelijke route kunnen nemen. Verhard blijkt betrekkelijk te zijn: sommige stukken zijn prachtig, sommige matig gravel en op sommige stukken zien we Chinese vrachtwagens, graafmachines en gezichten. Het land is dun bevolkt: her en der een dorpje, maar wel voortdurend mensen met traditionele dekens omgeslagen en met mutsen, vooral herders. Kinderen hebben waarschijnlijk teveel toeristen gezien, want overal worden handjes opgehouden. We halen niet de plaats die we gepland hadden en rijden nog steeds boven de drieduizend meter. We besluiten daarom voor het eerste deze reis om niet in Dappere Dodo te slapen. We belanden in de dorm van een backpackers-ski-resort (wie had dat gedacht, dat Jan ooit nog in een ski resort zou komen; hijzelf in elk geval niet) vol bier drinkende jongeren waar 's ochtends de vuile wijnglazen en halflege whisky- en ginflessen nog op de ontbijttafel staan; niet echt ons soort omgeving. Gelukkig hebben de de slaapruimte voor onszelf. Na nog een pas van 3200 meter zakken we omringd door adembenemende rotsformsties opeens snel naar rond de vijftienhonderd meter; het maakt de temperaturen in elk geval weer draaglijker. Nu zien we ook overal dorpjes en akkers, vooral met vergeelde mais. Twee ossen slepen een vrachtwagenband met een bundel mais voort, de lokale oplossing als je geen kar hebt. We bezoeken Liphofung Cave, een schuiplaats van Moshoeshoe, de eerste koning van Lesotho met rotstekeningen en een tentoonstelling van traditionele gebruiksvoorwerpen in rondavels, de ronde hutten. De meeste families hebben een paar van deze hutten op een stukje grond, een om te koken, een om te slapen, etc. Daarna rijden we langs een van de vele vindplaatsen van dinosaurusvoetstappen. Er is niet zoveel aan te zien: gaten in stenen in de rivier die van dinosaurussen afkomstig schijnen te zijn. We eindigen bij de grotwoningen van Ha Kome. Hier zijn in een grot, eigenlijk onder een groot rotsafdak, met muren van klei woningen gemaakt waar een familie woont. Het is midden in plattelandsgebied en we kunnen er ook kamperen. Bij het vallen van de avond rijden karren met mais, kuddes schapen en mannen in dikke dekens op ezels naar het dorp terug, terwijl een herder zingend zijn koeien laat grazen. Honderdzestig Rand ( €11) lijkt veel voor een camping met alleen toiletten, maar voor dat geld staat wel een bewaker de hele nacht te kleumen. We komen langs een "cultural village" bij Thaba Bosiu, de berg waar Moshoeshoe, de eerste koning van Lesotho zich verborgen hield. Het verhaal is dat hij aangevallen werd door een overmacht aan Zuidafrikanen omdat hij niet aan hun onmogelijke eisen kon voldoen. Hij spande een gedrogeerde draad over de enige toegang tot de berg. De aanvallers die 's nachts kwamen struikelden over de draad en vielen in slaap. Nadat zich dat een aantal nachten herhaalde besloten ze dat de berg niet veroverd kon worden. De kraal waar hij woonde met zijn 142 vrouwen (van iedere stam een) is gedeeltelijk nagebouwd. Het is allemaal erg nieuw en steriel, maar wel mooi gemaakt. Het museum in onze volgende tussenstop Morija, de plaats waar de eerste westerse missionarissen zich vestigden is klein, maar veel authentieker. We kamperen bij Malealea Lodge, een plek barstensvol activiteiten in de middle of nowhere. MalealeaWe maken met een gids een wandeling door het dorpje bij de lodge (video). We lopen langs golfplaten winkeltjes met allemaal hetzelfde assortiment. Er is één supermarkt: een paar schappen met een handvol breed uitgestalde artikelen. Als we iets kopen komt de rekenmachine erbij voor het wisselgeld. Tussen de stenen huisjes en rondavels staat toilethokjes, ook van golfplaat. Mannen zitten voor hun hut in de zon, twee vrouwen zitten in een hoge berg geoogste mais en halen de kolven eruit. Midden in het dorp staan een paar kranen waar mensen met jerrycans water halen. Jongetjes trekken gekke gezichten als we een foto willen nemen en een vrouw staat naast haar bar bier te brouwen. Glazen zijn er niet, maar voor vijfendertig eurocent krijg je een conservenblik vol; aan de kleur van de vlaggen die buiten hangen kun je zien welk bier verkocht wordt. "Van de opbrengst van de bar heeft ze haar kinderen naar school laten gaan." vertelt de gids. Een kudde schapen komt klingelend voorbij. Als we door de glooiende velden met patronen van geel en bruin lopen komen we langs een begraafplaats en kijken naar de leeftijden: zelden mensen ouder dan veertig, meestal veel minder. Buiten het dorp staat de kliniek: nieuwe met Amerikaanse hulp neergezette gebouwen. Het is nog echt plattelandsgebied waarbij landbouw de voornaamste bron van bestaan is. Families verbouwen in het algemeen weinig meer dan nodig is voor de eigen behoefte. Dat bepaald door de efficiency van het bewerken (meestal met dieren omdat het huren van een tractor te duur is), niet door gebrek aan land. Er komen extra inkomsten van mensen die in Zuid Afrika in de mijnen werken, ook te zien aan enkele grotere huizen in het dorp die opvallen op door het gebruik van luxe bouwmaterialen, rechthoekige stenen, dakpannen en 4x4's voor de deur. Mensen uit Lesotho hebben minder problemen met de toenemende xenofobie in Zuid Afrika dan bijvoorbeeld Zimbabwanen, omdat de bevolking van Lesotho voor een groot gedeelte bestaat uit mensen die in het verleden uit Zuid Afrika gevlucht zijn. Ze worden daarom in Zuid Afrika meer als eigen mensen beschouwd. De meeste kinderen volgen gratis basisonderwijs, een gedeelte kleuter-of middelbaar onderwijs als de ouders de kosten kunnen opbrengen (vijftig euro per jaar voor de kleuterschool, driehonderd euro per jaar voor middelbaar onderwijs). Het dorp wordt bestuurd door de chief. Dit is een functie die van vader op zoon overerft, hoewel de vrouw van de chief de functie bezet bij overlijden van de man tot een zoon groot genoeg is. De chief geeft toestemming voor gebruik van percelen grond en houdt bij wie wat gebruikt. Hij maakt ook de voorstellen voor betaling uit het ondersteuningsfonds aan minder bedeelden. In de kliniek is verpleeghulp is en worden bevallingen gedaan. Een ziekenhuis met artsen is anderhalf uur rijden weg. De gids krijgt een euro per uur, de rest van wat we betalen gaat naar een dorpsfonds. Al sinds Nederland slepen we een zak met cadeautjes mee, klompjes enzo voor volwassenen, potloden en schriften voor kinderen. In het Midden-Oosten hebben we daar vaak iets van weggegeven, in Afrika nauwelijks. Omdat de kindercadeautjes in de weg liggen en we ze niet aan bedelende kinderen willen uitdelen zoeken we een bestemming. In de lodge staan vijf kisten met sleuven voor scholen in de buurt. Een prima bestemming dus. Paarden en fietsen We maken een tochtje per paard rond de lodge. Het is de eerste keer dat we paard rijden (wie had dat gedacht, Jan op een paard? Hijzelf in elk geval niet). Maar ondanks zijn ene pk is dit paard eigenlijk heel modern uitgerust: het loopt vanzelf in de goede richting (volledige navigatie), trekt bij bij heuvel op en houdt in heuvel af (cruise control) en zoekt de beste plek op het pad (automatische wegbepaling). Bovendien heeft hij een prima clearance, waardoor doorwadingen uitstekend gaan en er geen risico is dat de onderkant beschadigt als de weg erg ongelijk is. Alleen stuurt het wat indirect en zou de vering beter kunnen. Daarna maken we een vergelijkbaar tripje met een mountain bike. Daarvan valt de techniek tegen: moeizaam schakelen (er zat dan ook geen olie in de versnellingsbak) en natte voeten bij doorwadingen als je niet uitkijkt. Verder lijkt het net fitness. Als we vanaf de camping op de doorgaande weg komen blijkt dat hij vanaf het noorden precies tot de weg naar de camping verhard is. We gaan verder naar het zuiden, dus dat wordt tachtig kilometer gravel. Het landschap is bergachtig en ruig in Lesotho. Bij de grensovergang naar Zuid Afrika proberen we nog even of ze onze verblijftijd in Zuid Afrika willen verlengen, maar we hebben geen succes. We hebben een plan voor de verdere trip in Zuid Afrika gemaakt dat past binnen de tijd, maar we zouden graag wat meer lucht hebben. Het landschap in Zuid Afrika wordt vlakker en eentoniger: grote stukken grond die waarschijnlijk wel voor vee gebruikt worden, maar waarop niets verbouwd wordt. We belanden weer op zo'n typische gemeentecamping: groot, leeg en slecht onderhouden; electriciteit is er helemaal niet en water na een paar uur. Nieu Bethesda en Graaff-ReinetNieu Bethesda We rijden over kilometers kaarsrechte weg de Great Karoo in, een bewolkte, lege wereld van omheind geel gras waarop hier en daar koeien of paarden grazen, afgewisseld door bergen met platte toppen. Een molen pompt water in een put. Ons doel is Nieu Bethesda, een minuscuul plaatsje zonder verharde wegen, pompstations of pinautomaten (video). Dé bezienswaardigheid van Nieu Bethesda is "The Owl House". Hier heeft Helen Martins, een vrouw die er geboren en getogen is, een bizar huis met tuin ingericht. De tuin staat vol beelden van kamelen, uilen en religieus geïnspireerde mensen, afgewisseld door structuren van glas. Ook haar huis is vol glas: ramen met afbeeldingen van uilen en glaskorrels op de muren. Hoe lang je ook blijft kijken, je ziet steeds iets nieuws. We maken nog een snelle wandeling door het dorp, maar het is guur en regenachtig, dus we vluchten naar de kachel van Dappere Dodo. Graaff-Reinet Het is een klein stukje van Nieu Bethesda naar Graaff-Reinet. We gaan in Camdeboo National Park naar Desolation Point, met uitzicht an vijfhonderd meter hoger op Graaff Reinet en op grillige rotsformaties. Toen we hier de vorige keer waren met onze twee jongste kinderen vluchtten we tijdens de wandeling terug naar de auro omdat het begon te sneeuwen; nu is het strakblauw, maar wel koud. BaviaanskloofDappere Dodo krijgt een nieuw blad in zijn rechterachterveer (nee, geen veer in zijn achterwerk, daarvoor heeft hij de laatste tijd teveel misdragen). Daarna rijden we richting zuidkust naar het begin van de Baviaanskloof. Het land is droog, bijna woestijnachtig en wordt niet bebouwd; overal staan cactussen , soms velden vol met rode bloemen. Als we in de buurt van de kust komen verandert de omgeving radicaal. Opeens is het groen met gele bloemen, haast lenteachtig. We overnachten in Patensie waar we vorig jaar ook al waren en zijn nog net op tijd om de hoge rotswand aan de rivier in het laatste zonlicht te zien. We zitten bijna op zeeniveau, dus de temperatuur is een stuk draaglijker dan eerdere nachten. Het landschap van de Baviaanskloof wisselt van steile rode en goudgele rotswanden, glooiende heuvels waarover een kleed van struiken of gras gedrapeerd is, nauwe dichtbeboste paden tot brede, droge rivierbeddingen met daarin een slagveld van boomstammen. De Baviaanskloof is alleen toegankelijk voor 4x4's. Dat is nu vooral nodig om de grote bodemvrijheid, omdat het pad op sommige stukken erg ongelijk is. Er zijn veel doorwadingen, soms lang, maar nooit diep, dus al met al is het goed te doen; in de regentijd is het zeker een ander verhaal. Dieren zien we weinig, alleen uiteraard een paar bavianen. We waren van plan geweest om nog naar Oudtshoorn en via de Swartbergpas naar de Kalagadi-woestijn te gaan, maar daar zien we in verband met de temperatuur van af: het zal nu wel Koudtshoorn en de Blauwbekpas zijn. Misschien proberen we later vanuit Namibië nog een paar dagan Zuid Afrika in te komen om naar de Kalagadi te gaan. De mensen die we kennen die door hun drie maanden voor Zuid Afrika heen waren kregen meestal nog een week en dat zou genoeg zijn. Daarom gaan we zo snel mogelijk naar de warmte van het noorden. Het eerste stuk van de rit gaat nog door de Baviaanskloof met grillige rotsstructuren. Daarna weer Karoo: een langs een lineaal van honderd kilometer getrokken weg door een sandwich van bijna woestijnachtig land en laaghangende grijze bewolking, soms afgewisseld door wolken die als penseelstreken neergezet lijken. BoekenDe afgelopen periode was een goede gelegenheid om "How rich countries got rich and why poor countries stay poor" van de Noor Erik Reinert te lezen. In 362 bladzijden geeft hij zijn visie: in het verleden ontstonden stadstaten zoals Venetië en de steden in Holland die door hun ligging geen natuurlijke hulpbronnen hadden en daardoor moesten zoeken naar productiemogelijkheden. In de steden vond arbeidsdeling plaats en waren verschillende economische activiteiten met synergie. Industrialisatie brengt economy of scale, learning curves en experience curves, terwijl landbouw, veeteelt en mijnbouw op termijn altijd tot minder opbrengst leiden. Kolonialiserende landen deden productie altijd zelf en lieten koloniën slechts grondstoffen en landbouwproducten leveren en konden zich daarom niet industrieel ontwikkelen. Tegenwoordig gebeurt feitelijk het zelfde: IMF en Wereldbank eisen een open economie, waardoor arme landen geen industrie kunnen ontwikkelen. Hiervoor is een periode van bescherming door tariefmuren en belastingvoordelen nodig. De industrie van een ontwikkelend land kan niet direct mee op wereldschaal, maar leidt wel tot veel meer inkomen dan wanneer alleen grondstoffen en landbouwproducten geleverd worden. Handel zonder tariefmuren moet plaatsvinden tussen landen van vergelijkbaar ontwikkelingsniveau.
Een ander interessant boek is "Dead Aid" van de Zambiaanse econome Dambisa Moyo. Ze rekent voor dat het westen sinds 1970 driehonderdmiljard dollar aan giften en goedkope leningen aan Afrika heeft verstrekt, maar dat niettemin de economieën van de landen met de meeste hulp gekrompen zijn en dat tussen 1970 en 1998 het percentage Afrikanen verzesvoudigd is. Ze bepleit om alle hulp behalve noodhulp zoals die vooral door de Wereldbank en het IMF aan regeringen gegeven wordt binnen vijf jaar te stoppen omdat die vooral corruptie en conflicten in de hand werkt en negatief is voor de economie. In plaats daarvan zou financiering moeten plaatsvinden met staatsleningen op de commerciële markt, investeringen in vooral infrastructuur zoals steeds meer door China gebeurt, meer handel met Europa en Amerika door afbreuk van tariefmuren voor landbouwproducten en d.m.v. microkredieten. Blyde River CanyonDe Blyde Rivier Canyon is de op twee na grootste canyon ter wereld. De Blyde Rivier heet niet toevallig zo: de Treurrivier die via watervallen en stroomversnellingen in de Blyde Rivier stroomt is de plek waar Voortrekkers elkaar kwijtraakten, bij de Blyde Rivier vonden ze elkaar weer terug. Met mos begroeide steile rotsen stijgen honderden meters boven de rivier uiten ronde en lijken reusachtige rondavels (Afrikaanse huisjes) met groene daken (video). VersnellingsbakkenleedOnderweg terug naar Pretoria om de gerepareerde bril van Jan op te halen schiet opeens de versnellingspook steeds uit de vierde versnelling. Ook de andere versnellingen beginnen problemen te geven. We halen het huis van Ronald, maar daar is dan ook alles mee gezegd. We doen bij hem een eerste onderzoek. Er zit helemaal geen olie meer in de versnellingsbak. We zien dat de tussenbak tijdens de laatste stukje van de rit ook olie verloren heeft. Toch tappen we meer dan twee liter olie van de tussenbak af; daarna zit hij op het goede niveau. Er zat dus veel te veel olie in. We denken dat de manchet die in Kenia geplaatst is is gaan lekken. We vullen olie in de versnellingsbak bij en dichten het lek in de tussenbak. Helaas brengt dat geen verbetering in het gedrag van de versnellingen. Dat lijkt een duur en langdurig garagebezoek te worden. Zonder eerste en vierde versnelling redden we het om naar een van de Toyota-dealers in Pretoria te rijden. Na een demonstratieritrit van twee meter bij Toyota is de ernst van het probleem aangetoond. Toyota repareert niet zelf versnellingsbakken, maar besteedt het uit aan een gespecialiseerd bedrijf. Daar gaan we direct zaken mee doen. De versnellingsbak wordt uit elkaar gehaald; we zien ernstige gezichten, want de schade is groot. Bijna alle tandwielen, de koppeling en de aandrijfassen moeten vervangen worden. De verwachting is dat het drie dagen kost, maar in Afrika is dat met een beetje pech een week. Voor het eerst op onze reis zitten we zonder Dappere Dodo, maar gelukkig kunnen we bij Ronald slapen. We gaan tussendoor een paar keer bij de versnellingsbakker naar de voortgang kijken en zien nieuwe onderdelen uit de originele verpakking komen, dus geen grapjes om nieuwe onderdelen te berekenen en gebruikte te plaatsen zoals in Afrika niet ongebruikelijk is. Helaas blijft bij de proefrit die we na vier dagen maken dat de auto niet uit de lage gearing wil. Dat hadden we in Kenia ook al meegemaakt. Uiteindelijk moet de tussenbak er weer uit om het probleem op te lossen. Gelukkig net voor het weekend lijkt ales goed te werken en schakelt het soepel. Dus nu eindelijk weer toeristen. Als we lunchen bij een tentje in de buurt kunnen we kiezen tussen een whiteman's portie of een blackman's portie rijst. De whiteman's portie is groot, de blackman's portie ontzettend groot. Bij Toyota liepen we Bart uit Nederland en Jasmin uit Finland tegen het lijf, die er onderdelen kopen. We hadden al e-mailcontact en wilden een ontmoeting afspreken, nu stonden ze opeens voor onze neus. Ze zijn via de westkust uit Europa gekomen en willen via de oostkant terug gaan. Ook zij kunnen bij Ronald kamperen. KrugerparkNa in totaal 24 nachten bij Ronald gaan we verder richting Krugerpark. De versnellingsbak blijft zich gedragen zoals het hoort. We overnachten in Polokwane waar we ook met Jesse al waren. We werden toen op de camping gewaarschuwd dat we moesten kijken welke electriciteitskastjes het deden voor we een plaats kozen; dat is driekwart jaar later nog steeds zo: er is niets gerepareerd. Margriet is net begonnen met koken als de kookplaat er met rookwolken mee ophoudt. Grrrr... In het Krugerpark zijn we weer in de tropen en zitten we een kilometer lager, dat is te merken aan de aangenamere temperatuur. We zien grote kuddes antilopen, buffels en olifanten, grote groepen nijlpaarden (wat zijn die toch ontzettend dik, zeker ook Zuid-Afrikaans ontbijt), gieren en giraffes, een hyena met jongen en honderden krokodillen, vooral bij de rivier Limpopo, die de grens met Zimbabwe en Mozambique vormt en aan de Lebate, een rivier meer naar het zuiden. Alleen de grote katten laten het afweten. In de regentijd is de Limpopo een gigantische watermassa, nu is het een zielig stroompje dat makkelijk te nemen is voor vluchtende misdadigers en illegale immigranten. Op de eerste camping staan we bij het hek. Vlak erachter eet een olifant een struik leeg. Als Jan een foto probeert te maken zonder hek op de voorgrond ervaart hij op pijnlijke wijze dat het bordje schrikdraad er niet voor de versiering staat. 's avonds gaan we uit eten om onze trouwdag te vieren. We zijn de enige gasten in het restaurant, gezien de kwaliteit van de keuken niet verwonderlijk. We overnachten de laatste nachten in een "rustic camp": geen electriciteit, maar wel ruime plaatsen midden in de natuur. We krijgen weer een keer te maken met load shedding: door corruptie bij nieuwbouw en achterstallig onderhoud kunnen de electriciteitscentrales niet meer aan de behoefte voldoen. Daarom worden bij toerbeurt delen van het netwerk afgeschakelt. Steeds meer Zuidafrikanen hebben generatoren of zonnepanelen om in de eigen behoefte kunnen voorzien als dit gebeurt. In de winkelcentra hangen posters: "De verkoop gaat bij load shedding gewoon door." Van de kookplaat is een IC doorgebrand. Het IC kan hoogstwaarschijnlijk vervangen worden, maar we willen nu toch de gelegenheid gebruiken om op gas over te gaan als we alle spullen kunnen krijgen. We hebben zoveel verschillende problemen gehad dat we het vertrouwen helemaal kwijt zijn. Waardoor ontstond de schade aan deversnellingsbak?Waarschijnlijk is de tussenbak na de reparatie in Kenia niet goed gemonteerd, waardoor de as tussen de bakken niet uitlijnde. Daardoor raakte niet alleen de as beschadigd, maar ook de rubber manchet tussen de bakken. Diettengevolge is alle olie door de hoge temperatuur van de versnellingsbak naar de tussenbak geperst. Omdat de versnellingsbak nu droog stond en veel te heet werd, zijn veel onderdelen beschadigd. Ook bleek dat een van de veren van de koppeling gebroken was, waardoor de koppelingsunit vervangen moest worden.
Facelift voor Dappere DodoIndrukkenDe inbouw van de koelbox valt vies tegen. Plan A en B passen niet of zijn niet stevig genoeg en plan C vereist veel meer breekwerk dan gedacht. Uiteindelijk is plan D uitvoerbaar. Dappere Dodo is superdegelijk gebouwd, fijn om door Afrika te rijden, maar een ramp als je iets wilt veranderen. Gevolg is wel dat we zelfs na drie dagen nog niet helemaal klaar zijn. We worden aangesproken door Ronald, een Nederlander die al dertig jaar in Zuid Afrika woont en nemen de uitnodiging om op zijn terrein te kamperen graag aan. Ronald bouwt beroepsmatig elektrische installaties voor gebruikskritische toepassingen, heeft een fijne, rustige plek en heel veel gereedschap. Het is dus de perfecte omgeving om onderhoud aan Dappere Dodo te doen. Uiteindelijk zullen we tweeëneenhalve week bij hem blijven en wordt een ergernis opgelost die bestond sinds we Dappere Dodo kregen: met veel hulp van Ronald vervangen we een groot gedeelte van de elektrische installatie. Daarnaast lossen we een groot aantal kleinere problemen op; onder andere start de kookplaat eindelijk weer zoals het hoort. Op zondag gaan we met Ronald naar Hartbeespoort, een stuwmeer en bekende plek voor watersport en bekijken bezienswaardigheden in Pretoria. Bij opruimen in het donker struikelt Jan. Het bloedt hevig bij zijn oog en een brillenglas sneuvelt, dus dat wordt naar de EHBO. Het is een typisch privé-ziekenhuis: eerst een voorschot betalen, daarna wordt er gekeken. Nadat drie keer de vaste intake-vragen gesteld zijn volgen vier hechtingen en komt nog een stuk glas tevoorschijn. Het oog was op een halve centimeter gemist. Hechtingen kunnen na een paar dagen bij een apotheek verwijderd worden. De opticiën die de bril repareert blijkt glazen voor Margriet gemaakt te hebben; blijkbaar hebben we recepten verwisseld. We maken er maar het beste van: Margriet zoekt een montuur uit en voor Jan worden opnieuw glazen besteld. We krijgen een forse korting wegens de verwarring, zodat de glazen een kwart van de Nederlandse prijs zijn, maar we moeten wel weer een week op de bril wachten. Ronald heeft na alle politieke veranderingen sinds de apartheid die hij heeft meegemaakt een veel gedetailleerder beeld van Zuid Afrika dan wij als toerist ooit zullen krijgen. Hij heeft er veel mooie dingen meegemaakt, maar heeft ook een verhaal stemt dat niet vrolijk stemt. Bijvoorbeeld over corruptie bij de politie: de politiecommissaris die 's avonds politieauto's en uniformen verhuurt aan misdadigers en als straf alleen wordt overgeplaatst, de agenten die gearresteerde arrestanten vrijlaten nadat ze hen bij een pinautomaat geld hebben laten opnemen om zich te laten betalen, de agent die in uniform stukjes grond die niet van hem zijn verkoopt aan arme Zuidafrikanen die er hutjes op bouwen. Of over het volstrekte gebrek aan motivatie bij de overheid: Caroline, zijn huishoudelijke hulp uit Zimbabwe, die een week lang om vier uur 's morgens bij Home Affairs in de rij stond voor papieren en wier jongste kind Andy nog steeds niet naar school kan omdat de papieren er niet zijn. Hij is ook niet optimistisch over de toenemende xenofobie en over de steeds geraffineerder te werk gaande vaak door blanken geleide gewelddadige misdadigersbendes. Bij hem zelf is al vier keer ingebroken, in zijn buurt zijn in gedeeltes complete huizen gestolen, gewapende overvallen komen regelmatig voor. De twee dochters van Caroline zijn vrolijke, ondernemende, intelligente kinderen. Ze kunnen dankzij hulp van Ronald naar een goede school, maar het is te hopen dat ze zich volledig kunnen ontwikkelen: omwille van de veiligheid worden ze getraind niet met vreemden te praten en als hun moeder in de buurt is lijken het andere kinderen uit wie nauwelijks een woord te krijgen is. In Zimbabwe zijn ze een tijd lang opgevoed door een tante terwijl Caroline al in Zuid Afrika werkte. In hun beleving hebben ze twee moeders, maar ze zien de tante als echte moeder. VertrekstressHet lijkt wel of van iedere dag twee uur zijn afgesnoept en van iedere week een dag sinds we de vertrekdatum hebben bepaald en onze tickets naar Johannesburg geboekt. We maken ons huis klaar voor de huurders. Dat betekent door alle spullen gaan die we in 25 jaar hebben verzameld hebben en eindelijk die onderhoudsklussen doen waarvan we ons nu afvragen waarom we we ze niet jaren eerder deden. We organiseren als afscheid een High Tea en gaan ook nog naar een ontzettend gezellige bijeenkomst van Afrika-overlanders die Mischa en Daniëlle georganiseerd hebben en waar we Peter en Els, Hans en Dorien, Sonja en Jeroen en Eelke en Maaike weer ontmoeten. Naarmate het vertrek dichterbij komt moeten we steeds meer met haast militair geplande precisie te werk gaan: wanneer wordt voor de laatste keer de vuilnis opgehaald, tot wanneer hebben we onze auto en fietsen, wanneer kunnen we een busje huren, wat is de laatste gelegenheid voor belangrijk familiebezoek en hoe gooien feestdagen roet in het eten? Maar eindelijk trekken we de deur van een leeg en gepoetst huis achter ons dicht. De nacht voor vertrek hebben een hotel op Schiphol, dus de vlucht naar Zuid Afrika kan relaxed met een ontbijt in de lounge beginnen. En dan de stap der stappen over de vliegtuigdrempel die het verschil maakt tussen Nederland en Zuid Afrika. Dank zij de ruime vliegervaring in het werkzame leven van Jan worden we aan boord als speciale gasten behandeld, inclusief champagne. Een soort verlate honeymoon. We vliegen op tijd, de bagage is er, geen gezeur bij de douane en het allerbelangrijkste: Dappere Dodo staat trouw op ons te wachten. De eerste hele dag in Zuid Afrika is een echte regel- en organiseerdag. We hebben natuurlijk weer veel meer spullen naar Zuid Afrika meegenomen dan we meenamen naar Nederland en die extra dingen moeten we allemaal kwijt. Ook maken we afspraken voor het vervangen van koelbox en accu's. De accu's zijn nog geen twee jaar oud, maar ze presteren al veel minder. Dappere Dodo rijdt zoals altijd. De climax van de dag is natuurlijk de kookplaat, maar zelfs die doet alsof we nooit weggeweest zijn. Back to AfricaWe voelen meteen weer dat we in Afrika zijn. We tanken bij een pompstation met drie pompen waarvan twee het doen. Elf pompbediendes staan klaar om the helpen. De bediende bij de dieselpomp staat te swingen en te dansen, maar houdt zijn pinautomaat aan de gang door en regelmatig hard op te slaan en er magische zwaaiende bewegingen mee te maken. Alleen zwarte mensen zien we bij de Shoprite als we boodschappen doen. Een jonge vrouw komt met manden vol pakken vlees van twee kilo, eieren en smeerworsten van een kilo bij de kassa. Als de helft is gescand rekent ze af met al het geld dat ze heeft. De rest van de gepakte boodschappen blijft in mandjes voor de kassa staan. Bij de kassa hangt een bordje "U wordt bediend door ...". Laat ons weten als snelheid, efficiency of vriendelijkheid niet aan uw verwachtingen voldoen. Er is geen naam ingevuld. De afrekening is langzaam en de betaling onhandig, zoals altijd bij Shoprite. Het voldoet dus aan de verwachtingen en we dienen geen klacht in. Er staat een lange rij bij de servicebalie: mensen die hun electriciteitsrekening vooruit betalen. Er staat ook een lange rij bij een andere kassa: mensen die hun loterijbriefje inleveren. Voor een haveloze winkel met een afgebladderd bord Platinum Supermarkt staan groepjes dikke zwarte vrouwen. Als we maar eenmaal de eerste olifanten zien... , zeiden we steeds tegen elkaar. Weken lang hebben we toegeleefd naar het moment dat we weer rustig in Dappere Dodo zouden rondtoeren en de eerste olifanten zouden zien.Vandaag is het eindelijk zo ver. We rijden kalm naar Pilanesberg, een park op twee uur rijden van Pretoria waar we al een paar keer geweest zijn. Voor tien euro mogen we er vier dagen in. De eerste ronde levert de olifanten op waar we zo lang naar uitgekeken hebben en ook nijlpaarden neushoorns en giraffes. Olifanten zijn ook het hoogtepunt van de volgende trip in het park: bij een van de uitzichtpunten zien we een heel grote groep baden en drinken. Eromheen scharrelen wrattenzwijnen in de modder. Het geheel heeft overigens wel een beetje een Beeksebergenkarakter. Eén eenzame leeuw die in de verte voorbij sukkelt is de volgende dag in eerste instantie de beestenscore. Maar bij de uitzichtpunten aan het water scoren we beter: olifanten, nijlpaarden, reusachtige krokodillen, giraffes, wildebeesten en allerlei soorten antilopen (video). Margriet voert haar voornemen om ook eens zelf te rijden uit. Cheetahs! Als we Pilanesberg Centre oplopen zien we een groep toeristen ingespannen door hun verrekijker turen. Ze wijzen: rechts van die struik staat een driehoekig boompje, daaronder liggen vier cheetahs. Met heel veel moeite ontwaren we vier stippen die cheetah's zouden kunnen zijn. Het blijft een raadsel hoe je zoiets vindt. Later op de dag gebeurt hetzelfde nog een keer met een leeuw. Terug op de camping komen verschillende Zuidafrikanen Dappere Dodo bekijken. Een van hen, die met een zelfde LandCruiser als wij rondrijdt en veel reiservaring heeft, is heel stellig: ga niet in Namibië de woestijn in met deze auto. En dat waren we nou net van plan. Op de camping is het weekendsfeer: grote groepen veel te dikke, altijd blanke Zuidafrikanen zitten in grote kringen met bier en wijn, lachend en verhalen vertellend bij de braai. Als de campinggasten weggaan helpen medewerkers van de camping met het afbreken van de tent. Het schijnt dat je ook na een braai met familie zo je afwas kunt laten doen. Dappere Dodo bij de dokterVandaag is de afspraak bij Voetspore om de koelbox te laten vervangen en we staan om negen uur op de stoep. We hebben een paar maanden geleden gemaild welke koelbox we wilden hebben, dat vorige week toen we de afspraak maakten nog een keer bevestigd en er de dag voor de afspraak nog maar eens achteraan gebeld. Steeds wordt ons verzekerd dat de koelbox er is. Maar ook Zuid Afrika is Afrika en er is dus geen koelbox. Hij wordt besteld en arriveert aan het begin van de middag; helaas het verkeerde type. Tegen het einde van de middag arriveert de goede, dus het echte werk begint mañana. We komen er niet meer inZuid Afrika heeft een heel vervelend toelatingssysteem. Je mag er zonder visum drie maanden in, maar als je tussendoor naar een ander land gaat wordt de teller niet gestopt. Wanneer we dus een maand in Zuid Afrika blijven, daarna vier maanden naar buurlanden willen en dan voor een maand terug willen komen hebben we een probleem. We hebben gehoord dat je al snel een verlenging van het verblijf moet aanvragen bij het Ministery of Home Affairs (MHO). Als we daar komen horen we dat visa voortaan door VFS, een particulier bedrijf, afgehandeld worden. Die kennen we nog van de visumaanvraag voor Saoedi- Arabië en de herinnering is niet best. We besluiten daarom eerst maar eens te bellen met MHO. We krijgen te horen dat we drie maanden mogen blijven en dat er geen enkele manier is om dat in 2015 te verlengen. Wat nu? De route omgooien en vanuit Namibië verschepen? Pas terug gaan in 2016? Een gepensioneerdenvisum aanvragen? Er op speculereren dat we voor zeven dagen worden toegelaten zoals bij andere reizigers gebeurde en een boete wegens termijnoverschrijding accepteren. We bellen 's middags nog maar eens met MHO en nu horen we dat een verlenging wel mogelijk is. VFS bevestigt dit, dus we gaan het toch maar proberen. Zodra we goed internet hebben gaan we aan de slag met de tijdelijke verblijfsvergunning. Dat betekent op internet een uitgebreid aanvraagformulier invullen en dan een afspraak maken. Het eerste beschikbare tijdslot blijkt over twee maanden te zijn; dit gaat dus nooit werken. We bellen nog maar eens met VFS of dit een systeemfout is. Dat is het niet; als het urgent is moeten we ons maar op het kantoor melden. We krijgen steeds meer zin om eerst alles in Zuid Afrika te bekijken en er dan niet meer terug te komen, maar Dappere Dodo vanuit Windhoek te verschepen.
Terug naar het noordenJesse is vertrokken, dus hoog tijd voor wat onderhoud. De blog wordt publiceerbaar gemaakt en Dappere Dodo krijgt een beurt; behalve de al voorspelde vervanging van de manchet van de tussenbak zijn er geen extra dingen. We zitten weer op een tijdschema, want over negen dagen komen Dick en Rita, de broer van Margriet en zijn vrouw in Johannesburg aan. We gaan dan een paar weken samen door Zimbabwe trekken. We wandelen en rijden nog een keer door het fynbos (video), voor we definitief ons zuidelijkste punt verlaten. Wanneer we terug rijden zien we een groep mensen met verrekijkers over het water turen: op niet meer dan dertig meter van de kant zwemmen twee walvissen. De camping vinden gaat moeizaam: de eerste ligt aan een drukke weg en de tweede vraagt drie keer de gangbare prijs en helpt ons onsympathiek. De derde vraagt ongeveer hetzelfde gedrag, maar de opties zijn op, dus we gaan er maar staan. Het is een camping voor liefhebbers van heel veel borden met regels en "verboden". We rijden door het wijngebied van Zuid Afrika. Heuvels met wijngaard na wijngaard na estate na wijnproeverij. Steile bergen met een achtergrond van wolken tegen een blauwe lucht. Hier geen townships, maar luxe, goed onderhouden huizen. Dit is ook het land van de Afrikaanders, met een mening over de zwarte bevolking die ondanks alle democratisering nog regelmatig tussen de regels door te horen is. We bekijken Franschhoek, met een mix van huizen uit de negentiende eeuw en stijlvolle moderne huizen, daarna Stellenbosch. Ziekenhuis Margriet is begin juli gevallen. Het leek toen niet ernstig, maar ze begint steeds meer last van haar arm te krijgen. Daarom laat ze er in het ziekenhuis een dokter naar kijken. Het gaat allemaal redelijk efficiënt: vijf uur, een intake, vier consulten, een röntgenopname en een echo later is het duidelijk: een gescheurde spier in de schouder die gehecht moet worden. Dat kan het beste in Nederland gebeuren. Het plan wordt daarom om begin november, nadat we met Dick en Rita door Zimbabwe gereisd zijn, voor een paar maanden naar Nederland te gaan en begin 2015 verder door zuidelijk Afrika te trekken. De optie om langs de westkust van Afrika naar Nederland terug te gaan hebben we in verband met alle problemen daar zoals ebola laten vallen. We willen daarom uiteindelijk Dappere Dodo verschepen. 50.000 km We passeren een nieuwe mijlpaal: 50.000 km afgelegd sinds we uit Nederland vertrokken. Cederberg Wilderness AreaWe rijden 's middags nog verder naar Cederberg Wilderness Area (video). Het groene landschap is heuvelachtig met hoge bergen op de achtergrond en met paarse en gele bloemen in de berm. De wijngaarden gaan langzaam over in sinaasappelboomgaarden. We wandelen een paar uur door het natuurpark. De kale bergtoppen rondom het fynbos zijn rood gekleurd; ze worden langzaam bleker als de zon hoger komt. Tussen uitgebloeide struiken staan overal paarse, gele en witte bloemen. Als we terugkomen op de camping praten we bij met Indra en Hans, Nederlanders die we ook in Swaziland al ontmoet hebben. We vinden ook onder de ruitenwisser een briefje van Brett en Yvonne die door Afrika reizen en die we kennen uit Nairobi. Ze staan op een naburige camping en hebben Dappere Dodo herkend. 's avonds komen ze even langs, dus al met al hebben we een gezellige middag en avond. KimberleyWe vertrekken richting Johannesburg om op tijd te zijn voor Dick en Rita. Het is een surrealistisch landschap met bloeiend fynbos tussen grote rotsblokken die slordig op elkaar gestapeld lijken. Het fynbos gaat over in het woestijnachtige landschap van de Karoo: eindeloze, lege wegen door een bijna onbewoond gebied van dor gras en kleine, grijze struikjes die steeds verder uit elkaar staan, afgewisseld door een enkele akker en een paar schapen. In de verte liggen verspreide tafelbergen. Scheef staande telefoonpalen langs de weg tellen hun dagen. We eindigen in Carnavon, zo'n vredig, geïsoleerd, outback-achtig dorp zonder internet waar nooit wat gebeurt. Als enige gasten op de camping krijgen we een zak denneappels en een avocado cadeau van mensen die de indruk wekken dat de inteelt iets teveel heeft toegeslagen. De volgende dag rijden we door naar Kimberley, weer over zo'n weg waarbij het (volstrekt overbodige) navigatiesysteem aanwijzingen geeft als "nu 217 km deze weg volgen" en waarbij Dappere Dodo de enige beperkende factor in de snelheid is. 's middags proberen we goed internet te vinden, maar dat valt in Zuid Afrika erg tegen. Campings hebben bijna nooit wifi, in winkelcentra zijn alleen dure of beperkte hotspots en bij de weinige internetcafé's mag je je eigen computer niet gebruiken. Big Hole Overal rammelt en piept het in de lift naar beneden. We staan er minutenlang in, maar in werkelijk dalen we maar een paar meter. We zijn in de "underground experience", een nagebouwd stukje mijngangen van de "big hole", de grootste door mensen gemaakte kuil ter wereld, waar tot 1914 diamanten gevonden werden. Ingerichte woonhuisjes, maar ook de bank, het kantoor van de diamantenkoper, het pandjeshuis en de kroeg waar teveel gedronken werd als een diamant gevonden was, zijn te zien in het openluchtmuseum. Wat begon als een rush van avonturiers uit alle uithoeken van de wereld eindigde als een gigantische commerciële operatie die bepalend is geweest voor heel zuidelijk Afrika: geen man heeft zoveel invloed gehad in Afrika als Cecil Rhodes, de oprichter van het diamantenconcern De Beers Consolidated. Naar hem zijn later Noord-Rhodesiē (nu Zambia) en Zuid-Rhodesië (nu Zimbabwe) genoemd. In Kenia in maart misten we ze op een dag, maar nu lukt het: we hebben ontmoeten Eelke en Maaike (www.HetGeleSlakkenhuis.nl) die op ongeveer hetzelfde moment als wij uit Nederland vertrokken zijn en met hun gele ex-ME-bus door zuidelijk en oost Afrika trekken. Het wordt een gezellige avond. Op weg naar ZimbabweTownships met golfplaten huisjes, met allemaal dezelfde kleine stenen huisjes of met een bonte verzameling van verschillende stenen huisjes met golfplaten schuurtjes komen voorbij als we richting Johannesburg rijden. De boerderijen maken plaats voor industrie en een goudmijn, we passeren Soweto. Steeds weer zien we dat het beleid van het ANC om mensen aan behoorlijke huisvesting te helpen wordt uitgevoerd, maar langzamer dan iedereen wil. We slaan voorraad in omdat in Zimbabwe, onze bestemming met Dick en Rita, levensmiddelen veel duurder zijn dan in Zuid Afrika, zorgen dat de was schoon is er regelen van alles nu we eindelijk weer eens behoorlijk internet hebben. Iedereen wil wat van je... "Zeven uur wachten aan de grens!" "We hebben er viereneenhalf uur over gedaan om Zimbabwe binnen te komen..." "Iedereen wil wat van je aan de grens..." We worden gewaarschuwd voor de grensovergang van Zuid Afrika naar Zimbabwe. De mening van Zuidafrikanen over Zimbabwe en zijn inwoners is niet altijd even genuanceerd, maar ook van Nederlanders horen we dit. We besluiten daarom via Botswana Zimbabwe binnen te gaan. En dus rijden we via dezelfde weg waarover we ons een paar weken geleden naar Johannesburg haastten nu terug de tropen binnen. "Alleen nog tien dollar road tax, dan kunt u gaan." De grens Botswana uit kost een kwartiertje, Zimbabwe zit met ruim een uur in de middenmoot van grensovergangen die we gehad hebben. Via een loketje of vier kopen we een visum, betalen we een verplichte verzekering, carbon tax en road tax. Alles gaat in Amerikaanse dollars. Nadat na gierende inflatie buitenlandse valuta werden toegestaan is de USD de de facto valuta van Zimbabwe. Matopos National ParkWe rijden in het Matopos National Park tussen de meest bizarre rotsformaties door het hoge riet (video). Drie stenen leeuwen kijken ons aan, een kameel van rotsblokken ligt op de grond, een stenen vrouw met een kind op haar rug voert een gesprek, gigantische keien liggen opgestapeld op een manier die spot met de wetten van de zwaartekracht. Behalve wat apen en nijlpaarden zien we nauwelijks dieren. Het park heeft erg geleden onder stroperij tijdens de periode van politieke en economische chaos in Zimbabwe en hoewel het bord aan de ingang meldt dat rangers eerst schieten en dan pas vragen stellen is er een nog effectievere manier gevonden om stropen te voorkomen: er zijn geen dieren meer. In het park zijn grotten met muurschilderingen. Ze worden geschat op zesduizend jaar oud en zijn de meest verfijnde en realistische afbeeldingen die we deze reis gezien hebben. Khami-opgravingenIn Zimbabwe zijn de enige overblijfselen van oude culturen van zuidelijk Afrika. De beroemdste is Great Zimbabwe, daarna kwam Khami. Tussen de rotsstructuren en bloeiende bomen liggen de reconstructies van de stad uit de zeventiende eeuw. Er is weinig van over en we hebben moeite om de stukken die er nog liggen te plaatsen. BulawayoBulawayo is de op een na grootste stad van Zimbabwe en de eerste stad die we bezoeken. We rijden de stad binnen over brede boulevards met goed onderhouden gazons en bomen met paarse bloesem. Drommen scholieren gaan over straat. Meisjes lopen in schooluniformen met tuttige hoedjes, jongens met blazers en stropdassen. De mensen die we ontmoeten zijn vrolijk, hartelijk en hebben gevoel voor humor: als we tegen een man die boodschappen controleert en kassabonnen aftekent in de supermarkt zeggen: "Signature of a famous man." zegt hij: "Ik zal je mijn telefoonnummer geven." en zet die op de kassabon. Het land lijkt zich te herstellen van de chaos van een jaar of zes geleden, toen er een hollende inflatie was. In een souvenirshop zien we nog biljetten van tien miljoen dollar. In een buitenwijk komen we in een troosteloos winkelcentrum, dat in alles vergane glorie uitstraalt, maar in het centrum is het beter: de meeste gebouwen staan goed in de verf, winkels hebben een behoorlijk assortiment en mensen zijn goed gekleed. HwangeDe weg van Bulawayo naar Hwange is lang, droog en heet; het dorre gras erlangs moet nog een maand wachten op de regentijd. Toch hangt om de bomen een waas van lentegroen. Een enkele keer komen we langs een dorpje met kleine, goed verzorgde ronde of vierkante huisjes met rieten daken. Een bus die vijftig jaar oud moet zijn met een pak bagage op het dak dat bijna net zo hoog is als de bus zelf toetert en knippert om ons te begroeten. We overnachten bij Tuskers Camp, dat op een privé-concessie aan een waterplas ligt. De camping zelf is niet geweldig, maar 's avonds komt er een groep van minstens dertig olifanten drinken en baden. Ze komen tot niet meer dan twee meter van ons af. Wilde honden Vroeger kwamen ze in 39 landen in Afrika voor, nu nog in een stuk of vier. We zijn in het rehabilisatiecentrum van wilde honden in de buurt van Hwange N.P.; er zijn nu twee honden in het centrum zelf (video). Vooral honden die verstrikt raken in stroperstrikken worden opgelapt. Leidende honden van een groep krijgen soms een halsband die beschermd tegen strikken en een zender met GPS heeft, maar het belangrijkste is voorlichting. Er zijn een educatief centrum en een base camp voor kinderen waar kinderen uit de buurt gratis vier dagen op kamp gaan. Ook zijn er programma's waar mensen uit de dorpen in de omgeving water of gezondheidszorg krijgen in ruil voor gedrag dat de honden beschermd. Hwange National Park valt tegen: het is ongebalanceerd. We zien grote gebieden die door olifanten geruïneerd zijn, vlaktes bezaaid met olifantendrollen en grote kuddes olifanten. Door het oppompen van water worden poelen gemaakt waar ze op af komen. Behalve de olifanten en wat giraffes zien we weinig anders: geen roofdieren en heel weinig antilopen. Mana PoolsDe rit naar Mana Pools start moeizaam. Het benzinestation op de route krijgt pas over twee dagen nieuwe voorraad, dus het wordt dertig kilometer extra voor we van de hoofdweg af gaan. Na honderdvijftig kilometer houdt de verharde weg op. We komen steeds langs aangeharkte dorpjes met hutjes die met motieven beschilderd zijn. Waar leven de mensen van? Er zijn een paar geiten, voor de rest is het droog, heel droog. 's middags komen we een groepje Zuidafrikaanse vakantiegangers met autopech tegen aan wie we wat gereedschap uitlenen; het geeft altijd weer een goed gevoel om een Landrover op weg te helpen. Er is geen camping in de buurt en we belanden met zijn allen op een kampeerplek die ze kennen. Het is ons eerste bushcamp sinds Turkana. Wandelen tussen de wilde beesten De weg in Mana Pools naar de Zambezi was berucht om zijn wasbordweg, maar is flink verbeterd. We komen over kurkdroge, brede rivieren, maar de Zambezi zit vol snel stromend water. Alle dieren zijn dan ook in de buurt ervan te vinden. We nemen een kampeerplek aan de rivier; niet goedkoop, maar met een fantastisch uitzicht op het water en in stof gehulde Zambiaanse bergen. Mana Pools is het enige park met wilde dieren waar we geweest zijn waar je mag rondlopen en uit je auto mag; de camping is niet omheind (video). We zien een olifant scharrelen op het eiland tegenover de kampeerplek, nijlpaarden stappen rond in het water en even later wandelt een andere olifant over de camping. Buffels grazen vlakbij. Als we een moment niet opletten gaat een aap er met een zakje chips vandoor. 's avonds horen we hyena's en leeuwen in de buurt. Vier olifanten lopen langzaam de rivier in. Ze verdwijnen steeds verder onder water tot we alleen nog de ruggen zien. Aan de andere oever komen ze weer tevoorschijn. Het blijken er vijf te zijn: er was nog een kleintje dat alleen met zijn slurf boven water kwam en op de kant geholpen wordt. Het is ze gelukt, zonder visum van Zimbabwe naar Zambia. Paniek in dierenland We maken iedere dag dat we in Mana Pools zijn een ochtendrit en een avondrit door het park. De ochtenden zijn koel, een koelte die de hitte van de dag al voelbaar maakt; de paden ruiken naar zand en stof. Impala's gaan met grote sprongen op de vlucht, zebra's en buffels grazen, bavianen vissen nog iets eetbaars uit olifantenpoep, een leeuwin draait zich eens om in de schaduw van een boom en met een explosie van energie jagen krokodillen op vissen. De geluiden van ontelbare vogels smelten samen tot een serene rust. Op grote stukken grond, omgeploegd door olifanten, staan alleen kale, bizar gevormde stronken, als een schilderij van Dali. Net terug op de camping zien we plotseling impala's en zebra's vluchten en buffels gaan staan. Paniek in dierenland! Een groep van minstens zestien wilde honden loopt heen en weer, een paar honderd meter bij ons vandaan. Dick springt in zijn auto voor foto's van dichterbij, maar ze zijn te vlug. Toch een bijzonder moment, het zijn de eerste echt zeldzame dieren van onze reis. ChinoyiWe zwaaien naar de moeder met een kind op haar rug. Ze maakt de draagdoek aan één kant los, er komt een zwaaiend handje uit, de doek gaat weer vast. 's nachts onweert het zoals het alleen in de tropen kan onweren. Overal rondom lichtflitsen, aan alle kanten harde knallen en gerommel, een korte, felle bui. Dan is het weer stil. Bij Chinhoyi is een heel diep meertje met een grot ernaast (video). Via een steile trap en door de grot komen we bij het meertje. We zien geen direkt daglicht meer; alleen kobaltblauw licht weerkaatst in het meertje. Confict Voor we naar het meertje gaan hebben we een conflict over de toegangsprijs. Omdat op de camping die bij het meertje hoort niets goed werkte willen een korting voor de grotten. We spreken de dame bij de ingang erop aan. We hebben haar nog niet anders gezien dan nootjes etend, frisdrank drinkend of met haar telefoon spelend. Kijkend naar haar postuur vermoeden we dat zulke bezigheden haar dagelijkse programma zijn. Ze haalt haar baas erbij. We krijgen uiteindelijk per persoon twee dollar korting na een aantal felle discussies met argumenten als "Wij kunnen hier niets aan doen, dat wordt in Harare beslist.", "Je krijgt een boete omdat je illegaal naar het meer geweest bent.", "Laten we dit als volwassen mensen oplossen." "Ik haal de politie erbij." "Als ik korting geef wordt ik ontslagen." "Dien een klacht in, dan kan Harare geld terugstorten." "Hier is het klachtenboek. Schrijf daar je de klacht in. Er gebeurt niets mee." "Ik heb geen identificatiebadge." "Ik wil mijn naam niet zeggen." Bushcamp We rijden een flink stuk onverharde weg naar Ngezi, naar de enige camping in het gebied richting zuiden. Hij ligt in een recreation area. Een nachtje kamperen zou op USD 24 per persoon komen. Als we zeggen zo'n bedrag niet te gaan betalen haalt de dame bij de kassa er een collega bij "om mee te onderhandelen". Na een heleboel discussie waarbij steeds dezelfde getallen op een andere manier onder elkaar gezet worden en dan met enige moeite het totaal wordt berekend (als je voor 4x8 een rekenmachine nodig hebt blijft het lastig) is het resultaat dat ze geen mandaat hebben iets aan de prijs te doen omdat alles in Harare beslist wordt. Het wordt daarom een bushcamp in de buurt. Great ZimbabweDe volgende dag gaan we door naar Great Zimbabwe (video). We zien onderweg een achterwiel van een vrachtwagen slingeren, even later rijdt het wiel zelfstandig de berm in. De camping ligt direct naast Great Zimbabwe. Zoals bijna overal hebben we de camping voor onszelf. Er zitten weer eens apen die het op onze spullen gemunt hebben, maar het laten zien van de katapult die we gekocht hebben is al voldoende om ze een flink stuk te laten vluchten. Blijkbaar zijn er mensen die wél raak kunnen schieten met zo'n ding. Great Zimbabwe is de grootste opgraving van een steenstructuur ten zuiden van de Sahara, ongeveer achthonderd jaar oud. Lang hebben Europeanen niet willen geloven dat het gebouwd is door Afrikanen ("Die kunnen zoiets niet."). Het lag strategisch ten opzichte van handelsroutes en goudwinning. We zijn er op zondagochtend. We zijn er alleen. Er heerst een serene rust, vogels op de achtergrond. Hoge muren van zorgvuldig op maat gehakte stenen, smalle doorgangen tussen grote keien, steile trappen. Er moet grote rijkdom en een goede organisatie geweest zijn om dit mogelijk te maken. Geld en economie van ZimbabweRond 2009 had Zimbabwe een hollende inflatie waardoor er bijna alleen nog ruilhandel was en de economie krakend tot stilstand kwam: bankbiljetten met een één met zevenentwintig nullen, een munt die iedere drie dagen in waarde halveerde, winkeliers die gedwongen werden hun spullen onder kostprijs te verkopen. Daarop stond de overheid het gebruik van buitenlandse valuta toe. Iedereen vluchtte in Amerikaanse dollars en Zuidafrikaanse Rands. De praktijk is nu dat alles in dollars afgerekend wordt, als klein wisselgeld krijg je vaak randmunten terug. De biljetten zijn de vodden die in Amerika al lang uit de roulatie genomen zouden zijn. Ook krijg je regelmatig biljetten van twee dollar, een coupure die we in Amerika nog nooit gezien hebben. De winkels zijn nu weer goed gevuld, prijzen zijn hoger dan in Zuid Afrika, maar lager dan in supermarkten in oost Afrika. Logeren bij de politieWe zijn onderweg naar Marakele National Park. Het laatste deel van de weg onverhard; daar hadden we niet op gerekend. We halen de camping niet en vragen daarom een politieagent naar een kampeerplaats. Wanneer we uitleggen eigenlijk alleen een veilige plek te zoeken en verder self-supporting te zijn, nodigt hij ons uit in zijn tuin te kamperen. Het wordt een gezellige avond: alle collega's, in dienstauto of privé, komen even kijken wat voor rare snuiters hij gevangen heeft. Het is ook weer een mooie gelegenheid voor een kijkje in de keuken. Hij heeft een golfplaten huisje gehuurd dat nog het meeste doet denken aan een studentenkamer, inclusief grote breedbeeld-TV. Zich wassen doet hij in een teiltje en zijn toilet is een golfplaten hokje van de buren dat hij mag gebruiken. Zijn vriendin ziet hij in het weekend. Na de basisschool is hij bij de politie gegaan om zijn jongere broer en zus de kans te geven naar de middelbare school te gaan. Samen met zijn zus heeft hij een huisje gebouwd voor zijn ouders, die in een andere streek wonen. Hij verdient ongeveer achthonderd euro in de maand, waar honderdvijftig euro belasting af gaat. Hij moet nu eerst zijn drie leningen afbetalen, dan sparen voor zijn huwelijk over een jaar of vier, daarna sparen voor een eigen huis en tenslotte voor een BMW voor de deur. Samen met 24 collega's is hij verantwoordelijk voor een gebied van duizend inwoners waar eigenlijk nooit wat gebeurd. Als mensen geld hebben aan het einde van de maand moet er wel eens een ruzie gesust worden, een paar maanden geleden zijn neushoornstropers gepakt en een paar jaar geleden was er een ernstig verkeersongeluk. Marakele N.P.We maken twee "game drives" in het park en gaan naar de bird-hide. De big five zouden er moeten zitten, maar wij zien behalve antilopen en apen alleen twee neushoorns en een paar giraffen. Ook de bird hide doet zijn naam eer aan: we zien geen enkele vogel. Het landschap begint vlak en warm, maar kruipt naar een hoogte van tweeduizend meter; daar waait een snijdende wind. Kale, verweerde bergen steken loodrecht omhoog. Het verre uitzicht wordt belemmerd door stof in de lucht. Storm 's avonds steekt een storm op. We kunnen net op tijd het kampvuur uitmaken om te voorkomen dat de vonken de tent van Dick en Rita beschadigen. Ook is er een korte, hevige bui, het is de opmaat naar de regentijd. Wanneer we de volgende dag in Johannesburg aankomen wordt ook daar de lucht loodgrijs, begint het te stormen en te gieten. JohannesburgAfscheid Het is de avond voor Dick en Rita terug vliegen naar Nederland. We willen nog een keer samen uit eten, maar de keus is beperkt als je niet te ver in het donker door Johannesburg. Geen geweldig eten, wel gezellig. Dick en Rita hebben besloten hun tent, matrassen en stoeltjes niet mee naar Nederland te nemen. We vragen de bewaker van de camping of hij het wil hebben. Hij is razend enthousiast en komt ons twee keer bedanken. Een vriend van hem zoekt een baan en kan nu in de tent slapen en de bewaking van de camping 's nachts doen. Toen we de laatste keer in Zuid Afrika waren was Johannesburg nog off-limits, omdat het te gevaarlijk was. Er is sindsdien veel verbeterd, dus nu gaan we wel. De wegen naar het centrum zijn breed, met goed bijgehouden bermen met palmen. In het centrum zelf zien we straten met moderne wolkenkrabbers, dure auto's en goed geklede mensen, maar direct ernaast vervallen huizen, vuilnis op straat en mannen die hun roes liggen uit te slapen. Omdat Margriet toch kwetsbaarder is met haar gehandicapte arm blijven we niet te lang. We blijven wel langer in de Orient Mall, een verzameling van winkeltjes die zo uit met Midden Oosten of Zuid Azië zou kunnen komen: gesluierde vrouwen, mannen met baarden, veel winkels met bruidskleding, gordijnen of parfum. Dappere Dodo laten we wassen in afwachting van een paar maanden stalling. Cradle of HumankindDe Cradle of Humankind is een gebied van grotten waar het eerst resten van meer dan twee miljoen jaar oude voorgangers van de mens gevonden zijn. We bekijken de grotten van Sterkfontein. We worden gewaarschuwd dat er nauwe doorgangen zijn, zodat je als je gehandicapt, claustrofobisch, astmatisch of nog een heleboel andere dingen bent, er niet in moet gaan. Margriet aarzelt in verband met haar arm, maar de norm is een veel braai-etende Zuidafrikaan, dus het valt erg mee. Erbij in de buurt is het Museum van Maropeng, waar op een interactieve manier, inclusief boottochtje, de ontstaansgeschiedenis van de aarde verteld wordt. We hebben in verband met ruimtegebrek steeds de drang om souvenirs te kopen weerstaan. Omdat we naar huis gaan proberen we op de Welwitschia Country Market wat te kopen, maar we vinden niets geschikts voordat we zo geïrriteerd zijn door de opdringerige verkopers dat we vertrekken. Margriet is jarig, daarom gaan we 's avonds uit eten. TerugreisOnze vlucht naar Nederland is drie dagen na het vertrek van Dick en Rita. Margriet heeft een afspraak met de orthopeed kunnen regelen de dag nadat we terug zijn. Dappere Dodo kunnen we onder dak stallen bij Bobo Campers, een door Nederlanders gerund camperverhuurbedrijf, onder andere in Johannesburg. De laatste dag gaat heen met opruimen, poetsen, Dappere Dodo stallen en heel lang wachten in de KLM/Airfrance lounge. De KLM zet ons nog even op het verkeerde been door te mailen dat onze vlucht om 18:00 in plaats van om 23:55 vertrekt, maar dat blijkt een softwarefoutje te zijn. BotswanaIn Nata Bird Sanctuary in oost Botswana zien we, omdat we in de droge tijd zitten, weinig meer dan kleine groepjes flamingo's en pelikanen. We houden een rustige middag op de camping: naar de kookplaatproblemen kijken en internetten. Margriet bakt appeltaart in de Dutch oven. Zoutmeer Kubu Island (video) is een "eiland" in het zoutmeer. We rijden door eindeloze velden dor gras en langs kale, stekelige acacia's. Op een enkel klein dorpje en wat grazende paarden na lijkt het land onbewoond. Aan de horizon ligt de grote witte zoutvlakte waarin een groene plek met de silhouetten van grillig gevormde boababs opdoemt. Als de zon ondergaat wordt het witte zoutmeer langzaam zwart en worden de boababs één met de sterrenlucht. JohannesburgVakantie De eerste kilometers na Kubu gaan door het felwitte, gladde zoutmeer, daarna volgt soms diep zand waarvoor de 4x4 nodig is en dat een overal indringende bruinzwarte laag achterlaat, waardoor alles nog dagen naar zand ruikt. De kilometers die dan volgen naar de grens met Zuid Afrika zijn snel maar eentonig. Er zijn nauwelijks auto en waar we noordelijker overal fietsers en vrouwen met kinderen op de rug zagen is de weg nu leeg. Langzaam wordt het blauw van de lucht minder fel: we gaan over de steenbokskeerkring de tropen uit. De laatste camping in Botswana is weer op zo'n met oog voor detail ingerichte camping, zelfs het toilet is bijzonder. In recordtempo zijn we de grens naar Zuid Afrika over. We belanden er in Zeerust op de avond voordat het hele elektriciteitsnetwerk van de stad overhoop gehaald wordt. We vinden met moeite een camping, want alle kampeerplaatsen zijn bezet door elektriciteitswerkers en lijkt het terrein meer op een bouwplaats. We komen weer in gebied van winkels met volop keus en van campings met werkende warme douches en elektriciteit. Het lijkt wel vakantie... Verder richting Johannesburg zijn er achtbaansautowegen en shopping malls zoals we die sinds Dubai niet meer gezien hebben. We gaan naar Outdoor Warehouse, de grootste kampeerwinkelketen van Zuid Afrika om in elk geval campinggasjes te kopen, zodat we minder afhankelijk zijn van het humeur van de kookplaat (hij voelt waarschijnlijk de hete adem van de concurrentie, want hij start 's avonds sneller op dan hij lang gedaan heeft). Het assortiment van Outdoor Warehouse valt niet mee, tenzij je braaispullen nodig hebt. We kamperen op Kempton Park, dicht bij het vliegveld; de afstand tot het vliegveld is dan ook de enige reden om erheen te gaan. We hopen er Gee (Travels with Timba) te ontmoeten, maar er gaat iets mis met de afspraak. De volgende ochtend blaast er een ijskoude wind, vlaggen klepperen hard en Zuidafrikanen klagen over het abnormaal koude weer. We vluchten een shopping mall in op zoek naar spullen die we een jaar lang onderweg niet hebben kunnen kopen en naar grappige dingen, zoals een kookboek in het Afrikaans. We kamperen dichtbij Johannesburg in Krugersdorp game reserve, een prima plek als je niet in Johannesburg zelf wilt staan. Als de wind gaat liggen voelt het als een Nederlandse vroege lentedag. We nemen de kookplaat maar weer eens onderhanden, voorlopig met succes. PilanesbergWe hebben nog vier dagen tot Jesse komt en gaan daarom naar Pilanesberg, een van de mooiste parken van Zuid Afrika, niet te ver van Johannesburg en zeshonderd meter lager, dus niet zo koud. De totale toegangsprijs is €10 voor drie dagen; wat een verschil met Kenia en Tanzania. De eerste ochtend zien we al voor het ontbijt in het park zes leeuwen, verder grote kuddes olifanten heel dichtbij, buffels, antilopen en veel vogels (video). Bij een meertje zijn ruziënde neushoorns en drinkende giraffen (video). Bij de Shoprite, de Zuidafrikaanse Albert Heyn, staan lange rijen en is het chaotisch druk. We horen later dat mensen er hun pensioen kunnen opnemen: het is de eerste van de maand. Lente Op de achtergrond klinkt het monotone gebrom van twee autowegen, maar de lente hangt in de lucht in de Groenkloof Nature Reserve aan de rand van Pretoria. Het prille groen verschijnt aan de bomen, sommige al met bloesem. 's ochtends moet nog even de kachel aan, overdag is een blouse voldoende. We gaan verschillende campingwinkels af, nu met meer succes. Daarna halen we Jesse van het vliegveld. Kruger National ParkEen race Omdat Dappere Dodo maar twee zitplaatsen heeft rijdt Jesse in een eigen auto. Al met al kost het bijna een halve dag om de auto op te halen en achter elkaar het vliegveld af te komen richting Krugerpark. De volgende dag gaat een stuk soepeler: we zijn voor achten op pad en rond de middag bij het Krugerpark zijn. We kopen voor €180 een "wildcard", waarmee we een jaar lang onbeperkt alle Zuidafrikaanse parken in kunnen. Maar we hebben pech: campings moeten altijd gereserveerd worden en omdat het weekend is is er bijna niets meer vrij, zodat we 173 km moeten rijden naar een kampeerplaats. Ook de volgende dag leggen we 180 km af. De weidsheid van het gebied en de variatie in landschap is mooi, de "dierdichtheid" is wel veel lager dan in eerdere parken waar we geweest zijn, in tegenstelling tot de toeristdichtheid. SwazilandVan het Krugerpark naar Swaziland is maar een kilometer of veertig. Het is landbouwgebied met immense velden bananen en citrusvruchten die hun geur over de weg verspreiden. Swaziland is meteen weer Afrikaanser: rommeliger, meer voetgangers langs de weg, meer potholes. We blijven een dag in Mlilwane National Park (video): veel antilopen en vogels, een paar reusachtige krokodillen en grote stukken verbrand land. Eigenaardige sfeer Een eigenaardige sfeer als we weer naar Zuid Afrika rijden. Het land is bleek en stoffig, het zou midden-Spanje in de zomer kunnen zijn. Her en der staan die platte, typisch Afrikaanse bomen, suikerrietplantages verspreiden een penetrante geur. Het voelt tropisch, zoals in India of Thailand. De lucht is strakblauw, maar betrekt in de middag met zware, grijze wolken; een typische onweerslucht, maar het blijft droog. Hluhluwe National ParkDe grensovergang van Swaziland naar Zuid Afrika gaat supersnel: in tien minuten is het gebeurd. We hebben een reservering om te kamperen in het Hluhluwe-iMfolozi Park, maar als we er aankomen blijkt er geen camping te zijn; gelukkig is er wel een vlak buiten het park. In het park zien we vooral veel neushoorns, buffels en een olifant die vakkundig een hele boom sloopt als ontbijt (video). Leeuwen zien we niet. De volgende dag gaan we door naar Durban. We maken een tussenstop in Echove, een plaats met een typisch Zuidafrikaanse sfeer: het rommelige en luidruchtige met handeltjes op straat zoals we dat sinds Kenia gezien hebben, maar veel welvarender dan in andere landen. DurbanMysterieus Mysterieuze kruiden worden verkocht in kraampjes bovenop een winderig viaduct, op de vleesmarkt wordt gehandeld in geitenkoppen en -ingewanden. Een gigantische hal is gevuld met fruit- en groentenkramen met prachtig uitgestalde koopwaar; Indiërs, Arabieren en lachende Afrikaanse vrouwen proberen ons erheen te lokken. In een grote, overdekte doorgang trekken handelaars in DVD's de aandacht met naast elkaar opgestelde beeldschermen die allemaal verschillende films zo hard mogelijk afspelen en op een stoepje zitten vrouwen met grote borden voor zich, met foto's van kapsels die ze voor je kunnen knippen.We lopen op Victoria Street Market, de grootste en meest levendige markt van Durban (video). Daarna gaan we door naar het strand. We lopen over een boulevard zoals je die in iedere badplaats zou kunnen vinden en lunchen aan het voor toeristen toegankelijke stuk van de haven, eigenlijk alleen een bonte verzameling van rondvaartboten, winkeltjes en restaurants. We proberen of we een townshiptour kunnen maken, maar dat lukt niet op de ene dag die we hebben. Tenslotte gaan we naar de botanische tuin; er staan hoge bomen en planten die we in Nederland alleen kennen als kleine, met moeite in leven te houden kamerplanten. BaviaanskloofMaar we moeten verder. Jesse wil in de tweeëneenhalve week vakantie die hij heeft zowel het Krugerpark als Kaap de Goede Hoop zien, dus dat betekent veel rijden. Glooiende heuvels in een lentewaas, enorme productiebossen en plaatsjes met gekleurde, losstaande huisjes die neergestrooid lijken als vruchtenhagel op een boterham, wisselen elkaar af. Verderop wordt de omgeving parkachtig, na Port Elisabeth dat zich breed uitstrekt in de zon, weer kilometer na kilometer sinaasappelboomgaarden tot aan onze camping aan de rivier tegenover een hoge, steile kloofwand die rood kleurt in de laatste zon. De Baviaanskloof heeft een bijzondere natuur: van de acht soorten Ecosystemen die Zuid Afrika kent zijn er zeven te vinden. De volgende dag gaan we de kloof zover we kunnen in. Een groot deel is alleen voor 4x4, dus dat lukt niet met de auto van Jesse. Op verschillende plekken zien we heel grote schildpadden. Gebeten Jan is op de camping gebeten door een vervelend klein keffertje, dus we gaan voor de zekerheid even langs de dokter. Er is niets aan de hand: antibiotica is niet nodig en de Nederlandse tetanusinjectie is voldoende. De campingbeheerster zit er erg mee in en geeft ons twee enorme zakken sinaasappels van eigen kweek mee. Wilderness Park, Hernmanus, SwellendamWe rijden de Garden Route door velden met een geweldige variatie aan vaak bloeiende struiken, onderbroken door kloven zoals we die sinds Oman niet meer gezien hebben. Op de camping in Wilderness ontmoeten we Sjors en Monique (www.sjoque.nl), de eerste Nederlandse overlanders die we ongepland tegenkomen. Ze zijn nu twee jaar onderweg en met hun vrachtauto via west Afrika naar zuidelijk Afrika gereisd. We zijn van plan om in Wilderness kano's te huren, maar het is zo koud dat we gaan wandelen. Hollands Glorie Swellendam is een van de oudste dorpen van Zuid Afrika. De huizen van anderhalve eeuw oud hebben Oudhollandse geveltjes en de grote, spierwit geverfde hervormde kerk heeft een toren die uit Haarlem of Middelburg zou kunnen komen. Grote stukken Garden Route zijn zachtglooiende, groene heuvels die aan de achtergrond van Windows XP doendenken. Het is ook het begin van het fynbos, een van de acht biotopen die op aarde voorkomen. Het fynbos is beperkt tot een klein gebied rond Kaapstad. Er groeien bij a negenduizend verschillende soorten struiken, waarvan tweederde alleen in dit gebied voorkomt. In de baai van Hermanus zouden in September walvissen moeten zwemmen. Er zijn metershoge golven met witte schuimkoppen die fel afsteken tegen de blauwe lucht, maar geen walvissen. KaapstadZuidpool "Nee, de rij voor mensen zonder kaartje begint aan de overkant..." Er wachten nog dubbel zoveel mensen voor de kabelbaan de tafelberg op als we al dachten, maar bijna twee uur later zijn we boven (video). En het is het waard. Kaapstad schittert onder de blauwe lucht, overal staat fynbos in bloei tussen de grillige rotsformaties en in de verte zien we besneeuwde toppen. De wind komt rechtstreeks van de zuidpool en dat is te merken. We gaan nog even het centrum in, eerst naar de kleurrijke wijk Bo-Kaap. Ieder huis is in één kleur geverfd, een kleur die harmonieert met de verf van de buren. Daarna naar de Company Gardens, oorspronkelijk door de V.O.C. aangelegde tuinen voor bevoorrading van schepen onderweg naar Indië, nu een park waar bruidsparen zich laten fotograferen. We zoeken een andere camping, die in Kaapstad was te lawaaierig. We rijden hoog boven de zee langs strandjes en rotsformaties. Op de camping ontmoeten we Hugh en Monag, een Engels paar dat op dezelfde dag vertrok als wij en nog net kans zag met hun Landrover via Egypte Afrika in te komen. We zijn er!Na 49.310 km, 195 overnachtingsplaatsen, 27 landen, 32 grensovergangen en 355 dagen hebben we ons doel bereikt. We staan met Dappere Dodo op Kaap de Goede Hoop (video). Na de fotosessie bekijken we de Afrikaanse pinguïn (video), de enige pinguin met een redelijke verspreiding buiten Antartica en wandelen we door het fynbos naar een stuwmeer. Township Drie families met kinderen in een woonruimte van 3x4 meter. We maken een tour naar Langa, het oudste township van Kaapstad. Oorspronkelijk opgezet voor alleen mannen die in de tijd van de apartheid in de haven van Kaapstad werkten, na de apartheid voor families. Na het bezoekerscentrum, een werkgelegenheidsproject en een shabeen waar we lokaal gebrouwen bier proeven, bekijken we een nog niet omgebouwde. Er wonen vijftien families, verdeeld over vijf kleine kamers, een keuken en een wasgelegenheid. De mannen en jongens slapen in de keuken, vrouwen en kinderen in de kamers. 's nachts worden extra matrassen uitgelegd om iedereen een plek te geven. De huizen worden langzaamaan omgebouwd, er wonen dan nog twee families, in een ruimte die naar Nederlandse begrippen nog steeds niet groot is. Een familie betaalt €3,50 per maand voor de oorspronkelijke plek en €35 per maand voor de omgebouwde, die dan na vijf jaar eigendom wordt. We zien ook nog de krottenwoningen met toiletten en wasplaats buiten en een kinderopvang. Kinderopvang kost €5 per maand inclusief twee maaltijden, basisschool €35 per kwartaal, middelbare school €70. Mandela 's middags varen we naar Robbeneiland, de plek waar Nelson Mandela 27 jaar gevangen zat (video). We worden rondgeleid door een ex-politieke gevangene en zien (uiteraard) de cel waar Mandela gevangen zat. Behalve het ongezonde en harde werk in de steengroeve (waar tijdens het werk in het geheim onderwijs gegeven werd) waren vooral opsluiting in een isoleercel bij overtreding van de regels en het vrijwel volledige gebrek aan communicatie met de buitenwereld het moeilijkst. Afscheid 's avonds gaan we uit eten met Jesse, het is de laatste avond voor hij terugvliegt naar Nederland. We hebben een prima tijd met hem samen gehad, hoewel we wel veel kilometers gereden hebben. |
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|