De oostkust van OmanWe gaan het plateau van Salmah op. Het wordt met afstand de heftigste off-roadtrip die we met Dappere Dodo gemaakt hebben. Het traject is steil, met scherpe bochten over een smal pad van grote stenen, maar Dappere Dodo weert zich kranig. Op 1100 meter keren we om; we hebben het moeilijkste deel dan al gehad. Later horen we dat het pad verderop geblokkeerd is door stenen na de regen van twee weken geleden. We rijden vervolgens naar White Beach, dat in de loop van de avond volloopt met kampeerders. We horen dat het snorkelen er niet zo mooi is als het boek belooft. Omdat er veel algen zitten zien we er maar van af. Volgens het reisbureau in Khartoem zouden we het Soedanese visum binnen drie dagen moeten ophalen bij het consulaat in Dubai. Dat past niet in onze planning. We bellen met het consulaat, maar dat zegt niets van ons te hebben. Verwarring alom dus. Omdat het weekend wordt kunnen we verder weinig doen om heet probleem op te lossen. De laatste wadi's die we in Oman rijden zijn Dayqah en As Suwayh. De rit is prima te doen, het laatste stuk is zelfs verhard. Alleen als we een smal steil paadje met grote stenen inrijden, doodlopen en achteruit terug moeten is het even spannend. Deze rit door de wadi is duidelijk anders dan de vorige: we blijven veel meer bij of in de rivierbedding en moeten regelmatig door het water oversteken. Het landschap blijft geweldig: na iedere bocht weer nieuwe kleuren, vormen en structuren. Dappere Dodo krijgt ook maar eens een poetsbeurt. Vijf man zijn er een half uur aan bezig (of staan naar hun werkende collega's te kijken). Hij is sinds de aflevering niet zo schoon geweest. Terug in MuscatWe overnachten gedurende steeds langere periodes "wild" en worden daar ook steeds handiger in. Een van de lastige dingen tot nu toe was haar wassen. We gebruiken daarom voor het eerst onze buitendouche om op het strand te spoelen. Het gaat prima. Mooi dat dat kan op 14 december. Daarna gaan we op zoek naar de Toyota-dealer om te kijken of ze een oplossing weten voor de hoestbuien van Dappere Dodo. Het is het op een na grootste Toyota Service Station ter wereld: een immens grote hal met bruggen voor onderhoud van luxe auto's op de begane grond en een even grote hal voor 4WD's op de eerste verdieping. Daarnaast nog aparte ruimtes voor grotere reparaties etc. Maar het probleem van Dappere Dodo is toch te moeilijk. Ten minste acht man kijken ernaar (dat is nou intensive care) en hij is zo'n twee uur onder behandeling, maar ze komen er niet uit. De wieg van Dappere Dodo stond in Oostenrijk en kan daarom niet aangesloten worden op de diagnostische apparatuur voor modellen uit de Golf. De conclusie is dat er geen kapot onderdeel is en dat ze hooguit de brandstofpomp zouden kunnen schoonmaken en afstellen, maar dat niet gegarandeerd is dat dat verbetering brengt. Dappere Dodo zou ook zonder problemen vierduizend meter in Ethiopië moeten kunnen halen. Een onbevredigend resultaat, hoewel ze beslist hun best gedaan hebben en we geen rekening krijgen. We stellen de vraag ook maar eens op het forum van de LandCruiserclub. Al SawadiAl Sawadi is de startplek voor boottochtjes om te snorkelen. We zoeken een overnachtingsplek aan het strand, maar dat blijkt lastig. We zijn intussen gewend aan stille strandjes met palmen en uitzicht op een eilandje (ja inderdaad, een beetje verwend), maar dat is hier in het weekend en illusie. Een van de favoriete bezigheden is om met open ramen en muziek keihard aan langzaam over het strand te rijden, een soort Spaanse pantoffelparade, mar dan per auto. Het lijkt of de route wordt aangepast aan de plek waar wij staan. We voelen ons bermtoeristen aan de A2 en begrijpen nu hoe een leeuw in een druk wildpark zich voelt. Als we verhuizen belanden we op een stuk waar ontzettend lawaaierige quad bikes scheuren; we hebben de A2 ingeruild voor de TT. Waar Dubai een overdosis aan regeltjes had, zouden het hier wel wat meer mogen zijn. Iedereen schijnt het normaal te vinden dat de quad bikes met een noodgang over het strand scheuren waar ook kleine kinderen ronddrentelen. Tenslotte gaan we maar staan in een picknickpark. We ontdekken dat op twintig meter afstand een moskee staat met heel grote luidsprekers; gelukkig heeft de muezzin in de gaten dat er om vijf uur 's ochtends weinig klandizie te verwachten is en roept dan niet op tot gebed. De volgende avond, op zondag, een werkdag, gaan we weer op het strand staan. Het is nu een prima plek. De omgang met rommel op dit soort plekken in Oman is overigens hetzelfde als in de Emiraten. Er zijn weinig afvalbakken en containers en iedereen laat zijn troep gewoon liggen: iemand anders ruimt het wel op. En inderdaad, 's ochtends verschijnt en legertje van dertien Zuidaziaten om het stukje strand weer schoon te maken voor de volgende lading troepmakers. Ook als wij met een papiertje in onze handen staan en een prullenbak zoeken is de reactie: "Gooi maar neer." De boottocht die we naar de Damanayat-eilanden maken om te snorkelen is geslaagd. We zien vooral veel verschillende vormen koraal, maar niet zoveel vissen. Ook is het koraal redelijk eenkleurig. De eerste snorkeltrip die we maakten was naar de Great Barrier Reef in Australië. Iedere andere snorkelplek steekt daarmee vergeleken bescheiden af. Winkels en koffieshops in OmanQua levensmiddelenwinkels zit Oman tussen de Emiraten en Iran in. In de grote plaatsen vind je supermarkten zoals Carrefour, in de kleinere plaatsen winkels die zich hypermarkt of supermarkt noemen en vaak gerund worden door Indiërs. Ze zijn dikwijls heel groot, maar hebben een beperkt assortiment. Een meter schap met één product is niet ongebruikelijk en complete koelbakken staan leeg. De broodvoorziening is relatief slecht: in Iran namen we het brood bijna altijd warm van de bakker mee, in de Emiraten kun je vaak volkorenbrood krijgen dat niet onderdoet voor het Nederlandse. Het brood in Oman is ofwel klef fabrieksbrood of wel "Libanees brood" , een soort pannenkoekjes die heel vers moeten zijn, maar dat in de winkel lang niet altijd zijn. In Oman zijn veel koffieshops, verhoudingsgewijs veel meer dan in Amsterdam. Hoewel er wel koffie verkocht wordt dekt ook in Oman de vlag de lading niet, maar op een andere manier; het zijn een soort ontbijttentjes/snackbars. De laatste keer DubaiDe rit terug naar Dubai verloopt heel vlot; de grens kost ongeveer een half uur. De grenspost Oman uit ligt bijna veertig kilometer voor de werkelijke grens. In het "niemandsland" liggen nog allerlei plaatsen, afslagen en dergelijke. We begrijpen niet hoe zo ooit een fatsoenlijke controle gedaan kan worden. We worden in Oman aangehouden voor politiecontrole. Dit is wel vaker gebeurd en is vooral nieuwsgierigheid naar die buitenlanders met hun rare auto. De politieman vraagt "paper" en als we vragen welk papier kijkt hij hulpeloos om zich heen. Dan komt een collega te hulp die een vriendelijk praatje maakt en ons doorzwaait. In Dubai maken we weer een voorbeeld mee van de bouwwoede: wanneer we terugkomen op het strandje waar we de vorige keer gestaan hebben zien we een grote stapel betonblokken. Drie grote grondverplaatsingsmachines zijn bezig een joggingbaan aan te leggen over het strand. Ze kunnen er echt niet tegen als stukjes strand onbebouwd zijn. De vorige keer was er bij de toiletten een vrouw uit Bangladesh die van tien uur 's ochtends tot tien uur 's avonds van tijd tot tijd de toiletten schoonhield en verder naar de zee keek. Nu was er een muur voor de toiletten gebouwd. Ze keek nu van tien uur 's ochtends tot tien uur 's avonds naar een muur. We zijn een dag eerder naar Dubai terug gegaan dan eerder gepland. Door onduidelijkheden in de communicatie over het visum voor Soedan weten we niet zeker of we het vlot zullen krijgen. Dankzij de hulp van Raidan Travel & Tours, het reisbureau dat belangeloos de aanvraag in Soedan voor ons heeft gedaan, klopt het dit keer allemaal: onze namen komen uit de stapel papier en dus is het 's ochtends paspoort brengen en 's middags halen. Ook een ander probleem lost zich op: een pakje met belangrijke spullen uit Nederland dat spoorloos in de post verdwenen was duikt weer op in Nederland. Tussendoor bekijken we Bur Dubai, het historische deel van Dubai (video). We zien een erg op toeristen gerichte soukh en de heritage area, een soort openluchtmuseum met lemen huizen en windtorens. Het is wel aardig, maar in vergelijking met Yazd, een slap surrogaat. We zitten nu nog twee dagen in Dubai tot Margriet naar Nederland vertrekt en hebben het gevoel dat we de meeste interessante dingen al gezien hebben. We doen toch nog twee leuke dingen. Eerst gaan we naar het Ras al Khor natuurgebied, vlak bij het centrum en aan twee kanten begrensd door grote autowegen (video). Niet direct een plek waar je zoiets zou verwachten, maar het zit er vol watervogels, vooral flamingo's. Daarna naar een groot aquarium en grote zeedierentuin, midden in Dubai Mall, de grootste shopping mall van Dubai (video). Behalve vissen en krabben zijn er ook leguanen, pinguïns en otters. Het is mooi aangelegd, alleen verbaast ons hoeveel vissen er in een compartiment zitten. We proberen in verband met de energievoorziening altijd buiten te parkeren. Dit keer is er alleen een parkeergarage, gelukkig met een ingang voor hoge auto's. Helaas is er geen uitgang voor hoge auto's. Met wat stuntwerk over stoepjes komen we weer buiten. De laatste ochtend voor onze wegen zich scheiden bekijken we Deira, het oudste deel van Dubai (video). Hier is nog een echte soukh en zijn straten met kleine winkeltjes in plaats van kolossale shopping malls. We vinden een winkeltje dat landenstickers voor op Dappere Dodo verkoopt. Omdat die moeilijk te krijgen zijn beginnen we in het voor in te kopen. Voor Saoedi Arabië kopen we het kleinste exemplaar dat we krijgen kunnen. We gaan het helemaal onderop hangen, zodat het iedere rit met zand en modder besmeurd wordt. Ons stil protest. Na een rustige middag, aan een strand dat een goede kampeerplek geweest zou zijn, zetten we Dappere Dodo in een straatje vlak bij het vliegveld voor de overnachting en zoeken de spullen die naar Nederland moeten. We hadden gehoopt Pim, die ook via de Emiraten naar Zuid Afrika reist en vandaag uit Iran in Dubai aangekomen zou moeten zijn nog te ontmoeten, maar dat lukt helaas niet. Saoedi ArabiëMargriet heeft gemengde gevoelens bij haar vertrek naar Nederland: enerzijds is het fijn om met de feestdagen thuis bij de kinderen te zijn en had ze ook niet echt uitgezien naar Saoedi Arabië, anderzijds slaat het een gat in een gezamenlijk avontuur. Maar de karavaan trekt verder... Zo moeizaam als het krijgen van een visum was, zo vlot gaat de grensovergang naar Saoedi Arabië zelf; met een uur is het geregeld. Niemand vraagt waaromje voor een zakenreis een auto als Dappere Dodo nodig hebt. In Abu Dhabi is het landschap vooral grindwoestijn, in Saoedi Arabië zijn het kale, lage zandheuvels waarover een harde wind waait, die voortdurend zand opwaait dat het landschap tot een stoffige, bleke vlakte maakt (video). Op het eerste stuk liggen nog plassen in de woestijn, waarschijnlijk van de zware regen van twee weken terug. Het verkeer en de wegenaanleg doen aan Iran denken: na een lang stuk tweebaansweg ligt er plotseling een tweede rijbaan, zo'n twintig meter links van de eerste. De toestand ervan is totaal onduidelijk. Als er auto's rijden gaan de gebruikers van de oorspronkelijke weg de tegenliggerbaan als inhaalstrook gebruiken, omdat ze aannemen dat de weg een vierbaansweg geworden is. Niet dus..., er komen ook nog tegenliggers op onze rijbaan. Ook rechts inhalen, zwabberen tussen rijstroken, vanaf de linker rijstrook op het allerlaatste moment een afslag nemen en tegen het verkeer inrijden staan weer op het menu. Het is alleen nog allemaal agressiever dan in Iran: als medeweggebruikers vinden dat je niet snel genoeg aan de kant bent gegaan of anderszins niet tegemoetkomt aan hun interpretatie van de verkeersregels zullen ze niet nalaten dat met toeteren, gebaren en snijden te laten merken. Het is leeg land: pas na 225 km komt Haradt, het eerste dorp, terwijl er nauwelijks zijwegen zijn. Het wordt de overnachtingsplaats. Dorp is nog een groot woord. Het is een naargeestige, smerige verzameling van werkplaatsjes en winkeltjes met het pompstation als middelpunt waardoor een gure wind waait. Het is een pleisterplaats voor truckers, vrouwen zijn er niet, maar het eten in het drukke truckersrestaurant is goed en niet duur. In de eerste winkel word ik al geconfronteerd met een typisch Saoedisch verschijnsel. Terwijl ik mijn keuze maak zegt de winkelier plotseling: "Must close shop." De handel wordt opgeschort voor het gebed. Alle winkels gaan dicht, restaurants sluiten de deuren de mannen gaan in optocht naar de moskee, drie keer tussen vijf uur en acht uur 's avonds. Na Haradt wordt de woestijn vlakker, op wat bedrijfbouwsels en boerderijen na blijft het leeg. RiyadhRiyadh is vies en lawaaierig (video). Bijna overal liggen bergen troep en het gebruik van de toeter lijkt op wat we in India gezien hebben. De Grote Moskee is niet zo indrukwekkend als die van Abu Dhabi of Muscat, maar wel groot. Het winkelgebied en souhks in het oude stadscentrum zijn ook groot. In de eerste 24 uur in Saoedi Arabië heb ik vier vrouwen gezien (althans hun ogen), in de shipping malls lopen ze volop, 95% is op de ogen na volledig gesluierd. Overigens is voor vrouwen in tegenstelling tot de habaya een hoofddoek niet verplicht. Ik heb een aantal (buitenlandse) vrouwen gezien met onbedekt haar, iets wat in Iran niet toegestaan was. Groente kopen blijft mannenwerk. De mensen zijn terughoudender dan in Iran, De Emiraten en Oman. Ook als ik met de achterdeur open op een druk plein zit, komt er één keer iemand buurten. Ten noorden van het centrum zijn de moderne wijken. Hier zijn de shopping malls en de grote winkels. Ook zijn er bouwprojecten zoals je ze in Dubai zou verwachten. Eén shopping mall die ik gezien heb bestond voor minstens de helft uit parfumwinkels, soms net zo groot als een flink filiaal van het Kruidvat. Belangrijke bezienswaardigheden van Riyadh zijn het Nationaal Museum (video), Dir'aiyah, de plek waar de koninklijke familie vandaan komt en de kamelenmarkt. Het Nationaal Museum is een van de mooiste musea die ik deze reis gezien heb. Het geeft een goed ontworpen overzicht van de geschiedenis van Arabië en alle uitleg is ook in het Engels. De kamelenmarkt (video) ligt een eind buiten de stad en is heel uitgestrekt en rommelig. Dir'ayah was helaas wegens verbouwing gesloten. Als je zelf in het land bent en iets probeert te doen wordt pas duidelijk hoe onhandig de gebedssluitingen zijn. Heb ik net mijn computer opgetuigd in een internetcafé en het eerste mailtje verstuurd, wordt ik uit de zaak gegooid. Wil ik tanken is het pompstation onbemand omdat iedereen in de moskee zit. Door de woestijnDe weg van Riyadh naar Jeddah gaat vooral door steenwoestijn. Op het eerste stuk zijn nog dorpen, daarna komen weer lange, lege stukken; het doet denken aan Algerije, waar we in 1977 waren. De kwaliteit van het wegdek is erbarmelijk voor de belangrijkste weg van het land. Ik begrijp niet waar al het oliegeld dat binnenkomt aan besteed wordt; aan de infrastructuur en ruimtelijke ordening is het in elk geval niet te zien. Het dorp waar ik beland om te overnachten is minstens zo desolaat als het dorp van de eerste nacht, hoewel minder rommelig. Verspreide huizen op de kale, koude, winderige vlakte, een vierbaansweg die abrupt overgaat in zandpad, langs de autoweg een enkele winkel, werkplaatsjes, een kapper, een kaal restaurant met plastic stoeltjes, twee pompstations. Er loopt niemand op straat. De huizen zijn groot en gesloten, voor families van drie of vier generaties in een klimaat dat of te koud of te heet is om aangenaam buiten te zijn. 's avonds en 's ochtends moet de kachel aan. Ik overweeg een tussenstop te maken in Taif, volgens LP een aantrekkelijke plaats. Helaas zijn de interessante dingen zonder kaart in het boek niet vlot te vinden. De beschrijving van Saoedi Arabië is overigens bij uitstek een voorbeeld hoe LP achteruit gaat. Ze beschrijven een land waar ze zelf niet geweest zijn, met als argument dat ze geen visum kregen. Op zoek naar een restaurant kom ik op een plek waar mannen en vrouwen staan te wachten. Een gesluierde vrouw spreekt me aan: "Die rode auto is van mij, rijd er maar achteraan." We rijden een eindje tot we bij een restaurant zijn. Ze vraagt dan of ik de weg terug kan vinden. "Anders blijft mijn chauffeur wel wachten om je terug te brengen." Oh ja, vrouwen mogen geen auto rijden in Saoedi Arabië. De restaurants hebben een mannen- en een familiedeel. Het mannendeel is met tafeltjes, zoals in een westers restaurant, in het familiedeel zijn hokjes met gordijnen, zodat vrouwen ongestoord hun sluier af kunnen doen. Deze scheiding zie je overal: een lady's branch bij de bank, shopping malls met aparte openingstijden voor mannen en families, enz. Direct na Taif daalt de weg spectaculair, elfhonderd meter over een paar kilometer; het is een totaal anders, veel interessanter landschap. Bij een uitzichtpunt zie ik de eerste apen van deze reis. Het tanken is weer een lust voor de portemonnee: € 0,05 per liter diesel, nog minder dan de reguliere prijs in Iran; ik begin vast voorraad in te slaan voor Soedan. De kleding van de mannen is grappig: nog steeds in het lang wit, maar de theedoek op het hoofd is vervangen door een ijsmuts en erover zit een winterjack. Ook vrouwen dragen jassen over hun habaya.
3 Comments
DubaiWe worden wakker van de opstekende storm en rijden om het risico van schade aan Dappere Dodo tegen te gaan nog voor het ontbijt naar Sharjah waar we de volgende visumpoging doen. We horen daar van VFS Tasheel dat de regels sinds vorige week veranderd zijn en dat de sponsorbrief nu in het Arabisch moet zijn. Grrr... We laten de brief vertalen en nu wordt de visumaanvraag eindelijk geaccepteerd. Op de parkeerplaats worden we aangesproken door Saeed, die ons uitnodigt om bij hem thuis te komen. Hij is getrouwd met Jane, een Philipijnse; ze zet in no-time een Philipijnse lunch op tafel. Omdat het al de hele dag miezert gaan we niet de natuur in voor het weekend, maar blijven we in Sharjah. Het door LP aangeprezen historische centrum stelt niet veel voor. Het is een klein, klinisch stukje midden tussen de torenflats dat net aan de bulldozers ontsnapt is, waar huizen gerestaureerd worden en souvenirwinkeltjes zijn, maar waar geen normaal leven te bekennen is (video). We overnachten weer op Kite Beach. De Zwitsers en de Fransen zijn er nog, dus het begint met vier auto's al aardig op een camping te lijken. De Fransen willen hun auto's op de boot naar Bombay zetten en dan in India rondreizen. 's avonds worden we gebeld door een journaliste van de Volkskrant die een stukje in de weekendkrant over ons gaat maken. We moeten dus binnenkort een sectie "press clippings" op onze site zetten. Weer worden we door onweer en storm wakker, maar het grootste deel van de dag is het weer uitstekend. We houden een rustige kampdag en knutselen verder aan de compressor, nog steeds met matig succes. Drie mannen die vlakbij de plek waar we staan een soort woonhuisje hebben op het strand om 's ochtends vroeg te kunnen vissen, laten ons niet alleen hun warme douche en toilet gebruiken, maar komen ook twee vissen brengen, waarvan de grootste zestig centimeter lang is, voor een barbecue voor de kampeerders. Ze brengen ook nog rijst en groente, maar eten zelf niet eens mee. Het wordt een gezellige barbecue met muziek, ook omdat een van de Fransen professioneel muzikant is. De noordelijke emiratenHet laatste deel van de rit naar Al Aqqa in het emiraat Fasairah is een mooie tocht door de bergen. In Al Aqqa vinden we een prachtig strandje waar overdag mensen picknicken en we 's avonds het rijk alleen hebben. Het staat bekend als snorkelplaats. Opnieuw worden we verrast door de hartelijkheid van de mensen. Een man komt een schaal koekjes brengen en even later eten en drinken we gezellig mee met een grote familie die uit heel de emiraten hier samengekomen is. We gaan de volgende ochtend eerst snorkelen. We zien mooie vissen, maar vinden het te ver naar het eilandje vlak voor de kust waar meer vissen, (onschuldige) haaien en schildpadden schijnen te zijn. Daarna naar Ras-al-Khaimah, het meest noordelijke emiraat. We zoeken een mooie plek aan het strand, maar dankzij de gebrekkige informatie in de Lonely Planet (ze worden echt met de editie slechter) rijden we eerst vooral door industriegebied. Uiteindelijk vinden we een mooi openbaar strand. En er komt een goed bericht: het visum van Jan voor Saoedi Arabië is klaar. Onderweg naar VFS Tasheel komen we langs de enige plek in de V.A.E. waar je zonder licentie wijn en bier kunt kopen, dus we slaan maar wat in voor ons resterende verblijf in de Emiraten (invoer in Oman is verboden en in Saoedi Arabië heel erg verboden). Het is een slijterij op een resort in het emiraat Umm Al Quwain, groter dan we ooit in Nederland hebben gezien. Het visum voor Saoedi Arabië van Jan is er werkelijk, maar voor het escortvisum voor Margriet zou nu toch weer groen licht uit Riyadh nodig zijn. Je wordt toch wel erg moe van de steeds veranderende spelregels. Dat groene licht proberen we nu al sinds juli te krijgen, zonder succes, daarom gaan we toch maar proberen of het ook zonder lukt. Dus motivatiebrief maken, laten vertalen, enzovoort. Bovendien betekent het nog langer in Dubai en dat hebben we intussen ruimschoots gezien. We gaan naar onze vaste stek in Dubai aan het strand. De vissers zijn er weer, dus we kunnen de warme douche en het privétoilet weer gebruiken. Het maakt het strand bij de Kite Beach een ideale plek. Het enige grote nadeel is dat vlakbij twee moskeeên staan (plus verderop nog een stuk of wat) die door elkaar om vijf uur 's ochtends luidkeels oproepen tot het ochtendgebed. Hoeveel Mohammedanen zouden hier werkelijk gehoor aan geven na op deze manier wakker gemaakt te zijn? Een van de vissers heeft een Landrover uit 1957 en vertelt hoe hij met zijn grootvader en vader over het strand van Dubai naar Abu Dhabi reed, een traject dat nu via een zesbaans autoweg wordt afgelegd. We zijn nu in alle emiraten geweest. Begin december wordt gevierd dar de emiraten 42 jaar verenigd zijn. Overal zie je vlaggen, borden met sheiks en auto's met vlaggen en sheiks erop gespoten. Koningsdag is er niets bij. Het is toch wel verrassend dat dit zo sterk leeft. We houden weer visumdag. Eerst naar VFS Tasheel voor het escort visum. Er is nu opeens toch weer een pre-approval van het consulaat nodig. Dat zou probleemloos te krijgen zijn van twee mensen van wie we de namen krijgen. Helaas, bij het consulaat komen we ook na een lange discussie niet verder, de goedkeuring moet uit Riyadh komen. Aangezien we dat al sinds juni zonder succes proberen, besluiten we de pogingen te staken. Daarna gaan we opnieuw naar het Soedanese consulaat. We proberen of ze ons volgens de richtlijnen die in Nederland gelden aan een visum kunnen helpen (dus formulier inleveren en persoonlijk ophalen), maar ze willen persé een aanvraag uit Soedan. Tenslotte gaan we nog even bij het Ethiopische consulaat langs. We krijgen eerst te horen dat we alleen een visum voor zeven dagen kunnen krijgen, maar dat we met de vice-consul kunnen praten. Als we hem vertellen in Ethiopië geweest te zijn en het een prachtig land te vinden krijgen we probleemloos groen licht voor drie maanden. En wat we nooit verwacht hadden: binnen anderhalf uur staan we met visum weer buiten. Zo kan het dus ook Saoediërs en Soedanezen! We gaan nog even mopperen bij VFS Tasheel, maar dat levert uiteraard niets meer op. De conclusie is dat Margriet voor twee weken naar Nederland gaat (en dus met de feestdagen in Nederland is) terwijl Jan Dappere Dodo door Saoedi Arabië loodst. Tenslotte gaan we in een internetcafé op zoek naar reisbureaus en hotels in Soedan en naar vluchten voor Margriet. OmanNa alle papierrompslomp kunnen we eindelijk naar Oman. De grensovergang kost ruim twee uur, maar is verder zonder problemen. Het is rommeliger dan in de Emiraten; er zijn hier vast geen mannen uit Bangladesh die iedere ochtend de troep opruimen zoals in Dubai. Veel vrouwen hebben kleurige kleding en de neusversiering zoals we die ook in zuid Iran gezien hebben. We overnachten weer op het strand (video). We staan nog in ons pyama naar de zee te kijken als een man ons vraagt of we mee willen naar zee (video). Nou, dat willen we wel. De man gaat vissen met zijn neef en drie van diens zoons. Met behulp van GPS varen we naar een goede visstek. We krijgen les hoe we vissen moeten vangen met een lijn met aas en Margriet heeft dan ook veel succes met het binnenhalen van grote exemplaren. Ze vragen of we een vis willen hebben voor de lunch en als we zeggen dat we geen pan hebben die groot genoeg is komen we er niet onderuit om te wachten tot ze een vis thuis voor ons gegrild hebben en die komen brengen. Ook van hen krijgen we de vraag hoe we tegen Arabieren aankijken, een vergelijkbare vraag als we ook in Iran steeds kregen, omdat men zich ook hier bewust is van het negatieve imago dat Arabieren in Amerika en Europa hebben. We antwoorden dat de Europese media een vertekend beeld geven en dat er grote verschillen tussen de landen zijn. Met het vrouwonvriendelijke gedrag van Saoedi Arabië nog vers in het geheugen is het moeilijk om een onverkort positief verhaal te houden, hoewel de vriendelijkheid en behulpzaamheid ook hier opvallen. Een man uit Pakistan die ons later aanspreekt legt uit hoe expats altijd tweederangs burgers blijven in de golfstaten: buitenlanders kunnen nooit de nationaliteit krijgen van het land waar ze werken. Ze kunnen er ook geen huizen kopen. We besluiten om eerst richting Muscat te gaan waar we willen kijken of we eenvoudig aan een visum voor Soedan kunnen komen. Als dat niet lukt gaan we een visumdienst in Nederland gebruiken. Eindelijk vinden we waarom de compressor niet meer werkt. Een verborgen zekering, waarvan we niet wisten dat hij er zat, is doorgebrand. Dat zijn de nadelen als je een gebruikte, ingerichte auto koopt. Het strand waar we overnachten ligt bij een park waar honderden mensen tot laat in de avond picknicken. Het is ook een plek waar eigenaren van 4WD auto's en buggies zinloze rondjes over het strand rijden. Het is ontzettend gezellig, maar ook wel lawaaierig. Emiraten Dubai en SharjahWe brengen Dappere Dodo weg voor een servicebeurt. We hebben nog nooit zo'n grote servicewerkplaats gezien, er staan 48 bruggen en het gaat allemaal uiterst professioneel. Er zijn veel LandCruisers, maar dat zijn allemaal glimmende nieuwe modellen, de HZJ79 kennen ze niet. De portier wil ons zelfs eerst niet het terrein op laten, omdat hij de auto niet als Toyota herkent en er staan onmiddelijk zes man om de auto heen. Voordat we de auto moeten inleveren voor de servicebeurt gaan we eerst bij VFS Tasheel langs. Dit bedrijf verzorgt visumaanvragen voor Saoedi Arabië. We horen dat Margriet een pre-authorization van het consulaat moet krijgen. Op het consulaat wordt ons verteld dat ze dat niet doen en dat de toestemming van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Riyadh moet komen. Die is al minstens drie keer geweigerd, dus het ziet er slecht uit. Ook horen we dat er toch geen doorreisvisa worden uitgegeven. Het noodscenario dat Jan gaat rijden en Margriet moet vliegen komt in zicht. We overnachten op een parkeerterrein bij een grote mall in Sharjah. Sharjah is een van de kleinere emiraten (Abu Dhabi (87% oppervlakte emiraten) en Dubai zijn de grootste). Het is ook de meest rechte in de leer: er wordt zelfs geen alcoholvrij bier verkocht. In de andere emiraten worden wijn en bier wel geschonken in hotels, maar niet in winkels verkocht. Het is tot 's avonds laat een levendige buurt, Jan gaat om tien uur 's avonds nog naar de kapper (die voor €3 prima knipt). Rondom het plein waar we staan zijn zeker vijf herenkappers en evenveel dameskappers, de laatste uiteraard achter gesloten deuren. Bij TFS Tasheel krijgen we een goed bericht en een slecht bericht. Het slechte is dat onze uitnodiging voor de ambasade in Den Haag is en niet voor het consulaat in Dubai. Dat moet opnieuw en kost dus een paar dagen; verder zijn de papieren in orde voor Jan's zakenvisum. Het goede nieuws is dat als Jan eenmaal zijn visum heeft Margriet een "escortvisum" zou kunnen krijgen; dus misschien kunnen we toch nog samen door Saoedi Arabië. Daarna op terreinverkenning bij de Soedanese ambassade. De eisen klinken simpeler dan volgens onze informatie tot nu toe. Iedereen in Soedan, dus ook een hotel, kan een visum aanvragen. Wanneer het visumnummer bekend is verstrekt het consulaat binnen een dag het visum. Omdat we de komende dagen niets te regelen hebben besluiten we de woestijn in te gaan. Er rijdt iemand achterop Dappere Dodo, maar dankzij ons bordes (de opstap achter), waarvan we altijd dachten dat hij te zwaar was, hebben we geen schade. Als we water tanken bij een benzine station merken we tot onze schrik dat we een eind met het dak open gereden hebben, maar gelukkig heeft ook dit geen schade opgeleverd. In de buurt van Shwaib vinden we een mooie plek naast hoge zandduinen waar we willen gaan staan. (video) We rijden net een paar meter te ver en hebben voor het eerst onze zandplaten nodig. De plek is toch niet zo rustig als we dachten: nadat het donker is komen crossers met veel lawaai over de zandduinen scheuren. Al Ain (emiraat Abu Dhabi)Nadat we 's ochtends de zandduinen bij onze kampeerplek beklommen hebben rijden we naar Al Ain, een stadje midden in de woestijn. We maken een wandeling door de dadelpalmoase van 30 Ha die midden in de stad ligt en gaan naar de soukh. De soukh is meer een mercado municipal, één hal waar vooral groente en fruit verkocht worden. In de hele stad lopen afgezien van een paar buitenlandse vrouwen alleen mannen die ook alle boodschappen doen. Het is vrijdag en daarom gaan de musea die we willen bezoeken pas om drie uur open. We bezoeken alleen nog het Sheikh Zayedh Palace Museum (video), een gerestaureerd paleis. In de shopping mall waar we ons avondeten inkopen is een ijsbaan voor kinderen met echt ijs en hangen sneeuwpoppen; een beetje vreemd midden in de woestijn. In de mall lopen wel vrouwen, maar relatief veel van wie alleeen de ogen zichtbaar zijn. Het kost weer moeite om een behoorlijke kampeerplek te vinden. Plaatsen met echte campingfaciliteiten zijn sowieso nergens en op plekken waar je in Turkije en Iran een leuk zijweggetje in kon rijden staan hier overal hekken. We worden weliswaar steeds handiger in het wild kamperen (geschikte plekken vinden, drinkwater, afvalwater, wassen, douchen, toilet) maar echte kampeerfaciliteiten zijn wel gemakkelijker. De kamelenmarkt met in witte pakken geklede mannen is nog een stukje traditioneel Arabië tussen alle shopping malls (video). Dappere Dodo voelt zich er ook thuis: we hebben nog nergens zoveel HZJ79's zien rijden. Het Nationaal Museum waar we daarna heengaan heeft een archeologisch en een etnografisch deel. Het archeologische deel laat mooie opgravingen van de derde eeuw v. Chr. zien, in het etnografische deel zien we hoeveel het leven in de laatste vijftig jaar hier veranderd is. Alle beschrijvingen zijn ook in het Engels, dat hebben we veel slechter meegemaakt. Ons volgende doel, het archeologiepark valt tegen: er zijn een paar recontructies te zien, maar het is vooral een heel mooi aangelegd familiepark. Ook hier blijkt weer dat Abu Dhabi niet op een oliedollar meer of minder hoeft te kijken. Abu Dhabi De Sheik Zayed Grand Mosque (video) is een prachtige moskee, helemaal in wit marmer, op veel plaatsen ingelegd met bloemmotieven. Hij doet denken aan de Taj Mahal. In de moskee, die plaats biedt een veertigduizend gelovigen, ligt het grootste Perzische tapijt ter wereld: tweeduizend mensen hebben er twee jaar aan geknoopt. Waar vroeger een heerser een leger slaven inzette om een groot bouwwerk the creëren gebeurt nu hetzelfde met oliedollars en Pakistani. Het openluchtmuseum geeft enigszins een beeld van het leven vroeger, met bedoeinententen, handwerkdemonstraties en een klein museum (video). Er staan borden waarop de wijsheid en doortastendheid van de heersende Sheik worden opgesomd op een manier die aan Noord Korea doet denken. Volgens de Lonely Planet geven de soukhs een beeld van het traditionele leven. We vinden er niet veel van terug: de vissoukh is een grote betonnen hal waar (uitsluitend) mannen in blauwe overalls vis verkopen en in rode overalls vis schoonmaken (video). "Soukh" heeft hier duidelijk een andere betekenis dan in Iran, het is geen verzameling winkeltjes in een historische omgeving, maar een plek waar één produkt verhandeld wordt. In het Women's Handicraft Center (waar we uitsluitend mannen zien) is alleen een kleine tentoonstelling. De handwerkdemonstraties zijn gesloten. We willen in Dubai weer op onze vertrouwde plek op het strand gaan staan, maar het waait er zo hard dat we een plek bij een winkelcentrum kiezen. In de mail vinden we wel een nieuwe uitnodiging voor Saoedi Arabië voor Margriet, maar niet voor Jan; een misverstand met de oud-collega in Riyadh dat weer twee dagen kost. DubaiWe proberen bij het Nederlandse consulaat een legalisering van ons trouwboekje te krijgen voor het visum van Saoedi Arabië. Dat kan alleen op afspraak en het eerste beschikbare slot is over drie weken. Nederland is dus geen haar beter dan al die andere ambassades. Je kunt nog wel eens in de week twee uur in Abu Dhabi terecht, dus als het erop aan komt doen we dat. We douchen on het strand en lunchen dan met twee oud collega's van Jan. Eén van hen heeft een upgrade van zijn hotelkamer naar een appartement met wasmachine gehad. We kunnen de ruimte een paar uur gebruiken om (nogmaals) te douchen en te wassen. We lezen op de blog van Frank en Melanie dat ze bij het strandje overnachten waar wij ook willen gaan staan, maar we vinden ze niet. De contrasten blijven verbazen: vanaf onze kampeerplek zien we voor ons het strand dezelfde badkleding als op een hete zomerdag in Nederland, het park erachter omheind en bewaakt en vandaag alleen toegankelijk voor vrouwen en kinderen. Expats en autochtonen leven in gescheiden werelden en zullen bijvoorbeeld niet snel bij elkaar op bezoek gaan. Autotochtone vrouwen zie je weinig op straat en wanneer ze naar een shopping mall gaan zijn ze in het algemeen zwaar gesluierd. Ze zullen een westerling nooit zelf aanspreken, zoals dat in Iran wel steeds gebeurde. De volgende ochtend gaan we op zoek naar Frank en Melanie. We zien op Kite beach, een mooi plekje langs het strand, dat onze nieuwe pleiserplaats in Dubai moet worden, de HZJ78 staan van Alexandra en Patrik die we in Persepolis ontmoetten. Ze zijn nog steeds bezig met de reparatie van hun aanrijding in Yazd. Verderop vinden we Frank en Angela en ook de Nederlander Dolf die met de motor onderweg is naar Zuid Afrika. Frank en Angela proberen een transitvisum voor Saoedi Arabië te krijgen, tot nu toe zonder succes. We doen boodschappen bij Spinney's, een winkel die heel erg ingericht is op levensmiddelen voor expats. Er is een aparte sectie met varkensvlees voor niet-moslims. We vinden zelfs boerenkool uit Amerika voor vijf euro per klein bosje. Dat wordt dus geen boerenkool vanavond. 's middags houden we het rustig op het strand; Jan probeert tevergeefs de compressor, die bij het eerste serieuze gebruik de geest gegeven heeft, te repareren. 's avonds zijn we uitgenodigd om te eten bij een oud-collega van Jan, die in een ruim appartement twintig hoog in een van de towers in Dubai woont. Het is heel gezellig. Voor het eerst sinds een week of zes drinken we weer eens iets alcoholisch; we overnachten dus maar in Dappere Dodo voor de deur van het flatgebouw. We ontbijten bij de Mall of the Emirates is één van de bekende curiositeiten van Dubai: er zijn een bobsleebaan en een skihelling compleet met stoeltjeslift, midden in de woestijn. Eindelijk komt de uitnodiging voor het zakenvisum voor Jan. We zijn nu net zo ver als we een week geleden dachten te zijn. Op de plek aan het strand waar we overnachten ontmoeten we behalve Alexandra en Patrik ook nog twee Franse campers, waarvan één met een gezin met kinderen, op weg naar India. In winkels wordt geen bier of wijn verkocht; in Sharjah wordt helemaal geen alcohol verkocht, in de andere emiraten wordt het alleen geschonken in hotels op plaatsen die niet direct vanaf de straat bereikbaar zijn. Expats kunnen wel een maandelijks rantsoen kopen. YazdWe rijden door de woestijn door een veelal prachtig maanlandschap naar Yazd via Kharanaq, Chak Chak en Meybod. Kharanaq is een oud verlaten dorpje van lemen huizen. Op een eigenaardige manier zijn sommige gebouwen gerestaureerd, maar er woont niemand. Chak Chak is een Zoroastrisch bedevaartsoord. Deze godsdienst bestond al vóór de Islam en heeft nog steeds aanhangers in Iran (wat blijkbaar wordt toegestaan). Meybod heeft een groot lemen kasteel, maar omdat we voor donker in Yazd willen zijn bekijken we het alleen van buiten. We zetten de auto bij het Silk Road Hotel, een bekende plek voor overlanders, waar we douche en toilet kunnen gebruiken. 's avonds gaan we uit eten om de verjaardag van Margriet te vieren. Voor het eerst zien we andere Europese auto‘s: vier Franse campers die in tien dagen naar Iran gereden zijn en daar nu zes weken besteden. Zij hebben de noordelijke grensovergang Bazargan vanuit Turkije genomen in plaats van de zuidelijke Essendere die wij genomen hebben en moesten wel Iraanse nummerborden gaan halen en benzinekaarten kopen. Kosten: twee dagen en honderdvijftig Euro. We komen ook de Duitse motorrijders onderweg naar Delhi weer tegen, zwaar in mineur, want een van motoren blijkt gestolen te zijn. We doen het dak naar beneden en het pedaalslot op de pedalen voor we de stad in gaan. Yazd lijkt in de Iraanse "koran-belt" te liggen: er zijn heel veel moskeeën, bijna alle vrouwen dragen chadors; we zien ook al meisjes van tien met zwarte chador en baby's met een hoofddoek. De oude kern van Yazd bestaat helemaal uit lemen huizen, veel met windtorens die als air conditoning dienst doen. Vanaf een hoog punt is dat een prachtig gezicht. We bezoeken het watermuseum waar wordt uitgelegd hoe de "qanats", de aanvoerkanalen voor was- en irrigatiewater worden gegraven en beheerd. We zoeken ook een sticker "Iran" om op de auto te plakken, maar tevergeefs. Het is typisch iets dat verkocht wordt in landen waar veel toeristen per auto komen; in Turkije hadden we er ook al moeite mee. Twee mannen die we vragen waar zoiets te koop is zeggen toe er naar uit te kijken en het bij ons hotel te brengen. Even later komt een van hen aan met een Iran-vaantje. KermanKerman is een grote, oude plaats in het zuidoosten van Iran die belangrijk was op de route naar zuid Azië. De rit naar Kerman is snel maar saai door vlakke woestijn met regelmatig industrie. We staan bij het Akhavan Hotel, weer een bekende pleisterplaats voor overlanders. Onderweg naar de levendige bazaar doen we nog een poging om sleutels bij te laten maken. De score is 0,5 uit 3: met één sleutel kunnen we alleen open maken, de rest past niet eens in het gat. Dat komt omdat ze van een verkeerd basismodel uitgaan en dan met vijlen sleuven bij proberen te maken. Bij het restaurant van het hotel bestellen we het door LP aanbevolen "buffet", maar we zien nergens een tafel met gerechten. Het blijkt een soort rijsttafel te zijn: allemaal verschillende gerechten in schaaltjes die prima smaken. De volgende ochtend lopen we nog een keer door de bazar, bekijken de mooi betegelde moskeeën, de koperslagers en een hamam (badhuis) dat nu museum is. Rond de middag hebben we het belangrijkste bekeken en besluiten door te gaan naar de Kalud. De Kaluts-woestijnDe Kaluts is een groot, leeg woestijngebied, veel leger dan de woestijn waar we tot nu toe geweest. We rijden via een prachtige weg door de bergen over een steile pas van 2650 meter naar Shahdad, het laatste plaatsje voor de echte woestijn. Dappere Dodo vindt de hoogte niet prettig, maar slaat zich er goed doorheen. We hadden in Kerman al geprobeerd te tanken, tevergeefs omdat niemand een tankkaart had. In Shadad proberen we het opnieuw en weer heeft niemand een tankkaart. Er zijn ook geen tankende vrachtauto‘s om ons uit de brand te helpen. We moeten toch echt een volle tank hebben voor we de woestijn in gaan. Uiteindelijk rijdt een van de twee pompbediendes na veel gebel weg om een kaart te gaan regelen. Na een uur is hij nog niet terug, maar dan komt er gelukkig een auto die diesel nodig heeft. Na prijsonderhandelingen worden we volgetankt. Het is intussen helemaal donker, dus we besluiten in Shadad een slaapplaats te vinden en de nacht in de woestijn voor morgen te bewaren. Wanneer we een passerende politieauto naar een geschikte plaats vragen worden we onder escorte met zwaailichten begeleid naar een parkje... vlak naast het tankstation. Het is ook direct naast een moskee en dat zullen we weten: in Iran hoor je weliswaar weinig oproepen tot het gebed, maar er wordt wel de hele avond door de luidsprekers gepreekt. Voordat we de volgende dag echt de woestijn ingaan vullen we eerst de voorraden aan, onder andere brood. We zien mensen met brood lopen en vragen naar de bakker. Ze wijzen hem, maar maken duidelijk dat hij niet bakt en er dus geen brood is. Ondanks hevig tegenstribbelen geven ze ons twee van de door hen zelf gekochte broden. We krijgen het zelfs niet voor elkaar ze te betalen. We dalen tot tweehonderd meter en de temperatuur wordt steeds aangenamer. We zijn nu dicht bij het heetste punt op aarde; er is ooit zeventig graden gemeten. Het hart van de Kalud is een gebied met bijzondere rotsstructuren. We zoeken er een plek uit het zicht van de weg om te overnachten en genieten van de absolute stilte en de rotsen die als kastelen en kathedralen uit het kale, vlakke land oprijzen (video). Tegen zonsondergang wordt de stilte wreed verstoord als drie bussen met scholieren en studentes vlak bij onze plek worden leeggestort. Als ze ons ontdekken wil iedereen met ons en Dappere Dodo op de foto en hebben we weer twintig keer de conversatie die we al zo vaak in Iran hadden: "Hello Mister/Madam, how do you do? Where do you come from? Welcome to Iran." Maar het is een bijzonder gezicht, die vlakte vol met joelende, fotograferende, telefonerende, door het zand rennende en rollende groepjes chadors. Als het donker wordt maakt Margriet met het hout dat we onderweg verzameld hebben een vuurtje waarop ze in de Dutch oven een prima smakend krentenbrood bakt. Hoewel de lucht niet echt helemaal donker wordt is het heerlijk om in deze omgeving 's avonds nog buiten te kunnen zitten en van de sterren te genieten. Wanneer we de volgende ochtend vroeg opstaan voor de zonsopgang ontmoeten we een Italiaans paar in een HZJ79 met camperopbouw. Ze vertellen ons dat ze in het zuiden veel problemen hebben om aan diesel te komen. ShirazHet eerste stuk uit de Kaluts is prachtig, maar daarna is de weg naar Shiraz eentonig: vooral woestijn met kleine struikjes afgewisseld door industrie. We begrijpen de Italianen: de afstand tussen pompstations is meer dan honderd kilometer en ervoor staan files van wel vijftig vrachtauto's te wachten. Wanneer wij moeten tanken rijden we voorzichtig langs de vrachtauto's naar voren om de toestand te bekijken. We worden ertussen gelaten en zijn meteen aan de beurt. De pompbediende heeft ook hier geen kaart, maar omdat er zoveel vrachtauto's zijn is dat nu geen probleem. We willen echt met onze 350 liter tankcapaciteit helemaal vol Iran verlaten, daarom beginnen we de reservetanks maar vast te vullen. We vinden een mooie plek voor de nacht net buiten een stadje tegen de bergen aan. De politie komt langs en wil dat we naar de stad gaan omdat het onveilig zou zijn. Ze bellen een leraar Engels voor de communicatie. Als we al bezig zijn de spullen klaar te maken kunnen we opeens toch blijven. We krijgen nog wel het telefoonnummer van de politie. Een half uur later weer vijf man politie. Weer moeten we weg, dan veel discussie onder elkaar en bellen, dan kunnen we weer blijven. De volgende ochtend als er uiteraard niets gebeurd is komen ze nog even informeren of alles veilig was. De verdere rit naar Shiraz is mooi; we komen onder andere langs twee zoutmeren die nu kurkdroog zijn maar waarschijnlijk in het voorjaar vol staan. Met moeite vinden we het ITTIC Hotel, de kampeerplek waar willen overnachten (verkeersbureau gesloten, met taxi naar ander verkeersbureau driehoog achter om achter het adre te komen). We proberen ook tickets voor de ferry naar Dubai te kopen, maar dat is helemaal onmogelijk. Het ITTIC is een bekende pleiserplaats voor overlanders en voor het eerst op onze trip komen we die ook tegen: Jon en Jude zijn met een Landrover in acht maanden uit Australië via Maleisië, China, Mongolië en de stan-staten in Iran gekomen en zijn onderweg naar Nederland en Engeland. Frank en Melanie zijn met een LandCruiser 80 tien dagen onderweg uit Duitsland en willen net als wij uit Iran oversteken naar de Emiraten en dan Oman bekijken. Hun plan is om via Saoedi Arabië naar Jordanië te gaan en dan via Israel terug naar Europa, maar ze hebben ook nog geen visum voor Saoedi Arabië. Het wordt een heel gezellige avond met zijn zessen. Voordat we gaan toeristen willen we eerst de boot naar Dubai geregeld hebben. We hebben gehoord dat hij op woensdagochtend gaat en de volgende op zondag, maar omdat ons visum op vrijdag afloopt moeten we het verlengen als we niet uiterlijk vrijdag varen. Visumverlenging schijnt in Shiraz gemakkelijk te gaan, we weten niet of het in Bandar Lengeh (waarvandaan we willen vertrekken) ook kan. We laten het hotel bellen naar de agent in Shiraz die tickets verkoopt en horen dat de boot op dinsdagavond gaat. Na een uur in de taxi naar de agent horen we dat de boot geannuleerd is; hij kan geen prijzen geven en we kunnen niet reserveren voor de volgende boot; balen dus. Dan maar naar de vreemdelingenpolitie voor visumverlenging: papieren halen, een uur wachten tot de bank ergens in de stad open is om vijftien euro te betalen en morgen terug komen om de visumverlenging op te halen, omdat de vreemdelingenpolitie 's middags dicht is. Voor Margriet moeten we pasfoto's met hoofddoek meenemen die we gelukkig in Nederland al gemaakt hebben. Het giet nog steeds en omdat we opeens veel meer tijd hebben gaan we niet meer sightseeën, maar naar de kachel in de camper. De volgende dag leveren we na de nodige bureacratie eerst alle papieren in bij de vreemdelingenpolitie om onze visumverlenging in orde te maken. We moeten ' s middags terugkomen om de paspoorten op te halen en wachten dan nog een uur voordat we ze terug krijgen. Het uur dat LP claimt voor de verlenging blijkt driekwart dag te zijn. Het valt op dat verreweg de meeste visumaanvragen van Afghanen komen. Terwijl we wachten ontmoeten we Frank en Angela weer; het zijn de Nederlanders die per fiets onderweg zijn naar China en die we bij de grens tussen Griekenland en Turkije ook al tegenkwamen. Tussen de visumescapades door bekijken we Shiraz. Dat valt wat tegen: na een maand Iran word je toch een beetje "bazaarmoe" en de belangrijkste moskee staat (zoals zovaak) in de steigers. Zodra we onze paspoorten terughebben rijden we naar het ITTIC Hotel bij Persepolis, waar we weer alle campingfaciliteiten hebben. PersepolisPersepolis ligt vlak bij Shiraz en is een van de mooiste opgravingen van Iran (video). Het was de hoofdstad van het Achaeminische rijk, een van de belangrijkste beschavingen uit de Iraanse historie uit ca. 500 v. Chr. Tot 1930 lag de stad onder het puin. De belangrijkste paleizen werden gebouwd door Darius en Xerxes. In 330 v. Chr. werd de stad verwoest door Alexander de Grote. Op het parkeerterrein ontmoeten we de Zwitsers Alexandra en Patrik die met een HZJ75 in zes maanden onderweg zijn naar India en Nepal. Ze reizen zes maanden, vliegen voor zes maanden terug naar Zwitserland om geld te verdienen en reizen dan verder van waar ze gebleven waren. Zo hebben ze ook de tocht rondom Afrika gemaakt. Ze hebben een serieuze aanrijding gehad in Yazd, maar hebben de auto wel weer rijdbaar gekregen. Persepolis is prachtig. We zijn onder de indruk van het detail en van de uitstekende staat van het beeldhouwwerk. Het is nu niet meer mogelijk zo dichtbij te komen dat je de stenen kunt aanraken, maar de omheining is op een verzorgde manier gebeurd, zodat het niet hinderlijk is, alleen soms lastig voor de foto. Als we stoppen voor boodschappen worden we thuis uitgenodigd door Fatima die nog samen met haar broers bij haar ouders woont. Een van de broers, Mohsen, heeft Engels gestudeerd, maar werkt nu bij de verkeerspolitie. Het is een interessante ontmoeting waarbij we heel open praten over economische, sociale en culturele verschillen tussen Nederland en Iran. Ze vertellen dat hun moeder, die ook aanwezig is bij de ontmoeting in het ruime, modern ingerichte huis haar eerste kind kreeg toen ze vijftien was. De mensen met wie we dit soort gesprekken voeren zijn, omdat ze goed Engels spreken, bijna per definitie moderne Iraniërs. We krijgen dus de moderne visie op het land en omdat de verschillen tussen stad en platteland heel groot zijn maakt dat veel verschil. We horen weer dat Iraniërs eigenlijk niet zo gelovig zijn, maar de Islam met al zijn regels van boven opgelegd krijgen. Ze leggen ook uit dat in tegenstelling tot bij traditionele Iraniërs waar de ouders een huwelijk arrangeren jongeren wel zelf hun partner kiezen en ook hun (geheime) manieren hebben gevonden om anderen te ontmoeten, initieel vaak via het verboden Facebook. De regels versoepelen overigens wel. Was vroeger het hebben van een Facebook-account al genoeg om problemen met de politie te krijgen, tegenwoordig wordt, zolang het maar niet tegen de overheid is, veel meer toegestaan, ook op het gebied van seksuele omgang. In Teheran wordt het zelfs al gebruikelijk dat jongeren samenwonen voor ze trouwen. De aanloop naar een huwelijk is overal nog traditioneel: wanneer een man zijn beoogde partner gevonden heeft laat hij zijn vader de ouders van de vrouw benaderen. Daarna begint een "antecedentenonderzoek" van de wederzijdse families dat een half jaar duurt en waarbij via buurtonderzoek wordt nagegaan of de familie van goede naam en faam is. We overnachten weer bij ITTIC in Shiraz. Het is hopelijk voorlopig de laatste keer dat we 's avonds binnen moeten zitten. De Perzische of Arabische GolfWe rijden door een afwisselend landschap naar Bandar-e-Lengeh aan de Perzische of Arabische (afhankelijk van wie je het vraagt) Golf, vanwaar we de boot naar de Verenigde Arabische Emiraten willen nemen (video). Vooral op de laatste 150 km naar zee zijn de grillige structuren van de kale woestijnrotsen indrukwekkend. Hoewel de LP het niet eens noemt hoort het traject bij het mooiste landschap dat we in Iran gezien hebben. We zien ook de mensen veranderen: er wonen hier veel Bandari. De mannen dragen witte gewaden, de vrouwen kleurige chadors en soms een bijzondere neusversiering, hun huidskleur is zuid-Aziatisch. We maken weer mee hoe hulpvaardig de Iraniërs zijn: wanneer we in een dorpje onderweg in een kruidenierswinkeltje vragen waar we geld kunnen wisselen belt de winkelier zijn broer, zet hem achter de toonbank, zet Jan achterop zijn brommer en rijdt naar het wisselkantoor. In hetzelfde dorpje vinden we in een onooglijk winkeltje de "Iran"-sticker voor de auto waar we al weken overal naar zoeken. We horen bij de rederij in Bandar-e-Lengeh dat de eerstvolgende boot over drie dagen om negen uur 's avonds vertrekt, maar dat we al om acht uur 's ochtends aanwezig moeten zijn voor de papierwinkel; dat zal wel een interessante dag worden. We rijden naar Bander-e-Pol vanwaar de veerboot naar Qeshm, het grootste eiland in de Golf, vertrekt. Omdat Qeshm een belastingvrije zone is krijgen we eerst een tijdrovende controle van de autopapieren en het carnet. Omdat de boot bovendien pas vertrekt als hij helemaal vol is, is het donker als we op het eiland aankomen. Een plekje vinden in de natuur zit er daarom niet meer in. We zetten de auto in het haventje van het eerste dorpje; geen slechte plek, maar met net iets meer belangstelling van de dorpsjongetjes (geen meisje te bekennen) dan prettig is. En dat nu we eindelijk 's avonds buiten kunnen zitten. De volgende ochtend zien we waar we terechtgekomen zijn: een schilderachtig strandje met oude boten in een dorp vol badgirs (windtorens). Aan het verkeer is goed te zien dat we in de belastingvrije zone zitten: in plaats van de blauwe pick-ups van Iraanse makelij die we op het vasteland zagen zien we nu overal Toyota's Hilux. In het geopark op het eiland zien we kloven en een grot met formaties waar geologen van zouden smullen. We overnachten op een verlaten strandje, zwemmen 's ochtends vroeg in zee (hoewel Margriet dat alleen op een speciaal afgebakend stuk voor vrouwen zou mogen doen) en rijden terug naar Bandar-e-Lengeh voor de overtocht naar Dubai. We overnachten dicht bij de vertrekplaats van de boot in een parkje. Er zijn uiteraard opnieuw veel mensen die de auto willen bekijken en met ons op de foto willen. Ook krijgen we weer eten aangeboden: eerst komt een onbekende man op een brommer, zet een bak warme rijst met kip op onze tafel en rijdt weg. Daarna komt de vuilnisauto met chauffeur en twee man achterop. De chauffeur stopt, komt een praatje maken (voor zover dat gaat) en rijdt weg. Even later komt hij met zwaailicht terug en zet nog zo'n bak rijst met kip voor ons neer. We hebben al gegeten en zien uiteindelijk kans hem beide bakken mee te geven tot vreugde van de twee mannen achterop de vuilnisauto. We zijn om zeven uur 's ochtends bij de rederij voor de afhandeling van de papieren, met behulp van een "fixer" staat om twee uur 's middags de auto op de boot, is het carnet afgestempeld en hebben we tickets. Ongelofelijk hoe eenvoudige dingen moeilijk gemaakt kunnen worden. Om vijf uur zijn we terug bij de rederij voor het vertrek. Bij de procedure hoort een ondervraging door de veiligheidsdienst. Alleen onhandig dat de ondervrager nauwelijks Engels spreekt. Hij belt een collega om vragen in het Engels te laten dicteren die hij ons moet stellen. We worden in een vrouwen- en een mannenbusje naar de boot gebracht en vertrekken uiteindelijk om tien uur. Zodra we de territoriale wateren van Iran uit zijn gaat de hoofddoek van Margriet heel ver weg. Dappere Dodo blijkt de enige auto te zijn die meegaat. Margriet brengt de nacht door op een bankje, Jan slaapt in zijn eigen bed in Dappere Dodo. Rijbewijzen in IranOm in Iran een rijbewijs te krijgen moet je tien lessen nemen, in de werkelijkheid zijn het er drie of vier. Daarna volgt een praktijkexamen van een kwartiertje. Al met al net genoeg om de auto te leren bedienen. Geen wonder dat het Iraanse verkeer zo'n chaos is. DubaiWe komen om zeven uur aan en kunnen om half elf Dappere Dodo het haventerrein afrijden. De daaraan voorafgaande douane-inspectie van de auto begint gedetailleerd, maar wordt dat steeds minder als het besef doordringt hoeveel spullen er in zo'n auto gaan. Ze willen het reservewiel voor controle van het dak af hebben. Als we uitleggen dat ze zelf mogen zorgen dat hij er af en op komt is de animo snel over. Na een maand in Iran komt de cultuurshock hard aan: overvloedig gevulde, ontzettend grote supermarkten, keurige straten, geordend verkeer, tienbaanswegen, Amerikaanse hoogbouw, bonnetjes bij iedere aankoop, westerse kleding op straat en op het strand, maar ook de oppervlakkigheid van kitscherige, Las-Vegasachtige shopping malls waar het meeste werk door Indiase mannen en Filipijnse vrouwen gedaan wordt, de vele regels, de zakelijkheid in plaats van de hartelijke, behulpzame Iraniërs en de veel hogere prijzen, hoewel het wel lekker is om weer een keer volkorenbrood met belegen kaas te eten. Doordat overal in Dubai gebouwd wordt vinden we met moeite een open strandje om te overnachten (video). Ons eerste doel in Dubai is van alles regelen. We maken een afspraak voor een servicebeurt voor Dappere Dodo en voor de aanvraag van het visum voor Saoedi Arabië, we schorsen Dappere Dodo en leggen kontakt met oude bekenden in Dubai. We hebben al zes dagen niet meer op een camping gestaan en willen wel weer eens douchen en ons haar wassen, maar iets daarvoor met een hotel regelen is moeilijk: als het niet binnen de regeltjes past kan het niet (het is ook de eerste keer dat we onze eigen computers niet in een internetcafé mogen gebruiken). We douchen uiteindelijk op het strand en dat gaat prima met water dat even warm is als thuis. |
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|