De oostkust van OmanWe gaan het plateau van Salmah op. Het wordt met afstand de heftigste off-roadtrip die we met Dappere Dodo gemaakt hebben. Het traject is steil, met scherpe bochten over een smal pad van grote stenen, maar Dappere Dodo weert zich kranig. Op 1100 meter keren we om; we hebben het moeilijkste deel dan al gehad. Later horen we dat het pad verderop geblokkeerd is door stenen na de regen van twee weken geleden. We rijden vervolgens naar White Beach, dat in de loop van de avond volloopt met kampeerders. We horen dat het snorkelen er niet zo mooi is als het boek belooft. Omdat er veel algen zitten zien we er maar van af. Volgens het reisbureau in Khartoem zouden we het Soedanese visum binnen drie dagen moeten ophalen bij het consulaat in Dubai. Dat past niet in onze planning. We bellen met het consulaat, maar dat zegt niets van ons te hebben. Verwarring alom dus. Omdat het weekend wordt kunnen we verder weinig doen om heet probleem op te lossen. De laatste wadi's die we in Oman rijden zijn Dayqah en As Suwayh. De rit is prima te doen, het laatste stuk is zelfs verhard. Alleen als we een smal steil paadje met grote stenen inrijden, doodlopen en achteruit terug moeten is het even spannend. Deze rit door de wadi is duidelijk anders dan de vorige: we blijven veel meer bij of in de rivierbedding en moeten regelmatig door het water oversteken. Het landschap blijft geweldig: na iedere bocht weer nieuwe kleuren, vormen en structuren. Dappere Dodo krijgt ook maar eens een poetsbeurt. Vijf man zijn er een half uur aan bezig (of staan naar hun werkende collega's te kijken). Hij is sinds de aflevering niet zo schoon geweest. Terug in MuscatWe overnachten gedurende steeds langere periodes "wild" en worden daar ook steeds handiger in. Een van de lastige dingen tot nu toe was haar wassen. We gebruiken daarom voor het eerst onze buitendouche om op het strand te spoelen. Het gaat prima. Mooi dat dat kan op 14 december. Daarna gaan we op zoek naar de Toyota-dealer om te kijken of ze een oplossing weten voor de hoestbuien van Dappere Dodo. Het is het op een na grootste Toyota Service Station ter wereld: een immens grote hal met bruggen voor onderhoud van luxe auto's op de begane grond en een even grote hal voor 4WD's op de eerste verdieping. Daarnaast nog aparte ruimtes voor grotere reparaties etc. Maar het probleem van Dappere Dodo is toch te moeilijk. Ten minste acht man kijken ernaar (dat is nou intensive care) en hij is zo'n twee uur onder behandeling, maar ze komen er niet uit. De wieg van Dappere Dodo stond in Oostenrijk en kan daarom niet aangesloten worden op de diagnostische apparatuur voor modellen uit de Golf. De conclusie is dat er geen kapot onderdeel is en dat ze hooguit de brandstofpomp zouden kunnen schoonmaken en afstellen, maar dat niet gegarandeerd is dat dat verbetering brengt. Dappere Dodo zou ook zonder problemen vierduizend meter in Ethiopië moeten kunnen halen. Een onbevredigend resultaat, hoewel ze beslist hun best gedaan hebben en we geen rekening krijgen. We stellen de vraag ook maar eens op het forum van de LandCruiserclub. Al SawadiAl Sawadi is de startplek voor boottochtjes om te snorkelen. We zoeken een overnachtingsplek aan het strand, maar dat blijkt lastig. We zijn intussen gewend aan stille strandjes met palmen en uitzicht op een eilandje (ja inderdaad, een beetje verwend), maar dat is hier in het weekend en illusie. Een van de favoriete bezigheden is om met open ramen en muziek keihard aan langzaam over het strand te rijden, een soort Spaanse pantoffelparade, mar dan per auto. Het lijkt of de route wordt aangepast aan de plek waar wij staan. We voelen ons bermtoeristen aan de A2 en begrijpen nu hoe een leeuw in een druk wildpark zich voelt. Als we verhuizen belanden we op een stuk waar ontzettend lawaaierige quad bikes scheuren; we hebben de A2 ingeruild voor de TT. Waar Dubai een overdosis aan regeltjes had, zouden het hier wel wat meer mogen zijn. Iedereen schijnt het normaal te vinden dat de quad bikes met een noodgang over het strand scheuren waar ook kleine kinderen ronddrentelen. Tenslotte gaan we maar staan in een picknickpark. We ontdekken dat op twintig meter afstand een moskee staat met heel grote luidsprekers; gelukkig heeft de muezzin in de gaten dat er om vijf uur 's ochtends weinig klandizie te verwachten is en roept dan niet op tot gebed. De volgende avond, op zondag, een werkdag, gaan we weer op het strand staan. Het is nu een prima plek. De omgang met rommel op dit soort plekken in Oman is overigens hetzelfde als in de Emiraten. Er zijn weinig afvalbakken en containers en iedereen laat zijn troep gewoon liggen: iemand anders ruimt het wel op. En inderdaad, 's ochtends verschijnt en legertje van dertien Zuidaziaten om het stukje strand weer schoon te maken voor de volgende lading troepmakers. Ook als wij met een papiertje in onze handen staan en een prullenbak zoeken is de reactie: "Gooi maar neer." De boottocht die we naar de Damanayat-eilanden maken om te snorkelen is geslaagd. We zien vooral veel verschillende vormen koraal, maar niet zoveel vissen. Ook is het koraal redelijk eenkleurig. De eerste snorkeltrip die we maakten was naar de Great Barrier Reef in Australië. Iedere andere snorkelplek steekt daarmee vergeleken bescheiden af. Winkels en koffieshops in OmanQua levensmiddelenwinkels zit Oman tussen de Emiraten en Iran in. In de grote plaatsen vind je supermarkten zoals Carrefour, in de kleinere plaatsen winkels die zich hypermarkt of supermarkt noemen en vaak gerund worden door Indiërs. Ze zijn dikwijls heel groot, maar hebben een beperkt assortiment. Een meter schap met één product is niet ongebruikelijk en complete koelbakken staan leeg. De broodvoorziening is relatief slecht: in Iran namen we het brood bijna altijd warm van de bakker mee, in de Emiraten kun je vaak volkorenbrood krijgen dat niet onderdoet voor het Nederlandse. Het brood in Oman is ofwel klef fabrieksbrood of wel "Libanees brood" , een soort pannenkoekjes die heel vers moeten zijn, maar dat in de winkel lang niet altijd zijn. In Oman zijn veel koffieshops, verhoudingsgewijs veel meer dan in Amsterdam. Hoewel er wel koffie verkocht wordt dekt ook in Oman de vlag de lading niet, maar op een andere manier; het zijn een soort ontbijttentjes/snackbars. De laatste keer DubaiDe rit terug naar Dubai verloopt heel vlot; de grens kost ongeveer een half uur. De grenspost Oman uit ligt bijna veertig kilometer voor de werkelijke grens. In het "niemandsland" liggen nog allerlei plaatsen, afslagen en dergelijke. We begrijpen niet hoe zo ooit een fatsoenlijke controle gedaan kan worden. We worden in Oman aangehouden voor politiecontrole. Dit is wel vaker gebeurd en is vooral nieuwsgierigheid naar die buitenlanders met hun rare auto. De politieman vraagt "paper" en als we vragen welk papier kijkt hij hulpeloos om zich heen. Dan komt een collega te hulp die een vriendelijk praatje maakt en ons doorzwaait. In Dubai maken we weer een voorbeeld mee van de bouwwoede: wanneer we terugkomen op het strandje waar we de vorige keer gestaan hebben zien we een grote stapel betonblokken. Drie grote grondverplaatsingsmachines zijn bezig een joggingbaan aan te leggen over het strand. Ze kunnen er echt niet tegen als stukjes strand onbebouwd zijn. De vorige keer was er bij de toiletten een vrouw uit Bangladesh die van tien uur 's ochtends tot tien uur 's avonds van tijd tot tijd de toiletten schoonhield en verder naar de zee keek. Nu was er een muur voor de toiletten gebouwd. Ze keek nu van tien uur 's ochtends tot tien uur 's avonds naar een muur. We zijn een dag eerder naar Dubai terug gegaan dan eerder gepland. Door onduidelijkheden in de communicatie over het visum voor Soedan weten we niet zeker of we het vlot zullen krijgen. Dankzij de hulp van Raidan Travel & Tours, het reisbureau dat belangeloos de aanvraag in Soedan voor ons heeft gedaan, klopt het dit keer allemaal: onze namen komen uit de stapel papier en dus is het 's ochtends paspoort brengen en 's middags halen. Ook een ander probleem lost zich op: een pakje met belangrijke spullen uit Nederland dat spoorloos in de post verdwenen was duikt weer op in Nederland. Tussendoor bekijken we Bur Dubai, het historische deel van Dubai (video). We zien een erg op toeristen gerichte soukh en de heritage area, een soort openluchtmuseum met lemen huizen en windtorens. Het is wel aardig, maar in vergelijking met Yazd, een slap surrogaat. We zitten nu nog twee dagen in Dubai tot Margriet naar Nederland vertrekt en hebben het gevoel dat we de meeste interessante dingen al gezien hebben. We doen toch nog twee leuke dingen. Eerst gaan we naar het Ras al Khor natuurgebied, vlak bij het centrum en aan twee kanten begrensd door grote autowegen (video). Niet direct een plek waar je zoiets zou verwachten, maar het zit er vol watervogels, vooral flamingo's. Daarna naar een groot aquarium en grote zeedierentuin, midden in Dubai Mall, de grootste shopping mall van Dubai (video). Behalve vissen en krabben zijn er ook leguanen, pinguïns en otters. Het is mooi aangelegd, alleen verbaast ons hoeveel vissen er in een compartiment zitten. We proberen in verband met de energievoorziening altijd buiten te parkeren. Dit keer is er alleen een parkeergarage, gelukkig met een ingang voor hoge auto's. Helaas is er geen uitgang voor hoge auto's. Met wat stuntwerk over stoepjes komen we weer buiten. De laatste ochtend voor onze wegen zich scheiden bekijken we Deira, het oudste deel van Dubai (video). Hier is nog een echte soukh en zijn straten met kleine winkeltjes in plaats van kolossale shopping malls. We vinden een winkeltje dat landenstickers voor op Dappere Dodo verkoopt. Omdat die moeilijk te krijgen zijn beginnen we in het voor in te kopen. Voor Saoedi Arabië kopen we het kleinste exemplaar dat we krijgen kunnen. We gaan het helemaal onderop hangen, zodat het iedere rit met zand en modder besmeurd wordt. Ons stil protest. Na een rustige middag, aan een strand dat een goede kampeerplek geweest zou zijn, zetten we Dappere Dodo in een straatje vlak bij het vliegveld voor de overnachting en zoeken de spullen die naar Nederland moeten. We hadden gehoopt Pim, die ook via de Emiraten naar Zuid Afrika reist en vandaag uit Iran in Dubai aangekomen zou moeten zijn nog te ontmoeten, maar dat lukt helaas niet. Saoedi ArabiëMargriet heeft gemengde gevoelens bij haar vertrek naar Nederland: enerzijds is het fijn om met de feestdagen thuis bij de kinderen te zijn en had ze ook niet echt uitgezien naar Saoedi Arabië, anderzijds slaat het een gat in een gezamenlijk avontuur. Maar de karavaan trekt verder... Zo moeizaam als het krijgen van een visum was, zo vlot gaat de grensovergang naar Saoedi Arabië zelf; met een uur is het geregeld. Niemand vraagt waaromje voor een zakenreis een auto als Dappere Dodo nodig hebt. In Abu Dhabi is het landschap vooral grindwoestijn, in Saoedi Arabië zijn het kale, lage zandheuvels waarover een harde wind waait, die voortdurend zand opwaait dat het landschap tot een stoffige, bleke vlakte maakt (video). Op het eerste stuk liggen nog plassen in de woestijn, waarschijnlijk van de zware regen van twee weken terug. Het verkeer en de wegenaanleg doen aan Iran denken: na een lang stuk tweebaansweg ligt er plotseling een tweede rijbaan, zo'n twintig meter links van de eerste. De toestand ervan is totaal onduidelijk. Als er auto's rijden gaan de gebruikers van de oorspronkelijke weg de tegenliggerbaan als inhaalstrook gebruiken, omdat ze aannemen dat de weg een vierbaansweg geworden is. Niet dus..., er komen ook nog tegenliggers op onze rijbaan. Ook rechts inhalen, zwabberen tussen rijstroken, vanaf de linker rijstrook op het allerlaatste moment een afslag nemen en tegen het verkeer inrijden staan weer op het menu. Het is alleen nog allemaal agressiever dan in Iran: als medeweggebruikers vinden dat je niet snel genoeg aan de kant bent gegaan of anderszins niet tegemoetkomt aan hun interpretatie van de verkeersregels zullen ze niet nalaten dat met toeteren, gebaren en snijden te laten merken. Het is leeg land: pas na 225 km komt Haradt, het eerste dorp, terwijl er nauwelijks zijwegen zijn. Het wordt de overnachtingsplaats. Dorp is nog een groot woord. Het is een naargeestige, smerige verzameling van werkplaatsjes en winkeltjes met het pompstation als middelpunt waardoor een gure wind waait. Het is een pleisterplaats voor truckers, vrouwen zijn er niet, maar het eten in het drukke truckersrestaurant is goed en niet duur. In de eerste winkel word ik al geconfronteerd met een typisch Saoedisch verschijnsel. Terwijl ik mijn keuze maak zegt de winkelier plotseling: "Must close shop." De handel wordt opgeschort voor het gebed. Alle winkels gaan dicht, restaurants sluiten de deuren de mannen gaan in optocht naar de moskee, drie keer tussen vijf uur en acht uur 's avonds. Na Haradt wordt de woestijn vlakker, op wat bedrijfbouwsels en boerderijen na blijft het leeg. RiyadhRiyadh is vies en lawaaierig (video). Bijna overal liggen bergen troep en het gebruik van de toeter lijkt op wat we in India gezien hebben. De Grote Moskee is niet zo indrukwekkend als die van Abu Dhabi of Muscat, maar wel groot. Het winkelgebied en souhks in het oude stadscentrum zijn ook groot. In de eerste 24 uur in Saoedi Arabië heb ik vier vrouwen gezien (althans hun ogen), in de shipping malls lopen ze volop, 95% is op de ogen na volledig gesluierd. Overigens is voor vrouwen in tegenstelling tot de habaya een hoofddoek niet verplicht. Ik heb een aantal (buitenlandse) vrouwen gezien met onbedekt haar, iets wat in Iran niet toegestaan was. Groente kopen blijft mannenwerk. De mensen zijn terughoudender dan in Iran, De Emiraten en Oman. Ook als ik met de achterdeur open op een druk plein zit, komt er één keer iemand buurten. Ten noorden van het centrum zijn de moderne wijken. Hier zijn de shopping malls en de grote winkels. Ook zijn er bouwprojecten zoals je ze in Dubai zou verwachten. Eén shopping mall die ik gezien heb bestond voor minstens de helft uit parfumwinkels, soms net zo groot als een flink filiaal van het Kruidvat. Belangrijke bezienswaardigheden van Riyadh zijn het Nationaal Museum (video), Dir'aiyah, de plek waar de koninklijke familie vandaan komt en de kamelenmarkt. Het Nationaal Museum is een van de mooiste musea die ik deze reis gezien heb. Het geeft een goed ontworpen overzicht van de geschiedenis van Arabië en alle uitleg is ook in het Engels. De kamelenmarkt (video) ligt een eind buiten de stad en is heel uitgestrekt en rommelig. Dir'ayah was helaas wegens verbouwing gesloten. Als je zelf in het land bent en iets probeert te doen wordt pas duidelijk hoe onhandig de gebedssluitingen zijn. Heb ik net mijn computer opgetuigd in een internetcafé en het eerste mailtje verstuurd, wordt ik uit de zaak gegooid. Wil ik tanken is het pompstation onbemand omdat iedereen in de moskee zit. Door de woestijnDe weg van Riyadh naar Jeddah gaat vooral door steenwoestijn. Op het eerste stuk zijn nog dorpen, daarna komen weer lange, lege stukken; het doet denken aan Algerije, waar we in 1977 waren. De kwaliteit van het wegdek is erbarmelijk voor de belangrijkste weg van het land. Ik begrijp niet waar al het oliegeld dat binnenkomt aan besteed wordt; aan de infrastructuur en ruimtelijke ordening is het in elk geval niet te zien. Het dorp waar ik beland om te overnachten is minstens zo desolaat als het dorp van de eerste nacht, hoewel minder rommelig. Verspreide huizen op de kale, koude, winderige vlakte, een vierbaansweg die abrupt overgaat in zandpad, langs de autoweg een enkele winkel, werkplaatsjes, een kapper, een kaal restaurant met plastic stoeltjes, twee pompstations. Er loopt niemand op straat. De huizen zijn groot en gesloten, voor families van drie of vier generaties in een klimaat dat of te koud of te heet is om aangenaam buiten te zijn. 's avonds en 's ochtends moet de kachel aan. Ik overweeg een tussenstop te maken in Taif, volgens LP een aantrekkelijke plaats. Helaas zijn de interessante dingen zonder kaart in het boek niet vlot te vinden. De beschrijving van Saoedi Arabië is overigens bij uitstek een voorbeeld hoe LP achteruit gaat. Ze beschrijven een land waar ze zelf niet geweest zijn, met als argument dat ze geen visum kregen. Op zoek naar een restaurant kom ik op een plek waar mannen en vrouwen staan te wachten. Een gesluierde vrouw spreekt me aan: "Die rode auto is van mij, rijd er maar achteraan." We rijden een eindje tot we bij een restaurant zijn. Ze vraagt dan of ik de weg terug kan vinden. "Anders blijft mijn chauffeur wel wachten om je terug te brengen." Oh ja, vrouwen mogen geen auto rijden in Saoedi Arabië. De restaurants hebben een mannen- en een familiedeel. Het mannendeel is met tafeltjes, zoals in een westers restaurant, in het familiedeel zijn hokjes met gordijnen, zodat vrouwen ongestoord hun sluier af kunnen doen. Deze scheiding zie je overal: een lady's branch bij de bank, shopping malls met aparte openingstijden voor mannen en families, enz. Direct na Taif daalt de weg spectaculair, elfhonderd meter over een paar kilometer; het is een totaal anders, veel interessanter landschap. Bij een uitzichtpunt zie ik de eerste apen van deze reis. Het tanken is weer een lust voor de portemonnee: € 0,05 per liter diesel, nog minder dan de reguliere prijs in Iran; ik begin vast voorraad in te slaan voor Soedan. De kleding van de mannen is grappig: nog steeds in het lang wit, maar de theedoek op het hoofd is vervangen door een ijsmuts en erover zit een winterjack. Ook vrouwen dragen jassen over hun habaya.
3 Comments
MuscatWe bekijken de Sultan Qaboos Grand Moskee. Vooral het plafond en de tuin zijn prachtig.Hij heeft het op een na grootste tapijt ter wereld (na Abu Dhabi). Daarna nog een rondje internetten op het visum van Soedsn te organiseren. We krijgen langzamerhand wel genoeg van de claustrofobische hokjes in hete internetcafés. We willen oud Muscat bekijken, maar daar is niets ouds aan: het zijn vooral moderne regeringsgebouwen. Mutrah, een ander deel van Muscat is beter, hoewel de soukh na alles wat we in Iran gezien hebben geen kans ziet veel indruk te maken. De cruiseschepen die hier dagelijks leegeschud worden hebben uiteraard hun uitwerking gehad op productaanbod en verkoopstijl. De videocamera heeft plotseling de geest gegeven en in een klein winkeltje laten we kijken of er nog iets te redden valt. Hoewel de winkelier de volgende ochtend beweert dat hij gerepareerd is, werkt hij nog slechter dan toen we hem brachten. De winkel wordt gerund door Indiërs. Het lijkt een typisch voorbeeld van het nieuws brengen dat je wilt horen. We besluiten om maar een nieuwe te gaan kopen. Eerst kijken we of de Soedanese ambassade in Oman soepeler is met visa dan het consulaat in Dubai. Helaas is het proces even moeizaam. We proberen of er voor ons bijzondere geval een uitzondering gemaakt kan worden. Meer dan een toezegging dat de consul in Nederland met wie we inmiddels contact hebben gebeld zal worden, krijgen we niet. We starten daarom het visumtraject met een reisbureau in Soedan. We hebben het gevoel dat de dagen door onze hadden glippen met regelen. We zijn nu vier dagen in Oman en hebben nog nauwelijks iets toeristisch gedaan. Het is natuurlijk allemaal erg inefficiënt, omdat je overal naar moet zoeken en niet steeds een computer met internet bij de hand hebt. Het zou niet zo'n probleem zijn als we geen deadline hadden van het vertrek van Margriet naar Nederland. Op het strand waar we overnachten worden we benaderd met de vraag of we ijs of snacks verkopen. Blijkbaar heeft Dappere Dodo de verkeerde kleur. Gelukkig verkoopt Margriet de avondmaaltijd niet. De bergen bij NizwaEindelijk hebben we onze zaken zover geregeld dat we weg kunnen uit Muscat. Het eerste doel is het plateau van Sayq op 2300 m. Het laatste stuk door de indrukwekkende kale bergen gaat zo steil dat het alleen voor 4WD's toegankelijk is. De politie wil eerst papieren zien voor we verder mogen. Dappere Dodo heeft het moeilijk met de steile klim. Eerst zien we water lekken. Het blijkt de overloop van het koelwater te zijn, dus gelukkig geen lekkage in de radiator. Verderop, als we bovende vijftienhonderd meter komen, begint hij bij vlagen vooral hellingopwaarts hikkende geluiden te maken, schokkerig te rijden en witte rookwolken uit te braken. We hadden het hikken wel eerder gehad in de bergen, maar niet zo erg als nu. Blijkbaar heeft de servicebeurt het niet opgelost. We klimmen langzaam verder en gaan naar een garage in Sayq. De diagnose is snel gesteld: er moet een spuitstuk vervangen worden. Gelukkig rijdt de HZJ79 hier heel veel rond, dus het vinden van een reparateur en onderdelen zou geen probleem mogen zijn. We klimmen voorzichtig verder tot we op een mooie overnachtingsplek met water en toiletten bij jeneverbesbomen (die schijnen hier toegestaan te zijn) komen. We zouden volgens de kaart de kreeftskeerkring gepasseerd moeten zijn, hoewel we geen bord hebben gezien. We zijn dus in de tropen, maar dat is aan de temperatuur niet te merken. Het kampvuur waarvoor we hout verzameld hebben komt er daarom zelfs niet. Voor we weer naar beneden gaan genieten we eerst van het uitzicht op de kloven, een vervallen dorpje en terrassen op steile berghellingen waarop nog groente verbouwd wordt. We rijden naar een terrein met garages in Nizwa, een grotere plaats. Hier is de diagnose van de hoestbuien van Dappere Dodo dat de brandstofpomp vervangen moet worden, iets wat de Toyota-garage zou moeten doen. Wanneer we daarheen gaan horen we dat ze niet kunnen zeggen wat de oorzaak is en dat we naar Muscat moeten omdat ze de goede diagnoseapparatuur niet hebben en de dieselvariant niet kennen. Het zijn dus geen broertjes maar neefjes van Dappere Dodo die hier rondrijden. Het zijn er wel heel veel. Bij sommige parkeerplaatsen denken we dat het een clubdag van de LandCruise-club is. We besluiten om het er voorlopig maar bij te laten, want op lagere niveaus rijdt Dappere Dodo uitstekend en voordat je het weet ben je weer drie dagen aan geregel kwijt. We proberen het wel op te lossen in Dubai. We rijden door richting Jebel Shams, de hoogste berg in het gebied, langs prachtige kloven. Dappere Dodo slaat zich er redelijk doorheen. We overnachten bij een resort met volledige campingfaciliteiten. Het is voor het eerst in vier weken dat we betaald kamperen. Het is het startpunt van de wandeling langs een vijftienhonderd meter diepe kloof die we de volgende dag maken (video). Wat een prachtige uitzichten zijn het. We zien nauwelijks toeristen. Voor het eerst sinds lang weer eens alleen toerist spelen, afgezien van wat e-mail met een reisbureau in Soedan. Het lijkt erop dat die inderdaad voor ons visum gaan zorgen: ze beginnen te reageren en de goeder vragen te stellen. Internet is net goed genoeg om wat mail te sturen en te ontvangen, maar dan moet je nog ieder bit persoonlijk wegduwen. Ghul, een schilderachtig verlaten lemen dorpje, ligt tegen een berghelling bij Wadi Ghul (video). Een wadi is een rivierbedding die bijna altijd droog is, maar gevaarlijk kan spoken als het geregend heeft in de bergen. We rijden er nu doorheen. Volgens de boeken zou er in deze buurt veel weven en tolspinnen te vinden moeten zijn, maar we vinden niets. Als we een dorpje inlopen om ernaar te zoeken worden we uitgenodigd op de koffie bij een familie die met vier generaties en (vrouwelijk) aangetrouwd in één huis wonen. De vrouwen wijzen op de kleding van Margriet (blouse met halflange mouwen en lange broek), dan op hun eigen kleding (met hoofddoek etc.) en zeggen "Islam good". Als Margriet vraagt "No Islam not good?" wordt er verlegen gelachen. We bekijken Misfat, een schilderachtig bergdorpje tussen de palmen (je ziet zelden palmen op hellingen) en het oude deel van Al Hamra met verlaten, afgebrokkelde huizen van twee en drie verdiepingen. Sommige schoolbussen die hier rondrijden zijn Toyota's HZJ74. We vinden eindelijk de zekeringen voor de compressor, dus we kunnen nu de woestijn in. Bij een Toyota-garage die we tegenkomen proberen we nog een keer of de hoestbuien van Dappere Dodo verholpen kunnen worden. De reactie is hetzelfde als eerder: we hebben niet op de dieselmotorschool gezeten, dus we kunnen zelfs geen voorlopige diagnose stellen. Ga maar naar een grotere stad. Toedeloe. Zou dan niemand algemene autotechniek gehad hebben? Ongeveer iedere plaats in Oman heeft een kasteel. Een van de mooiste is dat van Bahla. Het is inderdaad heel compleet en prachtig gerestaureerd. Het is alleen jammer dat nergens een toelichting bij staat. We bekijken ook de kleine maar traditionele soukh met redelijk wat activiteit, hoewel het vrijdag is. SanawOnderweg naar Sanaw zien we een bord "Natuurpark". Het is een picknickplek aan de wadi, waar overal Omaanse families zitten (video). We besluiten om er te overnachten. We ervaren weer hoe gastvrij de mensen hier zijn. In de soukh 's ochtends kregen we niet alleen koffie en dadels bij een winkeltje waar we stonden te kijken, maar ook een pak dadels mee. Ook in het park nodigt elke picknickende familie waar we langslopen ons uit om erbij te komen zitten en mee te eten en wil nog eten meegeven of komt het brengen. We schuiven aan bij een familie van vier generaties. De vrouwen zijn veel kleurrijker gekleed dan we eerder zagen. Alle vrouwen zitten in één cirkel, alle mannen in een tweede. De vader vertelt dat hij 57 en gepensioneerd is, zeven dochters, vier zoons en zes kleinkinderen heeft. Zijn vader, zoons, schoondochters en kinderen van zijn zoons wonen bij hem in huis. Hij is ooit voor zijn werk vier maanden in Engeland geweest en nooit door iemand uitgenodigd. Wat moet dat kil overkomen voor iemand uit deze cultuur. Hij geeft Jan les hoe je zonder kliederen rijst met je rechterhand eet (er wordt zonder bestek en borden gegeten, iedereen pakt uit een grote schaal die in het midden staat), maar een succes is het nog niet. Ach, hij zal het wel gewend zijn met al die kinderen en kleinkinderen. Margriet schuift aan in het vrouwenkringetje en krijgt al snel een baby in de armen, 3 weken oud. Als ze even alleen is met een van de vrouwen blijkt die toch enkele woordjes Engels te spreken: ''No baby, husband away, my live no happy." En zo zit ze dan tussen de vrolijke familie. 's avonds bakt Margriet brood in de Dutch oven. Een man uit Bangladesh die de toiletten en het terrein schoonhoudt en woont in een hokje in het toiletgebouw helpt bij het maken van vuur. Sanaw heeft een traditionele soukh (video). Het is een feest is om rond te lopen tussen vooral mannen met traditionele kleding en baarden die vis, veevoer, kamelen en groente verhandelen. De vrouwen dragen ook hier kleurrijke kleding. Mannen hebben er geen probleem mee om gefilmd of gefotografeerd te worden, vrouwen wel. Tijdens een koffiestop verderop worden we aangesproken door Faise, die ons thuis uitnodigt (video); de Omani zijn zo mogelijk nog gastvrijer dan de Iraniërs. Ze is verpleegster, spreekt goed Engels en woont met drie van haar vijf broers en zussen bij haar ouders. Haar vader is schoolbuschauffeur, een van haar zussen studeert geneeskunde. We krijgen de kans om het huis en het erf te bekijken. Het huis is nieuw en voor lokale begrippen goed afgewerkt, heeft drie grote ruimtes waar groepen mensen samen kunnen zitten en twee slaapkamers; keuken en badkamer zijn in een apart gebouwtje. Er staan nauwelijks meubels en er hangt niets aan de muren, maar kleur en patroon van de muren gaan door op de plafonds. Ze zoeken een dienstmeisje: het Ethiopische dienstmeisje dat € 85 per maand verdiende is ongepland niet uit Ethiopië teruggekomen. Ze hebben een uitgebreide veestapel: een koe, twee kamelen, geiten kippen en konijnen en ook een tuin bij de wadi. Faise vraagt of we blijven lunchen. Het eten wordt voor ons tweeën binnen geserveerd; de familie, die eerder wel voltallig bij ons was, eet niet met ons samen, maar zien we buiten zitten eten. We hebben niet uitgevonden waarom dit was. WoestijnGedeeltelijk via een track rijden we door prachtige woestijn met levende en dode bomen, maar zonder lage begroeiing naar Badiyah, de plaats die de toegang is tot het zandduingebied van Oman. Het begint met een anticlimax: we worden op een bijna agressieve manier benaderd door woestijngidsen, die nog een paar keer terugkomen als we even stoppen. Ook worden we op exact dezelfde manier als in Sharjah van achteren aangereden. Het resultaat is eveneens hetzelfde: wij hebben dankzij ons overgedimensioneerde bordes geen schade, de auto achterop rijdt zijn nummerbord eraf. We overnachten in de leegte van de woestijn. We besluiten dat we de doorsteek door de woestijn naar de zee, die de gidsen ons proberen aan te smeren, niet willen: het is de € 240 die ze vragen niet waard en zwaar overvraagd. In plaats daarvan laten we ons voor een bedrag waarvoor we ons nog steeds genept voelen een kilometer of twintig de woestijn inbrengen naar een plek waar we kunnen overnachten (video). We rijden via een piste die we zonder gids terug kunnen rijden. Het is nuttig om zo de eerste piste-ervaring op te doen. De grote lege vlakte omringd door zandduinen met daarin onze eenzame Dappere Dodo is mooi. Een enkele keer krijgen we gezelschap van wat kamelen en geiten; van tijd tot tijd rijdt een Toyota LandCruiser voorbij. De oproepen tot gebed zijn we eindelijk ontvlucht, 's ochtends horen we nog wel een haan in de verte. Maar zelfs op de plek waar we staan komen de gidsen nog een keer langsrijden om te proberen meerwerk te verkopen. De volgende ochtend heeft een onaangename verassing in petto: er hangt mist. De rit alleen terug over de piste krijgt zo een extra uitdaging, maar gaat goed. De OostkustOnderweg naar Ras al Jinz hebben we nog twee aardige ontmoetingen. Tijdens een koffiestop komt een volledig gesluierde vrouw op ons af. Bij de auto doet ze haar sluier af en vertelt in Australië voor medisch laborante gestudeerd te hebben en elf broers en zussen te hebben. Verderop ontmoeten we een Frans gezin dat overland reist in een eigen autobus die als camper dienst doet. In Ras al Jinz is het schildpaddenstrand. Groenrugschildpadden van een centimeter of zestig lang leggen hier eieren. Omdat het een bedreigde diersoort is mag het strand alleen met een gids bezocht worden. Als de vrouwtjes 37 jaar zijn komen ze iedere drie jaar drie keer 's nachts naar het strand om 120 eieren te leggen. Onder de 27 °C komen er mannetjes, boven de 29° vrouwtjes. Het geslacht kan dus gestuurd worden door de eieren dichterbij of verder van zee te leggen. De schildpadden graven een kuil van een meter, leggen de eieren en gooien de kuil dan dicht. Het beste seizoen is in de zomer, maar er is toch een schildpad bezig met zijn flappen zand naar achteren te gooien om de kuil te dichten. Er is ook een kleintje van een dag of vijf die naar zee loopt. Het verbaast ons dat ondanks alle waarschuwingen toch gepraat wordt en mensen toch hun zaklantaarns aandoen. De gids is geen succes: welke vraag je ook stelt, hij speelt steeds hetzelfde bandje af. Sur is een schilderachtige plaats (video) met voor ons als belangrijkste bezienswaardigheid een dhow-werf (video). Een dhow is een traditionele teakhouten boot die overal in de Persische Golf gebruikt werd. Het is een uitstervend ras: de voorkeur gaat tegenwoordig uit naar fiberglasboten. Van de zeven werven die in Sur waren is er nog één over. Er liggen twee boten in aanbouw. Een ervan is voor een familie uit Qatar. Hij kost € 240 en de bouwtijd is een jaar; er werken tien man aan. Het lijkt ons een koopje en we horen dan ook dat zuid-Aziaten niet meer dan $ 40 per maand verdienen. In de loop van de middag gaan we Wadi Shab (video) in, een prachtige rivierbedding tussen steile rotsen en met palmen. De ingang wordt ontsierd door pilons van de autosnelweg die langs de kust loopt. Helaas zijn we te laat gestart om de hele wandeling voor donker te kunnen maken. Vlakbij Wadi Shab ligt Wadi Tiwi (video). Je kunt er een eindje inrijden via een brede weg, dan volgt een stuk dat volgens "Oman off-road", het boek dat we gekocht hebben een van de steilste, smalste, meest uidagende trajecten van Oman is. Omdat de weg bovendien grotendeels verhard is besluiten we onze relatief hoge, brede en zware Dappere Dodo met partial 4WD hieraan niet bloot te stellen. Later zal blijken dat het traject met een compacte 4WD goed te doen is, voor Dappere Dodo zou het inderdaad lastig geweest zijn. Net wanneer we willen gaan lopen komen Ben en Agnes, die we ook al ontmoet hadden bij de schildpadden en op de dhow-werf ons achterop rijden.We rijden mee naar het einde van de weg en lopen terug; prima, want we hadden het nooit zelf heen en terug gelopen. Het is een prachtige route, eerst langs de wadi, daarna steil omhoog naar een aantal dorpen. Bimmah Sinkhole even verderop is een natuurlijk gat in de grond, gedeeltelijk gevuld met water, met mooie kleuren en structuren. We zetten Dappere Dodo voor de nacht weer aan het strand. De golven zijn groen van de algen. Overdag ziet het er niet zo fris uit, maar 's avonds blijkt dat ze fluoriserend zijn: de golven zijn groen verlicht. Er is een mail van het reisbureau in Soedan dat we ons visum op zouden kunnen halen bij het consulaat. Hoewel we nog wel vragen hebben, lijkt dit dus goed te gaan. Indruk van OmanOman is een aantrekkelijk land: niet zo veramerikaanst als Dubai, met vriendelijke, ontzettend gastvrije mensen en prachtige natuur. Er wordt duidelijk en succesvol geprobeerd om het land te moderniseren en toch de oorspronkelijke cultuur te bewaren. Het heeft niet zoveel olie als de omringende landen, daardoor zie je Omani (of zijn het Omannen en Ovrouwen?) ook zelf werken en niet de Indiërs en Pakistani al het werk laten doen (hoewel de simpelste baantjes, zoals papierprikken op het strand wel door mensen uit deze landen gebeuren). We proberen en nog achter te komen hoe het land economisch in elkaar zit. Van de tien mensen die we vragen hebben er acht een overheidsfunctie: politieagent, leraar, verpleegster, legerofficier, etc. Oliedollars zullen dus toch wel een belangrijke rol spelen. Er wordt heel hard aan het wegenstelsel gewerkt (met alle vertragingen vandien) en de openbare ruimte in Muscat ziet er verzorgd uit, met veel parken en brede wegen met palmen. Aan de andere kant zien we wel de hele dag twee vrouwen achter een tafel met wat kettinkjes en blikjes cola zitten om die te verkopen aan de twintig toeristen die langskomen.
DubaiWe worden wakker van de opstekende storm en rijden om het risico van schade aan Dappere Dodo tegen te gaan nog voor het ontbijt naar Sharjah waar we de volgende visumpoging doen. We horen daar van VFS Tasheel dat de regels sinds vorige week veranderd zijn en dat de sponsorbrief nu in het Arabisch moet zijn. Grrr... We laten de brief vertalen en nu wordt de visumaanvraag eindelijk geaccepteerd. Op de parkeerplaats worden we aangesproken door Saeed, die ons uitnodigt om bij hem thuis te komen. Hij is getrouwd met Jane, een Philipijnse; ze zet in no-time een Philipijnse lunch op tafel. Omdat het al de hele dag miezert gaan we niet de natuur in voor het weekend, maar blijven we in Sharjah. Het door LP aangeprezen historische centrum stelt niet veel voor. Het is een klein, klinisch stukje midden tussen de torenflats dat net aan de bulldozers ontsnapt is, waar huizen gerestaureerd worden en souvenirwinkeltjes zijn, maar waar geen normaal leven te bekennen is (video). We overnachten weer op Kite Beach. De Zwitsers en de Fransen zijn er nog, dus het begint met vier auto's al aardig op een camping te lijken. De Fransen willen hun auto's op de boot naar Bombay zetten en dan in India rondreizen. 's avonds worden we gebeld door een journaliste van de Volkskrant die een stukje in de weekendkrant over ons gaat maken. We moeten dus binnenkort een sectie "press clippings" op onze site zetten. Weer worden we door onweer en storm wakker, maar het grootste deel van de dag is het weer uitstekend. We houden een rustige kampdag en knutselen verder aan de compressor, nog steeds met matig succes. Drie mannen die vlakbij de plek waar we staan een soort woonhuisje hebben op het strand om 's ochtends vroeg te kunnen vissen, laten ons niet alleen hun warme douche en toilet gebruiken, maar komen ook twee vissen brengen, waarvan de grootste zestig centimeter lang is, voor een barbecue voor de kampeerders. Ze brengen ook nog rijst en groente, maar eten zelf niet eens mee. Het wordt een gezellige barbecue met muziek, ook omdat een van de Fransen professioneel muzikant is. De noordelijke emiratenHet laatste deel van de rit naar Al Aqqa in het emiraat Fasairah is een mooie tocht door de bergen. In Al Aqqa vinden we een prachtig strandje waar overdag mensen picknicken en we 's avonds het rijk alleen hebben. Het staat bekend als snorkelplaats. Opnieuw worden we verrast door de hartelijkheid van de mensen. Een man komt een schaal koekjes brengen en even later eten en drinken we gezellig mee met een grote familie die uit heel de emiraten hier samengekomen is. We gaan de volgende ochtend eerst snorkelen. We zien mooie vissen, maar vinden het te ver naar het eilandje vlak voor de kust waar meer vissen, (onschuldige) haaien en schildpadden schijnen te zijn. Daarna naar Ras-al-Khaimah, het meest noordelijke emiraat. We zoeken een mooie plek aan het strand, maar dankzij de gebrekkige informatie in de Lonely Planet (ze worden echt met de editie slechter) rijden we eerst vooral door industriegebied. Uiteindelijk vinden we een mooi openbaar strand. En er komt een goed bericht: het visum van Jan voor Saoedi Arabië is klaar. Onderweg naar VFS Tasheel komen we langs de enige plek in de V.A.E. waar je zonder licentie wijn en bier kunt kopen, dus we slaan maar wat in voor ons resterende verblijf in de Emiraten (invoer in Oman is verboden en in Saoedi Arabië heel erg verboden). Het is een slijterij op een resort in het emiraat Umm Al Quwain, groter dan we ooit in Nederland hebben gezien. Het visum voor Saoedi Arabië van Jan is er werkelijk, maar voor het escortvisum voor Margriet zou nu toch weer groen licht uit Riyadh nodig zijn. Je wordt toch wel erg moe van de steeds veranderende spelregels. Dat groene licht proberen we nu al sinds juli te krijgen, zonder succes, daarom gaan we toch maar proberen of het ook zonder lukt. Dus motivatiebrief maken, laten vertalen, enzovoort. Bovendien betekent het nog langer in Dubai en dat hebben we intussen ruimschoots gezien. We gaan naar onze vaste stek in Dubai aan het strand. De vissers zijn er weer, dus we kunnen de warme douche en het privétoilet weer gebruiken. Het maakt het strand bij de Kite Beach een ideale plek. Het enige grote nadeel is dat vlakbij twee moskeeên staan (plus verderop nog een stuk of wat) die door elkaar om vijf uur 's ochtends luidkeels oproepen tot het ochtendgebed. Hoeveel Mohammedanen zouden hier werkelijk gehoor aan geven na op deze manier wakker gemaakt te zijn? Een van de vissers heeft een Landrover uit 1957 en vertelt hoe hij met zijn grootvader en vader over het strand van Dubai naar Abu Dhabi reed, een traject dat nu via een zesbaans autoweg wordt afgelegd. We zijn nu in alle emiraten geweest. Begin december wordt gevierd dar de emiraten 42 jaar verenigd zijn. Overal zie je vlaggen, borden met sheiks en auto's met vlaggen en sheiks erop gespoten. Koningsdag is er niets bij. Het is toch wel verrassend dat dit zo sterk leeft. We houden weer visumdag. Eerst naar VFS Tasheel voor het escort visum. Er is nu opeens toch weer een pre-approval van het consulaat nodig. Dat zou probleemloos te krijgen zijn van twee mensen van wie we de namen krijgen. Helaas, bij het consulaat komen we ook na een lange discussie niet verder, de goedkeuring moet uit Riyadh komen. Aangezien we dat al sinds juni zonder succes proberen, besluiten we de pogingen te staken. Daarna gaan we opnieuw naar het Soedanese consulaat. We proberen of ze ons volgens de richtlijnen die in Nederland gelden aan een visum kunnen helpen (dus formulier inleveren en persoonlijk ophalen), maar ze willen persé een aanvraag uit Soedan. Tenslotte gaan we nog even bij het Ethiopische consulaat langs. We krijgen eerst te horen dat we alleen een visum voor zeven dagen kunnen krijgen, maar dat we met de vice-consul kunnen praten. Als we hem vertellen in Ethiopië geweest te zijn en het een prachtig land te vinden krijgen we probleemloos groen licht voor drie maanden. En wat we nooit verwacht hadden: binnen anderhalf uur staan we met visum weer buiten. Zo kan het dus ook Saoediërs en Soedanezen! We gaan nog even mopperen bij VFS Tasheel, maar dat levert uiteraard niets meer op. De conclusie is dat Margriet voor twee weken naar Nederland gaat (en dus met de feestdagen in Nederland is) terwijl Jan Dappere Dodo door Saoedi Arabië loodst. Tenslotte gaan we in een internetcafé op zoek naar reisbureaus en hotels in Soedan en naar vluchten voor Margriet. OmanNa alle papierrompslomp kunnen we eindelijk naar Oman. De grensovergang kost ruim twee uur, maar is verder zonder problemen. Het is rommeliger dan in de Emiraten; er zijn hier vast geen mannen uit Bangladesh die iedere ochtend de troep opruimen zoals in Dubai. Veel vrouwen hebben kleurige kleding en de neusversiering zoals we die ook in zuid Iran gezien hebben. We overnachten weer op het strand (video). We staan nog in ons pyama naar de zee te kijken als een man ons vraagt of we mee willen naar zee (video). Nou, dat willen we wel. De man gaat vissen met zijn neef en drie van diens zoons. Met behulp van GPS varen we naar een goede visstek. We krijgen les hoe we vissen moeten vangen met een lijn met aas en Margriet heeft dan ook veel succes met het binnenhalen van grote exemplaren. Ze vragen of we een vis willen hebben voor de lunch en als we zeggen dat we geen pan hebben die groot genoeg is komen we er niet onderuit om te wachten tot ze een vis thuis voor ons gegrild hebben en die komen brengen. Ook van hen krijgen we de vraag hoe we tegen Arabieren aankijken, een vergelijkbare vraag als we ook in Iran steeds kregen, omdat men zich ook hier bewust is van het negatieve imago dat Arabieren in Amerika en Europa hebben. We antwoorden dat de Europese media een vertekend beeld geven en dat er grote verschillen tussen de landen zijn. Met het vrouwonvriendelijke gedrag van Saoedi Arabië nog vers in het geheugen is het moeilijk om een onverkort positief verhaal te houden, hoewel de vriendelijkheid en behulpzaamheid ook hier opvallen. Een man uit Pakistan die ons later aanspreekt legt uit hoe expats altijd tweederangs burgers blijven in de golfstaten: buitenlanders kunnen nooit de nationaliteit krijgen van het land waar ze werken. Ze kunnen er ook geen huizen kopen. We besluiten om eerst richting Muscat te gaan waar we willen kijken of we eenvoudig aan een visum voor Soedan kunnen komen. Als dat niet lukt gaan we een visumdienst in Nederland gebruiken. Eindelijk vinden we waarom de compressor niet meer werkt. Een verborgen zekering, waarvan we niet wisten dat hij er zat, is doorgebrand. Dat zijn de nadelen als je een gebruikte, ingerichte auto koopt. Het strand waar we overnachten ligt bij een park waar honderden mensen tot laat in de avond picknicken. Het is ook een plek waar eigenaren van 4WD auto's en buggies zinloze rondjes over het strand rijden. Het is ontzettend gezellig, maar ook wel lawaaierig. |
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|