Terug naar Zuid AmerikaMet een vertraging van 3.5 uur door een technisch probleem op Schiphol komen we in Lima aan. Afgezien van de confiscatie van drie appels en een mandarijn komen we ook goed het land in en snel bij het hostel. De vertraging is uiteindelijk goed voor een compensatie door de KLM van een tegoedbon van € 800, dus al met al nog niet zo slecht. Wanneer je Peru binnenkomt krijg je een tijdelijk invoerbewijs (TIP) voor je auto voor drie maanden. Wanneer je over deze periode heengaat wordt de auto geconfisceerd. Hoewel we ondanks de reis naar Nederland verwachten binnen drie maanden weg te zijn hebben we geen risico genomen en de TIP laten onderbreken, een lastig proces. We hebben toen veel hulp gehad van Ernesto van Xplore Peru 4x4. Zie hier voor een beschrijving van het proces. De procedure om een schorsing van de TIP ongedaan te maken in bijna net zo moeilijk als om hem te starten. Gelukkig helpt Ernesto weer geweldig. We maken en verzoekschrift dat bij de douane wordt ingeleverd. Dat wordt naar de grens gestuurd waar we binnenkwamen waarop een nieuwe tijdelijk invoerbewijs gemaakt moet worden. Het gaat allemaal per reguliere post. We kunnen gelukkig al wel met Dappere Dodo rijden, maar we kunnen pas het land uit als we het nieuwe document hebben. We halen Dappere Dodo op in de garage; hij staat er prima bij en daarna naar de camping om ons te organiseren. Wanneer onderweg zijn in NoordPeru belt Ernesto over het tijdelijk invoerbewijs. We hoeven niet op de post te wachten, maar kunnen met de e-mail van de douane de zaak aan de grens regelen. De e-mail komt dezelfde middag binnen, waardoor we onze planning weer in eigen hand hebben. We besluiten dat we nog een keer uit eten willen in Lima en daarom nog een dag te blijven. We willen een pakje babykleertjes versturen. Uiteindelijk lukt dat met kopieën van Jan's paspoort, vingerafdrukken en het paspoortnummer van Margriet. Wanneer we water bijvullen blijken we lekkage te hebben, waarschijnlijk door een knik in een slang. We repareren zo goed mogelijk, maar het wordt vooral voorzichtig water tanken. Het laatste PeruLima uirijden is meestal een worsteling, maar omdat het zondagochtend is valt de drukte mee. De weg is niet inspirerend: kaal, droog en vol afval. We stoppen in Parque Nacional de Lachay, een gebied dat nu droog is, maar in de natte tijd groen; niet nat van de regen, maar van de mist van zee. We lezen op borden dat alle dieren in het park beschermd zijn. Dat geldt waarschijnlijk speciaal voor vliegen. We denken niet dat we er ooit zoveel bij elkaar gezien hebben. Margriet besluit daarom buiten te koken, voor het eerst sinds heel lang weer eens op een houtvuur. Na een stop aan de Laguna Albufera, vol met watervogels, gaan we naar Caral. Het is de opgraving van de oudste stad van Amerika, ca. 5000 jaar, vergelijkbaar met Egypte. In 25 jaar zijn 18 grote openbare en religieuze gebouwen opgegraven en het archeologische werk is nog in volle gang. Er kon veel hersteld worden, want de bewoners kenden nog geen metaal en aardewerk en de plek was daardoor niet interessant voor plunderaars. Koken gebeurde door groente en vlees tussen hete stenen te leggen, vloeistoffen werden verwarmd met een hete steen in een kalebas. Omdat Caral in extreem droog woestijngebied lag, was men voor water volledig afhankelijk van de rivier die maar een klein deel van het jaar stroomde; er werden ingenieuze systemen ontwikkeld om toch het hele jaar water te hebben. Door gortdroog woestijngebied waar geen sprietje groen te zien is rijden we verder naar het noorden.We besluiten om maar eens een opgraving over te slaan en rijden zonder problemen verder hoewel we door een gebied komen waar in het verleden geapende roofovervallen geweest zijn. We krijgen bericht dat het tijdelijk invoerbewijs rond is en dat we de laatste plaatsen hebben op de Galapagos-cruise die we hebben uitgezocht. Als onze kampeerplaats bovendien zo'n plek blijkt te zijn waar je graag een paar dagen langer blijft kan de dag niet meer stuk. Op de boulevard bij de camping zien we een heel oude Volkswagenbus. Het is de Paraguayaan die van plan is om in tien jaar de wereld rond te reizen en die we in Ushuaia, het zuidelijkste puntje van Argentinië, al ontmoet hebben. De opgraving Chan Chan uit de dertiende eeuw is de grootste lemen stad ter wereld. Chan Chan was het centrum van het Chima-rijk, een stad van voor de Inca's waar 60.000 mensen woonden. Alles was van leem gebouwd en veel heeft zwaar geleden onder overstromingen t.g.v. El Niño, maar er is een mooi gerestaureerd paleis dat we bezoeken. Binnen dikke muren met één streng bewaakte toegangspoort woonden de koning en notabelen. Er zijn decoraties van pelikanen en de zee. Een bijzondere gewoonte was dat wanneer de koning stierf ook zijn hele hofhouding geofferd werd. Daarna werd het paleis verlaten en begon de volgende koning in een nieuw gebouw. De gewone bevolking mocht er alleen komen om belasting te betalen, allemaal in natura. Na het bekijken van Huaca Esmeralda en Hack Arca Iris, twee tempels met andere decoraties gaan we Trujillo in. We lunchen er goed, maar de plekken waar volgens LP in honderden jaren weinig veranderd is vinden we niet. Alle voorbereidingen om met Dappere Dodo Peru uit te komen hebben resultaat gehad. De grenspost is al op de hoogte van onze komst en binnen twintig minuten kan Dappere Dodo het land uit. Maar als we denken even snel een uitreisstempel in ons paspoort te halen komen we bedrogen uit. Er is een fout gemaakt bij onze terugkeer uit Europa, zodat het systeem niet weet dat Jan in het land is. Er wordt na veel peinzen, op het hoofd krabben en bellen een handgeschreven verzoek gemaakt, eerst in het klad en daarna overgeschreven in het net, dat naar Lima gestuurd wordt om Jan alsnog in het systeem te krijgen. Uiteindelijk krijgt Jan na 2,5 uur en veel zeuren zijn stempel, hoewel de formaliteiten nog steeds niet rond zijn (stel je voor dat hij op een Interpol-lijst staat). Groen EcuadorEcuador inreizen gaat zonder problemen. Het eerste dat opvalt in Ecuador is dat het veel schoner is dan Peru en zo ontzettend groen. Op het laatste stuk weg, dat op zich prima is, is het wel oppassen geblazen: er liggen grote brokken steen op de weg die kennelijk bij de laatste bui naar beneden gekomen zijn. Diesel is aangenaam goedkoop, ongeveer een kwartje per liter. Het eerste tankstation is net uitverkocht als we er komen, maar dat is gelukkig niet symptomatisch: bij de volgende tanken we vol. We kamperen een dag bij een versteend bos (video), met ook mooie bloemen en bomen en rijden naar Vilcabamba op ongeveer 2500 meter. Wat is het overal groen in vergelijking met Peru. Maar ook zien we ernstige erosie en weer de wegen vol brokken steen liggen. We hebben gehoord dat je brood kunt bestellen in het winkeltje bij het park waar we kamperen en we gaan informeren: „Heeft u morgen brood?" „Ja, ik heb er drie." „Hoe groot zijn ze?" Er komt een zakje met drie broodjes tevoorschijn. „Zo groot." „Hoe laat heeft u ze morgen?" „Wanneer u wilt." „Zijn ze vers?” „Nee, want morgen komt de bakker niet." Vilcabamba is een klein, gezellig plaatsje met veel Amerikaanse gepensioneerden. We ontmoeten Sancho en Carol weer, Braziliaanse overlanders die we al uit Lima kenden en met wie we wellicht een container naar Europa gaan delen. We doen een geslaagde poging om een gastank te vullen uit een gastank van de camping. De keerzijde van prachtig groen is dat het vaak regent. Zo ook nu. We slaan boodschappen in voor een paar dagen P.N. Podocarpus, maar daar aangekomen komen we de eerste middag nauwelijks de auto uit. De volgende dag is het weer beterom te wandelen. Het park varieert in hoogte van 800 tot 2800 meter. We hebben voor de lage kant gekozen:er is meer te zien en het wandelt aangenamer. Het is een pad dat in het algemeen goed begaanbaar is, maar soms zijn er ook smalle, glibberige stukjes of liggen er grote bomen over het pad vlak naast een diepe afgrond naar de rivier. Maar wat een variatie aan planten en tinten groen. In Saraguro woont een groep mensen die afstammen van indianen die in de Inca-tijd gedeporteerd zijn van het gebied rond het Titicacameer, als manier om het Inca-rijk te consolideren. Nog altijd hebben ze aparte kleding, gewoontes en een beetje andere taal. Er zou op zondagochtend markt moeten zijn. De markt is er niet (behalve de Mercado Municipal), maar het is wel een gezellige drukte en we zien volop klederdrachten. Cuenca is een van de mooiste plaatsen van Ecuador, met een mooi centraal plein, een bijzondere kerk en interessante musea. In het kleine Panama Hat Museum, wordt getoond hoe strohoeden gemaakt worden. Van het etnografisch en archeologisch museum blijken de belangrijkste afdelingen dicht te zijn. Jammer. Onderweg naar Riobamba is de lucht is bijna de hele dag grijs en rijden we regelmatig door de mist. We wandelen er door het centrum en over de verschillende markten. Het blijft mooi om de indiaanse mannen en vrouwen in traditionele kleding hun spullen te zien kopen en verkopen. 's middags willen we naar het etnografisch museum, maar het is ons niet gegeven in Ecuador: ook dit museum is gesloten. De zaterdagmarkt van Riobamba zoe heel groot zou moeten zijn, maar dat valt tegen: er is wat meer drukte op de plekken waar vrijdags ook markt was, maar dat is alles (video).
2 Comments
Leave a Reply. |
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|